152 wijze van behandeling zoowel als zijne hierbij gebezigde instrumenten voortreffelijk. Anders echter is het gesteld met de behandeling van zeer beschadigde oorkonden. Deze is mij ronduit gezegd te omslachtig. Vooral het beplakken met Japansch papier op beide kanten en het later verwijderen van het dekblad op de schriftzijde vind ik te tijdroovend en vooral ook overbodig. Een goed gezaponneerd nog samenhangend stuk papier of perkament, al was het ook nog zoo zwak en teer, behoeft in den regel geen steun. Het bewijs voor deze stelling werd op de ver gadering te Groningen door den heer Bos en mij door de aldaar tentoon gestelde stukken geleverd. Om verschillende redenen veroordeel ik het beplakken, ook met het fijnste en doorzichtigste Japansch papier, laat staan met Hollandsch papier. Alleen danwanneer twee stukken volkomen van elkaar gescheiden zijn, of wanneer een stuk in flarden hangt, of andere defekten het wenschelijk maken, gebruik ik Japansch papier als steun- en verbindingsmiddel. De behandeling van zeer beschadigde perkamentoorkonden met stijve opgerolde randen door middel van zaponblaadjes en eventueel met Japansch papier als dekblad, vind ik zeer geschikt. Volledigheidshalve verwijs ik hier naar mijne behandeling van dergelijke gevallen, die ik in het Archievenblad 1902/03, p. 39, beschreven heb. Met Dr. Sello's methode omtrent de behandeling van perkament oorkonden met afschilferende kalklaag kan ik mij maar gedeeltelijk vereenigen. Ze klakkeloos voor alle dusdanige stukken zonder onder scheid toe te passen, zou volgens mijne ondervinding eene daad zijn, waardoor vele oorkonden aan een onherstelbaren ondergang zouden prijs geven worden. Onder deze laatste reken ik vooral de zeer beschadigde oorkonden, waarvan de schilfers nog slechts door een vezeltje aan het perkament verbonden zijn. Immers de methode Sello hierop toegepast, zou veroorzakendat het vezeltje door het vocht verzwakt en de schilfer door de zwaarte van het zapon losgerukt en voor altijd verloren zou zijn. Dit proces is eene onbetwistbare noodzakelijkheid, indien mengelijk Dr. Sello wil, de oorkonde rijkelijk met zapon drenkt. In een der talrijke aanmerkingen, waarmede Dr. Sello zijne redevoering heeft toegelicht, geeft hij een tweede methode aan, die veel overeenkomst heeft met de methode, die ik bij beter geconserveerde oorkonden toepas. Dr. Sello uit namelijk de meening, dat het ook voldoende zou zijn, het parkament volledig met zapon te verzadigen, een weinig te laten drogendan schoon zijdepapier er op te leggen en daarmede de schilfers voorzichtig aan te drukken en het dan volledig te laten drogen. Het zijdepapier kan hierna zonder gevaar afgetrokken worden. Tegen deze methode heb ik hetzelfde bezwaar als tegen de eerst- vermeldezij kan en mag niet bij documenten met zeer loshangende schilfers in aanmerking komen. Dr. Sello geeft trouwens zelf toe, dat zijne proefnemingen in dit opzicht aanvulling vereischen. Mijne methode, 153 die ik bij bizonder in gevaar verkeerende oorkonden in toepassing breng, (zie Archievenbl. I.e. p. 40) kan Dr. Sello's goedkeuring niet wegdragen. Zij is hem te omslachtig, zonder dat men van haar in alle gevallen goede resultaten zou mogen verwachten. Zijn oordeel motiveert hij door te zeggen: „hat der Priiparator keine ganz feste Hand, so kann er leicht Unheil anrichten." Wat Dr. Sello hiermede bedoelt, is mij niet recht duidelijk. Waar is, dat de toepassing van mijne methode zeer veel tijd vergt; maar wordt ze goed toegepast, dan kan de verwachte uitslag nooit falen. En wat beteekent tijd voor een archivariswanneer het geldt eene kostbare oorkonde van een zekeren ondergang te redden Voorzeker, door een onvaste hand kan door het indringen van het penseel tusschen de schilfer en het perkament de schilfer losraken of afgestooten worden, maar ver loren gaan kan ze nietvooral niet, wanneer de preparator aan de eischen voldoet, die ook Dr. Sello aan hem stelt, Want als voorzichtig man zal hij de losgeraakte schilfer onmiddellijk weer op haar plaats vasthechten. Zoolang derhalve geen andere eenvoudiger en minder omslachtige methode, die mij meer zekerheid geeft dan de tot heden door mij gevolgde, aan de hand gedaan wordt, acht ik mij verplicht bij de mijne te blijven. Gelijk reeds uit het verslag blijkt, is Dr. Sello uit beginsel tegen het behandelen van waszegels met zapon. In eene noot deelt hij mijne ondervindingen op dit gebied kort mede, bespreekt ze, oppert dan wederom zijne bezwarenja hij meent zijne vroegere waarschuwing tegen de be handeling der waszegels met zapon te moeten hernieuwen. Hoewel ik nu de groote zorg van Dr. Sello voor het behoud van deze kostbare documenten ten zeerste op prijs stelkrijg ik toch den indruk, dat hij, door al te groote voorzichtigheid gedreven en uit zuivere vrees voor een mogelijk ongeluk, de goede en voortreffelijke hoedanig heden van het zapon over het hoofd ziet, en onwillekeurig komt bij het lezen en overdenken van zijne bezwaren bij mij de gedachte op, dat Schillers heerlijke spreuk ,Wo rohe Krafte sinnlos walten Da lasst sich kein Gebild gestalten" l) Dr. Sello, (Protokolle, p. 74 n. 3,) vat zijne bezwaren kort samen in de volgende woorden „Meiner Erfahrung nach muss man unterscbeiden zwischen Siegeln von gut erhaltenem Wachs, bei denen es sich um die Heilung von Brüehen handelt, und Siegeln deren Bindestoff durch Moder zerstört ist, so dass sie eine bliitterige oder bröekelige mehlige Masse bilden. Im ersteren Falie wird das Wachs durch Zapon, d. h. dnrch dessen Lösuugsmittel, zunachst gelëst, im zweiten die Masse aufgeschwemmtnach dem Verdansten können beide Arten ihre friihere Gestalt wieder erhalten und das Geprage ihrer Bilder un verandert zeigen. Das Bild kann aber auch infolge der Lösung zerfliessen, theils ganz theils an den Brnehrandern jedcnfalls kann ein unglücklicher Zufall wahrend des Zustandes der Lösung, der verhaltnissmassig lange andauert, unersetzlichen Schaden anstiften. Dickere Siegel werden vom Zapon im gewöhnlichen Verfahren auch nicht ganz infiltriert, sondern es bildet sich nur eine aüssere Schicht. Es wird also nicht mehr erreicht, als mit anderen Mitteln auf rascherem und gefahrlosem Wege. Fiir die Praxis glaube ich daher zur Zeit vor der Behandlung der Siegel mit Zapon warnen zu miissen."

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 6