20 Revue des archives, die ik zooeven vermeldde, nam onlangs zelfs met instemming den uitval over van den bekenden archivaris van Zürich, Schweizer, die de beroepsgenealogen heeft gekenschetst als „d e hyena's der archieve n". S. MULLER Fz. Archiefgebouwen en archiefinrichting. [Hoofdstuk VI (laatste hoofdstuk) van „Studier öfver Arkivvasendet i utlandet" af Sam. Clason. „Meddelanden fran Svenska Riksarkivet." Ny Följd 2, Stockholm 1 902, vertaald door A. Telting.] Beveiliging tegen vuur en vocht. Verlichting, enz. Hoe meer men zich bewust wordt van de waarde der archieven, des te sterker moet het streven worden naar doelmatigheid van de archief lokalen. Zeer in het bijzonder moet dit het geval zijn bij het archiefwezen van onze dagen, dat er dan ook naar streeft om in de eerste plaats vrijstaande gebouwen beschikbaar te stellen. In den regel heeft weliswaar de centralisatie tengevolge, dat bij de archivalia, die bijeen worden gebracht, de wijze van bewaring en de toegankelijkheid verbeterd worden, maar daarmede moet ook grootere zekerheid gepaard gaan; want waar veel te zamen wordt gebracht, kan meer verloren gaan, wanneer de veiligheid geringer isdan in verspreide archieflokalen. Menige sacristie en rechtbank kan verbrandenvoordat het verlies zoo groot wordt als wanneer een landsarchief in vlammen opgaat. Vuur en vocht zijn de ergste natuurlijke gevaren, die de archiefstukken bedreigen, en op welker afwering zich daarom de kunst om archieven te bouwen moet toeleggen. Tegen het vuur beschermt in de eerste plaats en misschien het allermeest eene vrije ligging. De meeste der in lateren tijd gebouwde of nieuw-ingerichte archieven, die ik bezocht, stonden dan ook vrij. Zoo bijv. het departemontsarchief te Besanson, het stadsarchief te Leiden, de staatsarchieven te Gent, te Marburg, te Munster en te Wiesbaden, de kreitsarchieven te Munster en te Neurenberg, het krijgsarchief te Dresden, de provinciale archieven te Kopenhagen en te Viborg, het justitiearchief te Moskou e. a., welke archieven zeer goed afgescheiden liggen van andere gebouwen, de meeste op groote voor het overige beplante pleinen. Dat deze ligging meerendeels slechts te verkrijgen is 21 in een buitengedeelte van de stad, is niet bijzonder hinderlijk; de onder zoeker vindt gemakkelijk den weg en laat zich door den afstand er niet van afhouden om op tijd ter plaatse te zijn. In andere steden heeft men tenminste getracht gedaan te krijgen, dat een of meer zijden aan een open plein uitkomen, zoo bijv. bij het departementsarchief te Versailles, de rijksarchieven te Utrecht en te Haarlem, de staatsarchieven te Maagdenburg en te Sleeswijkhet stadsarchief te Keulen e. a. De meest aan het gevaar blootgestelde zijde zocht men in het bijzonder te beschutten door speciale maatregelen, door bijv. ijzeren luiken voor de vensters aan te brengen, wanneer het archief gesloten is; zoo in het nieuwe staatsarchief te Basel, gereed gekomen in 1899, dat aan de eene zijde gelijk het rijksarchief in Zweden tot naaste nabuur een zoo brand gevaarlijke inrichting als een drukkerij heeft. Het nieuweremoderne om niet te zeggen hypermoderne rijksarchief in den Haag, dat wel is waar vrij op eene ruimte staat, maar toch in een van de centrale gedeelten der stad, heeft voor alle vensters, zoowel dak- als gevel vensters en deze zijn beide vele in getal en groot dergelijke ijzeren luiken, die door een omvangrijk mechanisme alle tegelijk kunnen gesloten worden met een enkele handgreep in het naastbijgelegen machinegebouw. Ook op andere wijze beschermt men zich in moderne archiefgebouwen tegen brandgevaar. De dienstlokalen, waar de dagelijksche werkzaam heden worden verricht en waar het publiek toegang heeft, bevinden zich in een afzonderlijk gebouw, dat met het depot slechts door een gang in verbinding staat zoo zijn bijv. de provinciale archieven te Kopen hagen, te Viborg en te Odense, de staatsarchieven te Munster en te Dusseldorf, het nieuwe rijksarchief in den Haaghet kreitsarchief te Neurenberg enz. ingericht en men kan daar met minder gevaar ook een woongelegenheid in de dienstgebouwen maken s) en deze in de donkere gedeelten van het jaar verlichten. Elders, zooals te Utrecht, zijn ten minste door een brandmuur de dienstlokalen van de depots gescheiden. Het IJzeren luiken vindt men ook in de provinciale archieven te Kopenhagen en te Viborg. De toestel werkte niet geheel onberispelijk; daar men in bijna alle deelen van het gebouw tal van kettingen en raderen zag, die tot het mechanisme behoorden, kwam de vrees op, dat hier of daar een der raderen licht zou kunnen weigeren en dat op die wijze het geheele mechanisme in de war kon geraken. Van Zweden, die na mij het archief bezochten, heb ik gehoord dat een ander ongemak voortspruit uit deze glas- en ijzerconstructie; dat het n.l. in het gebouw in den zomer onhoud baar warm wordt. 3) Het is van belang, dat een bij het archief aangesteld ambtenaar in de on middellijke nabijheid daarvan woont. In de bovengenoemde archieven te Kopen hagen, Viborg, Odense en Neurenberg wonen ook de archivarissen in de dienst gebouwen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 15