12 Maar ïntusschen staan wij voor eene ledige kas, dit jaar zelfs voor een tekort. Hoe noode ook, hebben wij dan ook moeten besluiten, om den omvang van ons orgaan weder wat te besnoeienal zien wij wel indat daardoor ook het belang iets minder zal moeten worden. Uw bestuur heeft gedaan wat het in deze benarde omstandigheden kon doendoor vrijwillig afstand te doen van de vergoeding van reiskosten voor het bijwonen der bestuursvergaderingen, die uwe vergadering het indertijd had aangeboden. Het request aan den Minister van Binnenlandsche zaken in zake de overneming der gemeentearchieven door de rijksdepöts, waarvan de urgentie onlangs op noodlottige wijze is aangedrongen door het gebeurde met het gemeentearchief van Graveis volgens opdracht van uwe ver gadering door het bestuur verzonden. Aan de opdracht in zake de Notariswet is daarentegen niet voldaan. Ondershands toch vernamen wij wij reeds spoedig na onze vergaderingdat een nieuw ontwerp eener Notariswet in bewerking was, dat waarschijnlijk over de notariëele archieven dezelfde bepalingen zou bevatten als het ingetrokkene wets ontwerp. Onze tusschenkomst scheen dus onnoodig en ongewenscht; de uitkomst heeft op heuchelijke wijze deze opvatting gerechtvaardigd. Daarentegen zal eene andere aangelegenheid ons denkelijk eerlang aanleiding gevenom ons tot den Minister van Binnenlandsche Zaken te wenden. Yoor een paar jaren is door Z.Exc. per circulaire aan de pro vinciale besturen eene lijst toegezonden van stukken, die jaarlijks geregeld op de provinciale griffiën worden opgemaakt of ontvangenen die wegens het geringe belang van hun inhoudhetzij dadelijk bij het einde van het loopende jaar, hetzij na afloop van zekeren korten termijn schenen vernietigd te kunnen worden. De zaak is van groot belang ook voor het behoud onzer archievenimmers er bestaat nauwelijks een grooter gevaar voor het langdurig bestaan van een archief dan de over matige en noodelooze uitbreiding daarvan, die ten slotte leiden moet en met zekerheid ook leiden zal tot verwaarloozing en vernietiging van de geheele massa. Uw bestuur meende derhalve, dat de nuttige maatregel noodzakelijk uitgebreid behoorde te worden tot de gemeentearchieven, en het heeft eene commissie benoemdom eene aanvullingslijst te ontwerpen die ten dezen uniformiteit in de praktijk der verschillende gemeente- secretariën zal kunnen brengen. De gemeentesecretaris van Utrecht Mr. J. Bool verklaarde zich bereid uw bestuur voor te lichten; dezer dagen is inderdaad zijn rapport ontvangendat natuurlijk in hoofdzaak leiddraad voor onze beslissing zijn zalhet is gesteld in handen van de heeren Feith en Bondam die de zaak thans nog van het standpunt der archivarissen bezien zullen. Wjj vertrouwen derhalve, dat de commissie eerlang haar eindrapport zal uitbrengen. Over de inrichting der vicarieradenwaarover ons buitengewoon lid 13 Mr. Gratama in de vorige vergadering een voorstel deedhebben wij met hem reeds in het najaar van gedachten gewisseld. Wij zijn tot overeenstemming gekomen en Mr. Gratama heeft op zich genomenom naar aanleiding daarvan zijn plan van inrichting der raden in eenige ar tikelen in het Archievenblad aan de orde te stellen. Zien wij iets verder om ons heenbuiten den kring onzer vereeni- ging, dan merken wij met voldoening op, dat de verhuizing van het Al- gemeene rijksarchief naar de nieuwe berglokalen zoo goed als afgeloopen is, zoodat ook deze kostbare verzameling veilig geborgen is, en dat de Commissie van advies voor 's rijks geschiedkundige publicatiën hare werk zaamheden begonnen heeft enhoewel aanvankelijk niet zonder eenige bezwaren, thans met volle zeilen op weg schijnt naar het begeerde doel. De toezegging van den Minister van Binnenlandsche Zaken bij de behandeling der vorige begrooting, dat hij de traktementsverhooging der archiefambtenaren tegen de volgende begrooting in zéér ernstige overwe ging nemen zouis natuurlijk door ons allenofschoon zij alleen de ambtenaren der rijksarchieven betreft, met groote waardeering ontvangen. Met niet minder ingenomenheid vernamen wij een ander heuchelijk feit: de benoeming van prof. Krhmer tot Directeur van H. Ms. Huis archief. Heuchelijk inderdaad, want het feit, dat dit hoogst belangrijke depót thans gesteld is onder de leiding van een man der wetenschap kan nauwelijks hoog genoeg aangeslagen worden. Tot nog toe was het gebruik der gewichtige bescheiden waarvan een groot deel behoort tot het ambtelijk archief der stadhouders ten nutte der wetenschap niet altijd gemakkelijk; gewoonlijk werd dit daaraan toegeschreven, dat het onderzoek niet voldoende werd in de hand gewerkt door hendie H. M. in deze aangelegenheid van advies hadden te dienen. Thans is de vrees hiervoor weggenomenwij wetendat in handen van prof. Krümer de belangen der historici volkomen veilig zijn. En al zullen wij nooit vergetendat het Huisarchief is en blijft een familie archief, waarin niet een ieder naar hartelust zal kunnen en mogen snuffelen, wij vertrouwen, dat thans weder, evenals vroeger, ernstige onderzoekers in het Huisarchief steeds een welkom onthaal zullen vinden. Prof. KRaMER is reeds als lid onzer vereeniging toegetreden; wij weten, dat het hem ernst is met de voorbereiding tot zijne niet gemakkelijke taak. Terwijl wij aldus onverwachts een nieuw lid aanwonnen voor onzen kring, hebben wij nog niet lang geleden een collega verloren: den heer De Jager, oud-archivaris van Den Briel. Maar terwijl ons nieuwe lid aan de meesten onzer reeds persoonlijk bekend was, heeft wellicht niemand uwer het voorrecht gehad met den heer De Jager persoonlijk

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 11