144 Wanderjahren" veel wonderlijke dingen op dit gebied heeft gezienvaker dan hij mogelijk achtte, vond hij onverschilligheid voor de uiterlijke lot gevallen der archivalia, onverschilligheid, die gepaard ging met technische onbeholpenheid. Ook vroeger kon men met omzichtigheid en geduld vol doende en met vrucht voor het behoud der archivalia zorgen. Maar daartoe werd eene zekere handigheid en een beetje belangstelling voor dusdanige „onwetenschappelijke" werkzaamheden vereischt; natuurljjke gavendie aangeboren moeten zijndaar ze niet geleerd kunnen worden. Thans echter hebben wij in het zapon een middel van zóó grooten eenvoud, dat de archivaris, die het niet toepast, eenen „Kunstfehler" maakt. Na deze korte inleiding gaat spreker over tot de behandeling van het eerste punt zijner interressante mededeelingen over het resultaat, dat de conferentie te Dresden in 1899, waarvan ook wij zulke groote ver wachtingen hadden, feitelijk gehad heeft. Het doel van die conferentie is, zooals wij reeds uit de inleiding konden opmaken, geenszins bereikt. Het bewijs hiervoor vindt Dr. Sello reeds hierin, dat hij persoonlijk groote archieven kent, waar zapon alleen bij name bekend is. Ook kent hij archivarissendie beslist vijandig tegenover het gebruik van zapon staan. Na de groote verwachtingen, opgewekt door de Dresdener bijeenkomst, denkt men onwillekeurig aan de bevestiging van de waarheid der spreuk du sublime au ridicule il n'y a qu'un paswanneer men de volgende mededeeling uit den mond van den spreker verneemt. Een buitenlandsch archivaris kwam in den zomer van het loopeude jaar met aanbeveling van zijn minister naar Duitschland om „die neue Lehre vom Zapon an der Quelle zu studieren"hij bezocht allo mogelijke archieven en technische institutenmaar werd van den een naar den ander gestuurd. Toen hij aan het laatste station kwam (in dezen Olden burg) „war ihm die wichtigste Besonderheid des Ver- fahrens, die Verwendung des Zapons selbst als Klebstoff unbekannt." Ook de regeeringen bleven in gebreke. Zij deden of niets of lieten het bij de toezending der Dresdener akten en protocollen aan de betrokken archivarissen ter kennisneming. De zaak was van staatswege dood. Ieder archivaris voor zich moest maar uitmaken, of hij zich verder voor zapon interesseeren wilde ja dan neen. Maar hierbij mag het Diet blijven. Want niet alleen voor de archieven, maar ook voor tal van andere regeeringslichamen en openbare instellingen is deze kwestie van het grootste belang. Heeft het zaponvraagstuk voor deze laatsten alleen een zuiver praktisch doel, voor ons archivarissen zijn hoogere belangen in het spel. „Es gilt für uns die Erhaltung der schriftlichen Denkmaler unserer vaterlandischen Geschichte. Sie hat qualitativ dieselbe Bedeutung wie die Konservierung der Bau- und Kunstdenkmaler. Sie hat aber den 145 Yortheil vor dieser voraus, dass sie erheblich einfacher und wohlfeiler zu erreichen ist." Yoor eene eereplicht van de Dusseldorper archivarissen-vergadering houdt Dr. Sello het te streven naar maatregelen in den geest van het eerste deel van het Dresdener besluit, d. w. z. te streven naar het op nemen van de methode van Dr. Schill in het van regeeringswege vast gestelde werkplan. Zijns inziens is noodzakelijk de vorming van een permanente commissie uit de vergadering van archivarissen tot conser veering van oorkonden; eene commissie, die allereerst de zaponkwestie onder handen zou moeten nemen. Maar alvorens stappen gedaan kunnen worden tot het invoeren van de conserveeringsmethode van Schill van staatswege, moeten eerst andere vragen opgelost worden. De meest brandende is, dat men de garantie verkrijgt het echte zapon te gebruiken. Het recept van het echte zapon is ons allen bekend. Maar het heeft zijn eigenaardige bezwaren zelf zijn eigen zapon te be reiden. Voor de algemeene invoering van deze impregneeringsmethode is een noodzakelijk vereischte, dat echt zapon zonder schadelijke bestand- deelen door den handel verkrijgbaar wordt gesteld. Dat is nu op verre na niet het geval. Dr. Sello vermeldt, dat hij zapon heeft gebruikt, dat stoffen bevatte, die tot het goede gebruik niets toededen, maar wel de brandbaarheid verhoogden, en meer dergelijke dingen. Zelfs het archief- zapon van Perl Co. bevat volgens Schill zelf bestanddeelen, die wij niet kennen en later zijn door dezelfden weer nieuwe zaponsoorten inge voerd met andere evenmin bekende toevoegsels. Dr. Sello zag b.v. in het Museum te Berlijn archiefzapon, door Perl Co. geleverd, dat zuur reageerde. Behalve gegarandeerd zapon moeten wij ook gegarandeerd onschadelijke verdunningsvloeistof hebben. Want ook hiervan zijn de meest verschil lende preparaten in omloopen ook dat door Perl geleverde bevat wederom bestanddeelen, die wij niet kennen. Tot het verkrijgen van deze deside- randa ligt slechts een weg openen wel volgens Dr. Sello dat de in de zaponkwestie zoo verdienstelijke Oberstabsarzt Dr. Schill eene formule opstelde voor niet donker wordend, snel verdampend, elas tisch, de gezondheid niet schadend, zoo weinig mogelijk brandbaar archiefzapon, eventueel dat de door den Archivtag be noemde commissie deze formule op andere wijze zocht te verkrijgen. De fabri kanten zouden dan hun fabrikaat volgens dit recept moeten bereidenaan de afnemers de samenstelling bekend maken en de archivarissen zouden ver plicht wezen geen ander dan volgens dit voorschrift bereid zapon te gebruiken. Mocht het hygienisch-chemisch laboratorium van het ministerie van oorlog te Dresdenwaarvan Schill aan het hoofd staatbezwaar maken deze moeiten op zich te nemenzoo zou misschien het onder het pruisische kultus- ministerie ressorteerende chemisch-technisch proefstation of het chemische laboratorium van de Koninkl. Musea te Berlijn deze taak op zich willen nemen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 2