114 De meerderheid der Commissie, ingenomen met het doel van dit Reglement, heeft echter bezwaar, U de aanneming daarvan aan te raden wegens de kosten, die de uitvoering van het daarin voorgestelde met zich zou brengen en waartegen door de Kerk bezwaar zou kunnen gemaakt worden. De minderheid deelt dit bezwaar niet en zou wenschen, dat het aan het oordeel der Kerk onderworpen werd, waarom hij de aanneming meent te moeten aanbevelen. Mocht het Reglement door U verworpen worden, dan stelt de Commissie U voor, de aanvullingen van het Reglement op de Kerkeraden enz. door haar medelid Dr. G. A. Hulsebos ontworpen en door haar eenigszins gewijzigd en aangevuld aan te nemen, omdat daardoor eene schrede in de goede richting, behoud der archieven, zou gedaan worden. Wat het voorstel van den heer W. Margadant aangaat, de Com missie acht het voldoende, dienaangaande te verklaren, dat er goede denkbeelden in voorkomen, doch dat zij de opzettelijke behandeling van het voorstel voor het oogenblik moet ontraden, omdat door de veelheid der voorstellen allicht verwarring zou kunnen ontstaan. G. A. Hulsebos. W. Schuurman. P. Romijn. De heer Dr. Offerhaus waardeert de bedoelingen, die het Regle ment wil trachten te bereiken, maar moet zich bij het advies der meer derheid voegen, omdat de gelden moeielijk zullen worden gevonden. Zij zouden uit de Algemeene Kas bestreden moeten worden, maar daar zijn te groote bezwaren tegen. En hij acht het lot van de Generale Kas zoo onzeker, dat hij niet gemakkelijk zou kunnen besluiten hierop een beroep te doen. Daarom stelt hij deze motie van orde voor Motie van Orde. De Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk, met dankbare waardeering kennis genomen hebbende van het concept-Reglement op de bewaring en het gebruik van de kerkelijke archieven, door Uwe Commissie ad hoe haar ter voorloopige aanneming aanbevolen; Overwegende, dat de uitvoering van de daarin opgenomen bepalingen zeer belangrijke kosten zal veroorzaken Overwegende, dat in Art. 8 van het concept-Reglement omtrent deze kosten alleen wordt gezegd, dat zij zullen gedragen worden door de Nederlandsche Hervormde Kerk, zonder nadere aanwijzing van het Fonds, of van de Kas, waaruit die gelden genomen zullen worden Overwegende, dat hiervoor allereerst in aanmerking zou komen het 115 Reglement op de kosten voor het Bestuur der Nederlandsche Hervormde Kerk; en dat de staat van de Algemeene Kas niet vau dien aard mag geacht worden, dat zonder bezwaren daaruit de kosten zouden kunnen worden gekweten Overwegende, dat de staat van de Generale Kas vooralsnog te on zeker is om te kunnen vertrouwendat belangrijke kosten voor de bewaring der Archieven daaruit zouden kunnen worden gekweten; Overwegende, dat toch het punt der kosten voldoende moet zijn overwogen, voordat dit concept, al of niet gewijzigdaan de consideratiën der Provinciale Kerkbesturen en van de Classicale Vergaderingen kan worden aangeboden Overwegende, dat de tijd voor de zittingen der Synode dezes jaars be schikbaar grootendeels is verstreken Schorst de beraadslagingen over het aangeboden concept-Reglement; Besluit dat concept-Reglement met al de bijbehoorende stukken bij de Algemeene Synodale Commissie over te brengen, ten einde: 1°. te overwegen: uit welk Fonds de noodige kosten voor de uit voering van eventuëele bepalingen omtrent de bewaring en het gebruik van de kerkelijke Archieven zullen worden genomen; 2°. bepalingen daaromtrent en omtrent de regeling dier kosten in het concept-Reglement op te nemen en 3°. om het resultaat van hunne overwegingen in een aangevuld en overigens al of niet gewijzigd concept-Reglement aan de Synode des volgenden jaars aan te bieden. J. Offerhaus Lzn. De heer Dr. Cannegieter sluit zich in hoofdzaken bij het gegeven praeadvies aan. Hij acht de zaak der archieven hoogst belangrijk en waardeert ook wat deze Commissie gedaan heeftomdat zij een weg heeft moeten banen en dat brengt steeds groote moeilijkheden met zich mede. Maar juist om de waarde der zaak en de verdienstelijkheid van den arbeid der Commissie, zou hij dit ontwerp-Reglement, dat zooveel belangrijke bestanddeelen bevat, aan een nauwkeurige overweging willen onderwerpen. Hij vindt dezen arbeid zeer verdienstelijk, maar als avant-projet. Welke taak zal de archivaris hebben te vervullen Waar zijn de grenzen van het oppertoezicht? Dit is niet duidelijk. Ook is niet duidelijk wat Art. 2 van hem vordert. Het is te facultatief. Bedoelt Art. 3 een centraal- depót voor ieder provinciaal ressort, of kunnen er ook Classicale depots zijn? Art. 4 doet de vraag stellen, wie moet den inventaris opmaken? Hij zou meenen de archivaris zelf; maar in de ontwerp-instructie wordt daar anders over gesproken. Zou met dit Reglement bereikt worden wat men zoeken moet: eenheid in de bewaring der kerkelijke archieven? Er

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 19