132 De directeur stelde o.a. een onderzoek in te Wiesbaden in bet „Königliches Staatsarchiv" en te Weiiburg in het Huisarchief van den Groothertog van Luxemburg naar de verrichtingen van de Nassausche troepen in Nederlandschen dienst in 1815. Yolgens mededeeling van den General-Director der Preuszischen Staats- archive" berusten ook in die archievenvooral in het „Königliches Geheimes Staatsarchiv" te Berlijn, vele stukken, belangrijk voorde Nederlandsche krijgsgeschiedenis. Vermelding der aanwinsten. Gebruikmaking van het archief. Als Bijlagen: le. Stand der krijgsgeschiedkundige nasporingen op 1 October 19012e Aanwinsten. Wenken voor het bewerken der Schetskaarten voor Histo- risch-Statische liggers, uitgegeven door de Centrale Commissie voor de Historisch-Statistische kaarten in Nederland. Zwolle, De Erven J. J. Tijl. Dit werkje is uitgegeven om éénvormigheid te verkrijgen bij het invullen der schetskaarten tot liggers, niet alleen voor Neder land, maar voor geheel Europa. Te dien einde heeft dan ook „overleg met het buitenland" reeds plaats gehad. Verder wordt verwezen naar de Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap dl. XXI bl. XLV en naar de circulaire van de centrale commissiedie achterin als bijlage is afgedrukt. Na de „wenken" volgt een opgave der teekens met eene lijst hiervan aan het slot. Ook bevat het werkje eene lijst van liggers „om een denkbeeld te geven welke onderwerpen in kaart gebracht kunnen worden". Henri van Neuss. Inventaire sommaire des Archives de l'état a Hasselt. Bruxelles, E. Guyot, Rue Pachéco 12, 1901. Dit is het eerste deel dat verschijnt van de summiere inven tarissen van Belgische rijksarchiefdepótswier uitgave van rijkswege op touw is gezet. Uit de inleiding het volgendeHet depót voor Limburg, te Hasselt, werd in 1869 opgericht. De tegenwoordige Belgische provincie Limburg omvat het grootste gedeelte van het graafschap Loon en verder eenige enclavesdie vroeger behoorden aan den bisschop van Luikhet kapittel van Sint Servaas te Maastricht, den hertog van Gulilc, den hertog van Brabant e. a. Daarentegen maken sommige strekendie vroeger onder dat graaf schap ressorteerden, nu deel uit van andere Belgische provinciën, terwijl ook eenige thans tot Noord-Brabant en Nederlandsch Limburg behooren. Het depót te Hasselt bevat in de eerste plaats de rech terlijke archieven, die verreweg het grootste contingent leveren. Verder berusten er de protocollen van 192 notarissen, waarvan de 133 oudste akten tot 1559 opklimmen, de archieven van oude geestelijke instellingen (abdij van Sint Truien, adellijk kapittel van Munster- bilsen, Cisterciënser abdij van Herckenrode e. a.), administratieve stukken van eenige gemeenten (rekeningen enz.) en de archieven der godshuizen van Hasselt. Onder de laatste rubriek: „stukken betreffende Nederlandsch Limburg" valt in het oog een cartularium van het kapittel van Sint Servaas, 1051 1603. Bibliothèque de l'école des chartes. LXII Livr. 5 en 6. Paris. Alphonse Picard et fils 1901. Bl. 510 vlg. van dit tijdschrift geeft René Giard de regesten van 44 diplomata van de koningen van Aquitanië Pepin I en Pepin II (816—848). Eerlang hoopt hij ze „in extenso" uit te geven. Le Bibliographe moderne. JanvierAoutl902. Paris, Rue Gay Lussac 38. Hierin geeft A. Roserot het eerste gedeelte van zijn inventaris der koninklijke aktendie berusten in de archieven van „La Haute Marne". In eene korte inleiding vermeldt hij eenige bijzonderheden betreffende deze archieven. Ze zijn niet zeer omvangrijk, maar bevatten stukken van groote historische waarde, o.a. eene zeldzame collectie van 20 origineele karolingische diplomata (814—967), waarvan verscheidene de zegels bewaard hebbeneen gelijk getal kleine origineele karolingische charters (851-973) en het belangrijke cartularium van Montier-en-Der, dat waarschijnlijk van de eerste helft van de 12de eeuw dateert, en waarvan de oudste oorkonden opklimmen tot den Merovingischen tijd. Vele van deze dokumenten zijn reeds gedrukt, maar nog lang niet al de belangrijke zijn aan het licht gebracht. Pacsimilé's van de monogrammen van Hendrik I en van Lodewijk VII en van het zegel, dat Pilips de Schoone vóór zijne troonsbeklimming gebruikte, zijn in den tekst opgenomen. Op bl. 175 vlg. drukt Henri Stein den inventaris af, dien Pierre d'Oriolekanselier van Frankrijkop last van Lodewijk XI in 1474 vervaardigde van de koninklijke archieven, berustende op het kasteel van Plessis-lez-Tours. Verder geeft op bl. 233 vlg. de predikant E. Bourlier een zeer belangrijk overzicht van het tot stand komen van de „Bibliothèque Wallonne" te Leiden, met toestemming van den schrijver overge nomen uit het „Bulletin de la commission de l'histore des églises Wallonnes" en reeds vroeger in het Archievenblad (1900/1 blz. 156) besproken.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 28