212 Door den heer J. G. Meijer jr., secretaris en ontvanger der gemeente Groedeis aan het rijksarchief in Zeeland ten geschenke gegeven eene zeer belangrjjke verzameling stukken betreffende den Wulpenpolder. Deze verzamelingdie o.a. de nagenoeg complete serie polderrekeningen sinds 1719 bevat, is 91 nummers groot, en, zoo het schijnt, afkomstig van den laatsten penningmeester van den in 1797 geïnundeerden en sedert niet weer herdijktea polder. De heer Meijer heeft reeds vroeger blijk gegeven van zijne belang stelling in 's Rijks oude archieven door de schenking van een groot aantal stukkenmeerendeels betrekking hebbende op de gemeente Breskens. Naar aanleiding hiervan is aan den heer Meijer de eeremedaille in zilver toegekend, als blijk van waardeering zijner belangstelling, in 's Rijks wetenschappelijke verzamelingen betoond. Het rijksarchief in Friesland verkreeg door aankoop van den boek handelaar T. Keukens te Nijmegen eene verzameling handschriften en stukken, afkomstig uit den boedel van wijlen Jhr. Mr. M. de Haan Hettema, schrijver over Friesche taal, geschiedenis, rechtsgeleerdheid, genealogie en wapenkunde, en, met Mr. A. van Halmael jr., bewerker van het, in 1846 uitgegeven, „Stamboek van den Frieschen vroegeren en lateren adel". Het meerendeel dezer bescheiden heeft waarschijnlijk vroeger berust in Tjaerda-state te Rinsumageestdie in 1834 is gesloopt. De verzameling bevat in hoofdzaak le. Eenige administratieboeken en stukken, zooals koopbrieven, testamenten, brieven enz., o.a. van de familiën Albada (1558—1586), Aylva (1554 1682), Aytta (1549 1650)Burmania (1595—1748), Camminga (1521 173»)Dekema (1528—1642), Eminga (1573—1728), Goslinga (1532—1592), Humalda (1598—1662), Juckema (1616—1664), Liauckema (1504— 1638), Paffen rode (1616—1661), Sytzema (1596 1674), Tjaerda (1504— 1605) e. a. Hierbij is het origineele testament van Syds Tjaerda, grietman van Dantumadeel, van 1540, waarin deze Tjaerda-state als fideïcommis ver maakt aan zijne wettige afstammelingen. Onder de brieven zijn er eenige van Viglius van Aytta, Aggaeus Albada e. a. Enkele hiervan worden o. a. vermeld in het levensbericht van Aggaeus Albada door M. de Haan Hettema (De Vrije Fries V 313). Vele van deze stukken blijken bij de samenstelling van het „Stam boek" gebruikt te zijn. 2e. Enkele charters betreffende zaken van kerkelijken aard, voorts plakkaten en ordonnantiën van den vorst en den stadhouder en eenige andere stukken, rakende het algemeene landsbestuur en grietenij-besturen van Frièsland. Hierbij zijn o. a. eenige aanschrijvingen en ordonnantiën 213 van den stadhouder van Friesland aan Syds Tjaerda, in zijne kwaliteit van grietman. Bijna al deze stukken dagteekenen uit de 16e eeuw. Verscheidene zijn afgedrukt in het Friesche charterboek. 3e. Enkele rekeningen betreffende het Aytta-gasthuisteSwichum(1792 1795) en eenige brieven en andere stukken aangaande het collegium en de studie-beurzen, door Viglius van Aytta aan de hoogeschool te Leuven gesticht. Meerendeels uit de eerste hell't der 17e eeuw. Voor de Provinciale Bibliotheek van Friesland werd van denzelfden boekhandelaar aangekocht eene collectie aanteekeningen en handschriften, bijna alle door bovengcnoemden heer De Haan Hettema samengesteld en eigenhandig geschreven. Deze betreffen hoofdzakelijk de Friesche, Oud- Noordsche, Gothische en Angelsaksische talen, de Genealogie en de Wapenkunde. Te Rotterdam is eene nieuwe verordening op de rangen en de bezoldiging van het archiefpersoneel ingevoerd, waarvan de beide eerste artikelen luiden: Art. 1. Het personeel van het Archief en de daaraan verbonden Bibliotheek der gemeente Rotterdam is verdeeld in: een archivaris; een of meer adjunct archivarissen; een of meer adjunct-commiezen; klerken 1ste en 2de klasse. Deze ambtenaren zijn aan den Gemeente-secretaris ondergeschikt en worden, wat hunne benoeming betreft, als tot de Secretarie behoorende beschouwd. Art. 2. De bezoldiging bedraagtmin. max. voor den archivaris ƒ2500,— ƒ3500, voor de adjunct-archivarissen 1700,2400,— voor de adjunct-commiezen 1100,1700, voor de le klerken650,1000, voor de 2e -400,600, In December 1902 zijn aan de inteekenaren toegezonden de histo- risch-statistische schetskaarten nrs. 2, 3, 7, li en 16. De nu nog ont brekende kaarten zijn die, waarop behalve een gedeelte van Nederland ook stukken van België en Duitschland zullen voorkomen. Men mag dus hoop koesteren, dat de Nederlandsche commissie, gevolg gevende aan den wenk van dr. Wolfram (zie Archievenblad X blz. 195), met de Bel gische en Duitsche comité's over het gemeenschappelijk bewerken dier grenskaarten in overleg getreden is. Aan het thans verschenen prospectus van het Handboek der Neder landsche palaeographie is als proefplaat toegevoegd eene reproductie van den brief, door de Zeeuwsche gecommitteerden ter Generaliteit aan de Staten gezonden den dag van den op prins Willem I gepleegden moord (10 Juli 1584). Gelijk men weet, is de inteekening op het handboek voor leden der Yereeniging van archivarissen tot verminderden prijs opengesteld tot 1 Juli 1903.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 36