80 beriep de heer Van Meurs zich hier niet gelijk in het geval der oude gemeentearchieven hierop, dat de betreffende stukken onafscheidelijk verbonden zijn met de reeds naar de depots overgebrachte rechterlijke stukken; integendeel uitdrukkelijk constateerde hij, dat het meerendeel dier registers van kerkelijken oorsprong was en nooit deel had uitgemaakt van het oude schepenarchief. Zijn wensch om die stukken naar de rijks- depóts te zien overgebracht steunde uitsluitend op de overweging, dat de bewaring dier belangrijke documenten aan de gemeentebesturen niet veilig kan worden toevertrouwd. Terecht heeft dan ook in de vergadering, dezen zomer te Groningen gehoudende voorzitter deze zaakals niet behoorende tot het oorspronkelijke voorstel maar iets geheel anders bedoelende, buiten het debat gehouden, zoodat de Yereeniging van archivarissen zich daarover ook niet heeft uitgesproken. Toch schijnt het niet ongewenscht deze zaak nader onder de oogen te zien. Gaan wij daartoe in de eerste plaats het ontstaan en de lotgevallen der bedoelde kerkelijke registers na. In de Hervormde kerk is het doopen der kinderenhet sluiten der huwelijken, gelijk het bevestigen der lidmaten en het toelaten der gemeente tot het nachtmaal, wel is waar de taak van den predikant, maar deze is tot die verrichtingen niet uit eigen hoofde gerechtigd. De kerkeraad is eigenlijk de autoriteitdie de kinderen en de aannemelingen aan de gemeente verbindt, den band des huwelijks ten overstaan der gemeente legt enz.de predikant is slechts het orgaan van den kerkeraaden wordt daarom in die verschillende functiën door twee of meer leden van dat lichaam bijgestaan. Het toedienen van den doophet sluiten van een huwelijk zijn dus eigenlijk handelingen van den kerkeraaden het is dan ook geen wonder, dat zij oorspronkelijk in de aktenboeken tusschen de andere kerkeraadsbesluiten werden vermeld. Maar naarmate de werk zaamheden van den kerkeraad zich uitbreidden en de werking der kerkelijke instellingen regelmatiger werdontstond de behoefte om de aauteekeningen omtrent het doopen en het trouwengelijk die omtrent het bevestigen van lidmaten en de lijsten der avondmaalgangersin afzonderlijke registers op te teekenen en ze niet langer in de aktenboeken tusschen de notulen van den kerkeraad verstrooid te laten staan. Dat was de oorsprong der doopboeken en der trouwboeken. Het spreekt wel van zelf, dat die splitsing niet overal tegelijk plaats greepdat men in sommige gemeenten dadelijk zelfstandige doop- en trouwregisters aanlegde, in andere veel later, dat men dikwijls voor de aanteekeningen omtrent trouwen en doopen geene bijzondere boeken in gebruik nammaar die aanteekeningen aan het einde van het aktenboek opnam of in een zelfde boek aan de eene zijde met het doop- of trouwregister aan de andere zijde met eene lijst der lidmaten begon. Wie zich de moeite wil geven het overzicht van 81 den inhoud van de oude archieven der Hervormde kerken in Zeeland op te slaan, zal telkens voorbeelden van die combinatiën vinden3), waaruit hem blijken zaldat het verband tusschen de oude doop- en trouwboeken eenerzijds en de aktenboeken en andere registers, die thans nog deel uitmaken van de kerkeraadsarchievenanderzijds precies even nauw is als dat, wat er, gelijk de heer Van Meurs heeft aangetoond, bestaat tusschen de administratieve en de rechterlijke bescheiden die van hetzelfde schepencollege afkomstig zijn. Eenigszins anders is het gelegen met de dood- of begraafboeken. Toen het nog de gewoonte was in of in de onmid 'ellijke nabijheid van de kerken te begravenwas voor elke begrafenis een zeker recht aan de kerk verschuldigd. Dat recht werd betaald aan den koster, die de opbrengst weder aan het kerkbestuur afdroeg. Ten dienste van zijne administratie hield de koster nu registers, waarin hij aanteekende, wie begraven waren, en soms ook opgaf, welke rechten daarvoor waren betaald. In den regel zijn die aanteekeningen omtrent het begraven in een afzonderlijk register geschreven; waar het echter kleine gemeenten betreft, komt het ook wel voor, dat zij in hetzelfde register zijn opgenomen, dat tevens als doop- of trouwboek dienst deed3). In de andere kerkgenootschappen was de regeling dezelfde alleen met dien verstandedat de Catholieke kerk geene kerkeraden en dus ook geene aktenboeken van kerkeraden kent. Hier was dus het doopen trouwen enz. de taak van den parochiegeestelijke als zoodanigen hem was gelast die door hem verrichte plechtigheden in doop- en trouwboeken aan te teekenen.4) Kort na de invoering van den burgerlijken stand is last gegeven de doop-, trouw- en begrafenisboeken naar de mairieën over te brengen. De tenuitvoerlegging van dat bevel heeft wel in hoofdzaak overal plaats gegrepen, maar hetzij onwil, hetzij onverstand is de oorzaak geweest, dat tal van registers onder de kerkelijke autoriteiten zijn blijven berusten. In mijn bovenaangehaald Overzicht komen verscheidene doop-, trouw- en begraafboeken voor, die nog door de kerkeraden en de kerkvoogdijen Verslagen omtrent 's rijks oude archieven XIX blz. 303 vlg. J) Zie b.v. Grijpskerke no. 1 Biggekerke no. 1 en 2; Middelburg (Eng. kerk) no. 8; Ouwerkerk no 1; 's-Heer-Jansland no. 1; Ierseke no. 2; YVemeldinge no. 2. Zie ook Vorster.man van Oven. De oude kerkregisters passim. z) Zie b.v. Vorsterjian van Oven. a.w. onder Aduard, Akersloot, Amstenrade enz. 4) In het door het concilie van Trente uitgevaardigde decretum de reformatione matrimonii (zie Kichter— Schulte. Canones et decreta concilii Tridentini blz. 217 en 218).

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 2