210
In de Memorie van antwoord bericht de Minister aangaande deze
aangelegenheid het volgende
Eeeds voordat het nieuwe Rijksarchiefgebouw te Assen werd gesticht,
is van wege de provincie meermalen de wensch uitgesproken, dat een
gedeelte daarvan beschikbaar zoude worden gesteld ten behoeve van het
provinciaal museum van oudheden. In 1897 verklaarde de toenmalige
ambtsvoorganger van den ondergeteekende zich bereid eenige lokalen voor
dat doel tegen den prijs van f 175 'sjaars aan de provincie te verhuren,
zonder dat daarbij van afstand van archiefstukken werd gesproken. Toen
dus in het vorig jaar het gebouw gereed was, vond de ondergeteekende
geen termen aan de eens gedane toezegging alsnog de nieuwe voorwaarde
te verbinden, dat een zeker aantal archiefstukken, die zich in de ver
zameling van het museum bevinden, aan het Rijksarchief in eigendom
zullen worden afgestaan. Wel heeft de ondergeteekende op dien afstand
aangedrongen, en zelfs zich bereid verklaard, Dm indien tot het afstaan
in eigendom van a 1 de bedoelde stukken mocht worden besloten, den
jaarlijkschen huurprijs nog te verminderen. Gedeputeerde Staten meenden
echter vooralsnog hierop niet te kunnen ingaan. De onderhandelingen
deswege zijn evenwel nog gaande.
Bij eene nota van wijziging werd de omschrijving van art. 176 van
hoofdstuk V der Begrooting aangevuld met de woorden „en kosten van
de commissie van advies voor 's Rijks geschiedkundige publicatiën".
Noch bij de openbare beraadslaging der Tweede Kamer, noch bij
de schriftelijke en mondelinge gedachten wisseling tusschen den Minister
en de Eerste Kamer hebben overigens de artt. 175179 der begrooting
van Binnenlandsche Zaken de aandacht getrokken; zij zijn ongewijzigd
vastgesteld.
Op de 21 October 1902 gehouden vergadering van rijksarchivarissen
was aan de orde de behandeling der vraagWelke maatregelen zijn
aan te bevelen tot opleiding van archiefambtenaren Na eene ampele
beraadslaging werd de wenschelijkheid uitgesproken a dat menom tot
wetenschappelijk archiefambtenaar benoembaar te zijn1°. moet zijn
gepromoveerd op een historisch-juridisch proefschrift in de staats- of
rechtswetenschap, en 2°. moet zijn geslaagd bij een staatsexamen, omvat
tende de archiefwetenschap, de oorkondenleer, de handschriftenkunde en
de tijdrekenkunde, en b dat men tot dat staatsexamen niet wordt toe
gelaten, tenzij men, na den graad van doctorandus in de staats- of
rechtswetenschap te hebben verkregen, gedurende twee jaren aan een
archief praktisch werkzaam is geweest. Dat staatsexamen zou moeten
worden afgenomen door eene door den Minister te benoemen commissie
van archivarissen.
Op de veiling Van EeghenDozyDe Roever, in November 1902
bij R. W. P. de Vries te Amsterdam gehouden, werd voor het Algemeen
Rijksarchief o. a. aangekocht
211
26. Generale Petitiën en daarop gedragen consenten, 15841711
(copie). Elf deelen.
56. „Reeckeninge van de dispencie van de Gecommitteerde van d'Ho:
Mo: Heeren Staten Generael neffens zijne Pr. Extie int leger a° 1622."
71. Tien brieven van Willem Nicupoort1654—1655.
93. Quohier van secrete missiven van staat van Godard Adriaan van
Reede van Amerongen (1675).
120. Drie dossiers vormende het* restant der schriftelijke nalatenschap
van Joh. Goldberg. (Deze nalatenschap werd in drie partijen voor
het Algemeen Rijksarchief verworven. Het grootste gedeelte werd
in 1828 nog bij Goldbergs leven aangekocht. Het Departement
van Binnenlandsche Zaken verkreeg toen mede een gedeelte, dat
in 1859 naar het Rijksarchief werd overgebracht. Een derde
gedeelte kwam in het bezit van Dr. P. Scheltema, en werd door
dezen in 1860 bijna geheel aan het Rijksarchief verkocht. Hij
hield toen eenige brieven van en aan beroemde personen (o.a.
koning Willem 1, Van Iiogendorp, Daendels, Gogel, Kemper,
R. J. SchimmelpenninckDe Stassart, Von Humboldt enz.) terug,
welke thans door het Rijksarchief zijn verworven.)
138, 139. Scheepsjournalen naar de kust van Braziel, St. George del
Mina enz., 1647 '49 en 1667'68.
142. Memorabilia betreffende de O. I. C. (bewindshebbersaanteekeningen).
145. Groote verzameling rapporten van den resident en militair com
mandant van Banjoewangi, Van Zuylen van Nijevelt, adjudant van
generaal De Koek (1821—'24), hoofdzakelijk betreffende Bali en
Banjoewangi.
147. Dagregister van den opperkoopman Pieter Nuyts op de vaart langs
den kust van Guinea, 17061707.
374. Notulen van de admiraliteit te Hoorn, 1676.
372. Achttien ingekomen stukken bij de admiraliteit te Hoorn, 1643—'87.
82. Minuut-missives van de admiraliteit te Hoorn, 1665.
Op dezelfde auctie kocht het rijksarchief in Zeeland eene groote
verzameling stukken omtrent de familie De Huybert aan. In hoofdzaak
is de verzameling afkomstig van Pieter de Huybert, die eerst secretaris,
daarna raadpensionaris van de Staten van Zeeland en eindelijk lid van
den raad van State was. Er bevinden zich vele origineele brieven
aan de Staten van Zeeland bij.
De heer Des Tombevruchtgebruiker van het aan den Staat gelega
teerde archief der ambachtsheerlijkheid Bruinisse, is overleden, en het
archief is naar het rijksdepöt in Zeeland overgebracht.