162
zijn, na serieuse overweeging, van gedagten, dat dit, vooral ten aanzien
van de doop-, trouw- en acteboeken der kerkenraads, een stuk van zoo
veel belang is, dat het zelve niet alleen de attentie van deeze vergaderinge
overwaardig is, maar dat men niet te zorgvuldig zijn kan, om de efflca-
cieuste middelen uit te denken en werkstellig te maaken, dat voor der-
zelver bewaaring op alle mogelijke wijze worde gezorgd, nadien hiervan
ten aanzien van de acteboeken, in ontstaane verschillen het behoud of
verlies van zekere rechten der kerkenraaden alleen kunnen afhangen, gelijk
nog onlangs in het geval te Biervliet gebleeken iswaar men tegen de
sustenue van den Magistraat alleen uit dezelve heeft kunnen aanwijzen,
dat het praesidie in de Coll. qualif. niet door den burgermeester, maar
altijd door den predikant is waargenoomen, terwijl de belangrijkste pro
cessen over erffenisse, wie tot dezelve al of niet gerechtigd zijn, in veele
gevallen alleen door extracten uit de doop en trouwregisters kunnen
beslist worden. Wie dit in aanmerking neemt, en tevens overweegt, hoe
weinig oplettenheid en naauwkeurigheid, en in het opteekenen, en in het
bewaaren van deeze boeken in zommige gemeenten plaats heeft, die zal,
vertrouwen wij, met gecommitteerden van oordeel zijn, dat het meer dan
tijd is, om op dit stuk ernstig bedagt te zijn, en dat dus in de eerste
plaats onze mede gedeputeerden Ds. Schelvisvanger, die het de vergaderinge
onder de aandagt heeft gebracht, voor zijne attentie in deeze behoorde
bedankt te worden.
Voorts neemen gecommitteerden de vrijheid, om deeze vergadering
in overweeging te geven, of het niet dienstig zoude zijn, ter bereyking
van 't voorgestelde doel, ten aanzien van de boeken, die reeds voorhanden
zijn, vooreerst, dat door den Scriba Classis aan alle de kreitsen wierde
aangeschreven dat de predikant of predikanten met de kerkenraaden, elk
in zijne gemeente eene naauwkeurige lijst opmaakte van de acte, doop en
trouw-boeken, waarbij men die der ledemaaten zoude kunnen voegen, op
welke lijst eene juiste opgave zoude moeten gevonden worden, wanneer
de gementioneerde boeken een aanvang neemen, hoe veelen van ieder,
en in aantal; in hoe verre dezelve volledig, en in hoe ver die gebrekkig
zijn, en of er uit bijzondere aanteekeningen of papieren ook eenige mo
gelijkheid zoude zijn, om het gebrekkige in dezelve gedeeltelijk of vol
komen te herstellenten tweede, dat elk predikant of gedeputeerde uit
den kerkenraad deze lijsten binnen den tijd van twee maanden zoude
moeten brengen in eene daartoe te beleggene vergadering der kreits, waar
toe hij behoorde, ten einde ieder kreits twee gedeputeerden uit haar
midden verkoos, om naauwkeurig ondersoek naar de echtheid van deeze lijsten
te doen, en vooral omtrent het gebrekkige, dat onverhoopt ten aanzien
van zommigen der gementioneerde boeken mochte plaats hebben, of er
geene moogelijkheid tot herstel zoude zijn, ten derden, dat elke kreits, twee
maanden laater, de lijsten van ieder gemeente onder dezelve, met een
behoorlijk bericht van haar bevind van zaaken ter classicale tafel zouden
163
moeten brengen, opdat deze of in haare vergadering of door eene com
missie dat een en ander op rapport aan dezelve nader onderzogt en daar
over verder delibereerde.
En wat nu betreft de zorg, die voor het vervolg diend genomen te
worden, zoo voor de bewaaring der gementioneerde boeken, als dat met
de vereischte naauwkeurigheid de aanteekeningen in dezelve geschieden,
zouden gecommitteerden salvo meliori van gedagten zijn, vooreerst, dat
in alle gemeenten waar zulks geen plaats heeft door de schoolmeester van
de doop- en trouwboeken naauwkeurig contraboek werden gehouden, met
bewaaricg van de doopbriefjes en die der ondertrouwen ten tweeden, dat
elke kreits vervolgens jaarlijks twee gedeputeerden uit haar midden com
mitteerde, ten einde om in de gemeentens, die tot dezelve behooren, de
origineele doop en trouwboeken, welke door den predikant, of wel in
steeden, door een derzelver gehouden worden, met de contraboeken van
den schoolmeesters en de doop- en trouwboeken naauwkeurig te collati-
oneeren: zoo zulks namelijk niet door eene commissie, op last der ker
kenraaden geschied, en dat deeze gedeputeerden dan tevens de lijst der
kerkenboeken met de kerkeboeken zelve vergelijken, en ten aanzien van
de acteboeken, in den kerkenraad onderzoek doen, of er van het voor
gevallene in denzelven wel naauwkeurige aanteekening geschied, en van
de ingeschrevene notulen behoorlijk resumtie gedaan werde. Ten derden
dat deze gedeputeerden van hun bevind van zaaken, jaarlijks op eenen
bepaalden tijd, aan hunne kreitsen, en deeze op eene te bepaalene verga
dering aan de E. classis naauwkeurig rapport doen.
En eindelijk geven gecommitteerden in overweeging of het niet nuttig
en noodig zijn zoude, wanneer op dit onderwerp, betrekkelijk de doop-
en trouwboeken, door deze E. vergadering een behoorlijk plan in order
zoude ontworpen zijn, daarvan aan den Heere Raadpensionaris kennis
te geven, en met Z. H. Ed. Gestr. te raadpleegen of 't zelve niet ter tafel
van H. Ed. Mog. de Heeren Staaten zoude behooren gebragt te worden,
deels opdat aan het besluyt der classis in dezen ter uitvoering meerdere
kracht werden bijgezet, deels opdat zulk een plan algemeen, ook in de
overige classis, over de gantsche Provincie mochte ingevoerd worden.
Hiermede denken gecommitteerden aan den hun opgelegden last vol
daan te hebben, en leggen dit hun praeadvis in de schoot dezer verga
dering neder, beveelen het aan derzelver ernstige deliberatien aan, terwijl
zij de eer hebben onder heilbede zich met de meeste hoogachting te noemen,
Wel Eerwaarde Heeren!
UWEerw. ootmoedige dienaren en medebroeders,
(get.) A. Drijfhout.
S. E. Clinge.
G. Schelvisvanger.
(Register der Handelingen van den kerkenraad te Sas van Gent,
beginnende met den jaare 1769 tot 21 Eebr. (26 Aug.) 1815.)