146 De oplossing van deze vraag van gegarandeerd zapon zou de eerste taak zijn van de door spreker voorgestelde commissie voor de conserveering van archivalia. Zonder deze oplossing kan z. i. niet er aan gedacht worden de invoering van staatswege van de methode van Schill aan te bevelen. (Zooals bekend is, werd deze commissie door de vergadering te Dusseldorp benoemd.) Nu gaat de inleider over tot het bespreken van de methode. Hij stelt voorop, dat hij bij zijne proefnemingen zapon, door Perl gefabriceerd, gebruikt heeft, en dat hij op wezenlijk praktische moeilijkheden in de drie jaren tijds niet gestuit is; alles, wat de methode betreft, heeft Schill reeds zorgvuldig en rijpelijk nagegaan. De door hem in zijne „Anleitung" gegeven aanwijzingen laten echter nog steeds rijkelijk speel ruimte aan het eigen initiatief en dragen min of meer het karakter van het laboratorium-experiment. Ook de toelichtingen van Dr. Posse in zijn werk „Uber Handschriften-Konservierung" missen de gewenschte nauw keurigheid. Daarom is het noodig die methode te kiezendie voor het archiefwezen het doelmatigst, het eenvoudigst en wat niet onderschat moet worden, het goedkoopst is. De proefnemingen hebben spreker geleerd, dat eene algemeene impreg- neeringscampagnedie wel den een of ander voor oogen gezweefd heeft, alleen aan die archieven mogelijk zal zijnwaar bizondere technische hulpkrachten ter beschikking staan. Bij kleinere archieven zal men zich moeten bepalen om bij voorkomende gelegenheidbij onderzoekingen of bij het in gebruik nemen der stukken, naar het zapon te grijpen. Volstrekt noodzakelijk is, dat het hoofd van het archief zelf de methode van het zaponneeren volmaakt meester is. Waar moeilijke ge vallen zich voordoen, zooals het aan elkaar hechten van verscheurd schrift, daar moet hij zelf of een ander voldoend geoefend wetenschap pelijk ambtenaar het werk uitvoeren. De behandeling moet gemodificeerd worden al naarmate wij te doen hebben met perkament of papier, met stukken „in guter Verfassung", zooals Schill het noemt, of met sterk beschadigde, met losse bladen of met boeken. Dr. Sello legt er den nadruk opdat hij geen gebruik maakt van de indompelingsmethode met aanwending van glazen cylinders of glazen schalen. Dat vereischt te veel groote apparaten en te veel zapon is daarom te duur en bovendien te gevaarlijk. Spreker gaat dan letterlijk voort Is het losse bladdat men zaponneeren wilvan tamelijk goede consistentiedan leg ik het met den beschreven kant naar boven op eene tafel van zink uit. Een draadnet van fijne mazen is niet zoo doelmatig; ik heb opgemerkt, dat het gemakkelijk sporen van het drukken achter laat; zuiver, niet- of zwak gelijmd papier, ordinair chloorvrij zijdepapier kan ook als onderlaag dienst doen. Voor ieder gebruik moet de zinken 147 plaat met „Verdunningsvloeistof" van de soms nog aanwezige zapon- resten gezuiverd worden. Nadat het voorwerp van stof, vuil en schimmel voorzichtig gereinigd is, wordt het zapon er over uit gegoten en met een penseel uit elkaar gestreken. Dit uitgieten mag echter niet direct uit de fleschmaar moet door middel van een daartoe geschikt schoteltje gebeuren. Bij papier is in den regel één grondige drenking voldoende. Zuigen enkele plaatsen bijzonder snel het zapon op ze zijn dadelijk door een doffer aanzien kenbaar dan worden deze nog eens door middel van een penseel met zapon bestreken. Perkament moet meestal herhaaldelijk met zapon gedrenkt worden. Wordt het zapon niet meer onmiddellijk opgezogenzoo kan het doel als bereikt beschouwd worden. Nu wordt het stuk door middel van metalen klemmen aan een uitgespannen touw te drogen gehangen. Om bet voor ieder mogelijke beschadiging te vrijwaren, wordt op het dokumentter plaatse waar de klemmen vatten, een strook samengevouwen schoon zijdepapier gelegd. Het versch geprepareerde stuk laat zich gemakkelijk van de zinken plaat of het draadnet losmaken, de papieren onderlaag laat men aan het stuk zitten en pas nadat het geheel en al droog is, wat zeer snel geschiedt, trekt men het er af. In het geval, dat het papier aan het doku ment vastkleeft, weekt men het door middel van de verdunnings vloeistof los. Wil men eene papieroorkonde van zeer zwakke consistentie of waar van de samenhang bedreigd wordt of reeds vernietigd is, zaponneeren, zoo legt men tusschen het bedreigde gedeelte het is gewoonlijk de ran<j en de zinken plaat een overeenkomstig breede strook van vooraf gezaponneerd en weer gedroogd Japansch papier. Ligt alles goed glad, zoo drenkt men ze voorzichtig en rijkelijk door zapon er op te laten druppelendat met een penseel gelijkmatig verdeeld wordt. Door voort durend nadruppelen en het overvloedig verzadigen van het te prepareeren stuk wordt door het doordringende zapon de verbinding van de oorkonde met het daaronder liggende gezaponneerde Japansch papier bewerkstel ligd. Hierop bedekt men het met een tweede strook Japansch papier, strijkt deze glad en laat het geheel hangende drogen. Blijkt hierna, dat de stroken Japansch papier niet overal vastkleven, dan worden deze plekken met zapon met een penseel bijgeholpen. Eventueel kan dit ook met verdunningsvloeistof geschieden. Het op den kant van het schrift geplakte Japansch papier kan men zoo noodig na volledige droging door middel van de verdunningsvloeistof weder verwijderen zonder dat de stevigheid van het preparaat er onder lijdt Is een steviger versterking van den rand van het dokument wenschelijk, zoo kan men in plaats van Japansch papier Hollandsch of soortgelijk papier als onderlaag gebruiken. Deze moet echter van te voren zoo sterk gezaponneerd worden, dat ze na volledige droging aan de oppervlakte zwak glanzig wordt. De be-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 3