140 In het Koloniaal verslag over 1902 leest men het volgende: „Het inventariseeren van de nog onbeschreven stukken in het Iands- aichief (oud-archief) te Weltevreden welke instelling in 1901 o. a. verrijkt werd met het door het Bestuur van de Straits-Settlements welwillend afgestaan oud-kerkelijk archief van Malakka - wordt geregeld voortgezet. „Bij Gouv. Bt, 7 Aug. 1901 no. I zijn de hoofden van algemeen bestuur gemachtigd om, onder zekere voorwaarden, aan belangstellenden te vergunnen afschriften te maken van de tot het archief van hun departement behoorende bescheiden van zuiver wetenschappelijken aard, of hun daaruit extracten te verleenen." Voorts wordt melding gemaakt van de verschijning van vier jaar gangen van het Daghregister gehouden in 't casteel Batavia" f1643 1644, 1673 en 1674). In den nacht van 2 op 3 October 1902 werd het gemeentearchief van Grave grootendeels door brand vernield. Nadere bijzonderheden omtrent deze ramp vindt men vermeld in de rubriek Kleinere bijdragen. Bij de behandeling der begrooting in den gemeenteraad van 's-Gravenhage wees de heer Dolk er op, dat de heer Servaas van Rooijen sinds 18 jaren maar voortdurend tijdelijk archivaris is op 600, en sprak hij met veront waardiging over de ergerlijke wijze, waarop daar ter stede het archief is geborgen. Die onverantwoordelijke toestand kan zoo niet langer blijven, zeide spr.van Burgemeester en Wethouders toezegging vragende van voorstellen omtrent het archief en den archivaris. De Burgemeester antwoordde, niet te weten hoe Burgemeester en Wethouders er over denkenen dus geene toezegging te kunnen doen. De heer Dolk, erkennende, dat hij thans met zijn bezwaar te laat kwam, berustte voor 'toogenblik in dit antwoord. hedert zijn in deze aangelegenheid twee adressen aan den gemeenteraad gezonden, het eene onderteekend door den heer F. de Bas, als voorzitter van „Die Haghe", en 23, het andere door jhr! L. Wichers en 14 anderen. De gemeenteraad van Amersfoort heeft op voorstel van Burgemeester en Wethouders zonder hoofdelijke stemming aan den heer J. L. H. de Jong van Schouwenburg, waarnemend adjunct-archivaris, eene jaarlijksche toelage van ƒ200.-, ingaande 1 Januari 1903, toegekend. Daarentegen is het voorste] om het salaris van den waarnemenden gemeentearchivaris dr. H. J. Reynders met ƒ100.— te verhoogeu en dus op ƒ300.- te brengen, met 9 tegen 8 stemmen verworpen. In het debat, dat aan die beslissing voorafging, werd door de voorstanders der verhooging gewezen op den pver en de bekwaamheid van den archivaris, die met het bewerken van den catalogus nagenoeg gereed is, terwijl de tegenstanders er op wezen, dat de archivaris geene verhoogiug had aangevraagd en zijne werkzaam- 141 heden nu verlicht worden door de aanstelling van een adjunct-archivaris (die echter ook werkzaamheden voor de secretarie verricht) Blijkens mededeeling van de redactie van het Maandblad de Paleograaf is de uitgave van den 2en jaargang tot nadere aankondiging uitgesteld. Dezer dagen verschijnt het prospectus van het Handboek der Neder- landsche palaeographie. Na de aanleiding tot het bewerken van zulk een handboek te hebben medegedeeldwijst de commissie op de moeilijk heden van de taak die haar wacht De eerste moeilijkheid is wel deze, dat tot heden geen enkel werk over Nederlandsche palaeographie verschenen is, dat de commissie tot leiddraad of voorbeeld zou kunnen strekken. De werken van Koning en Houtman zijn geheel verouderd en waardeloos geworden. Maar juist het feit, dat geen enkel werk bestaat, dat eenigszins aan de bestaande behoefte voldoet, gaf de commissie den moed om zich niet te onttrekken aan eene onderneming, die bedoelt in eene merkbare leemte te voorzien. Zij vertrouwt, dat, waar zij geheel nieuwe banen heeft te betreden, haar werk zal worden beoordeeld met de verschooning, waarop het bezwaarlijke van zulk eene onderneming aanspraak geeft. Eene tweede moeilijkheid is gelegen in den uiteenloopenden aard van het publiek, tot wie het werk zich richt. Want hoewel het oorspronkelijk denkbeeld ten doel had uitsluitend eene handleiding voor gemeentesecretarissen te ontwerpen, begrepen de beide vereenigingen al spoedig, dat het wenschelijk was den kring der lezers zooveel mogelijk te verwijden. Zij, die zich voor archivaris willen bekwamen, hebben in de allereerste plaats behoefte aan een werk, waarin zij het oude schrift kunnen leeren lezen en ontcijferen. Maar niet minder noodig is de kennis van het oude schrift voor predikanten en geestelijken, wien het bewaren der kerkelijke archieven is opgedragen en van wie men zoo gaarne bijdragen op kerkhistorisch gebied ontvangt. En zij, die den graad van doctor in de Neder landsche letteren willen verwerven en geroepen worden tot het uitgeven van middelnederlandsche handschriften, de bibliothecarissen, die deze handschriften hebben te bewaren en te beschrijven, ambtenaren aan musea, penningkundigen enz. hebben zeker niet minder behoefte aan de kennis van het oude schrift als de gemeente secretarissen. Maar wel is de kennis, die zij noodig hebben van een anderen aard, als die, welke de gemeentesecretarissen, de predikanten en de archivarissen behoeven. Hand schriften van letterkundigen aard zijn in den regel eenigszins anders geschreven als die, welke van kanselarijen of griffiën afkomstig zijn. Evenzoo hebben de archivarissen behoefte aan een grondiger kennis van het oude letterschrift ook der vroegste tijden, dan de predikanten, wier archieven eerst van de hervorming da teeren. De uitgave van afzonderlijke werken voor die verschillende categorieën van personen was echter uit den aard der zaak onmogelijk, reeds ten gevolge van de kostbaarheid der reproduetiën, die zulk eene uitgave behooren te vergezellen. De commissie zal dus trachten haar handboek zoodanig in te richten, dat het zoowel door archivarissen en beoefenaars van het middelnederlandsch als door secretarissen en predikanten met vrucht kan worden geraadpleegd. De een zal wel eens eene opmerking vinden, die hem wat elementair lijkt, en de ander wel eens een passage

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 32