110
Art. 7. De kerkelijke archivaris wordt aangesteld door en ontvangt
zijn instructie van de Algemeene Synode.
Art. 8. De uitgaven, welke de uitvoering van dit Reglement met
zich brengt, worden gedragen door de Nederlandsche Hervormde Kerk.
Ontwerp-Instructie voor den kerkelijken
Archivaris.
Art. 1. De archivaris der Nederlandsche Hervormde Kerk moet
lidmaat zijn der Kerk, en in 't archiefwezen ervaren.
Art. 2. Waar zulks nog niet naar belmoren is geschied, zorgt de
archivaris voor het maken van een inventaris van de stukken in de ker
kelijke Archieven aanwezig, en beslist, welke belangrijk genoeg mogen
geacht worden, om ze tegen schade en vervreemding te bewaren.
Art. 8. De archivaris beslist, of de Kerkeraden en de andere Be
sturen voor de bewaring van hun Archief de noodige zorgdragen. Schieten
zij hierin te kort, dan geeft hij hiervan kennis aan het in rang opklimmend
Bestuur, dat zich beijvert het te loor gaan van belangrijke stukken te
voorkomen.
Art. 4. De archivaris is de Synode behulpzaam bij het inrichten
van de Claseicale en Provinciale Depots, en betracht daarbij, zooveel met
het belang der zaak bestaanbaar is, de grootste spaarzaamheid.
Art. 5. De archivaris vangt zijn onderzoek aan, naar aanwijzigingen
hem door de Synode gegevenen is gehouden elk bijzonder onderzoek
in te stellendat hem door de Synode of Synodale Commissie wordt
opgedragen.
Art. 6. Zooveel de tijd het toelaat, bewerkt de archivaris of laat
hij bewerken een wetenschappelijken catalogus van de stukken in de
Classicale en Provinciale depots aanwezig. Deze catalogi worden ter
gelegener tijd gedrukt.
Art. 7. Uit deze depots worden geen stukken ter raadpleging verstrekt
dan op aanvrage aan en met toestemming van den kerkelijken archivaris.
Art. 8. De kerkelijke archivaris zendt jaarlijks aan de Algemeene
Synodale Commissie vóór haar voorjaarszitting een verslag van zijn werk
zaamheden tot 1 April van het loopend jaar. De Synodale Commissie
brengt dit verslag over bij de Synode.
Art. 9. Hij geeft verder aan de Synode en de Synodale Commissie
de door haar gewenschte inlichtingen aangaande de kerkelijke Archieven
en doet aan haar alle zoodanige voorstellenals welke hij in het belang
der Archieven noodig acht.
Art. 10. De aanstelling van den kerkelijken archivaris geschiedt
voor den tijd van 5 jaren, en kan na verloop van dien tijd worden
vernieuwd. Wenscht hij zijn betrekking neer te leggen, dan geeft hij
111
daarvan minstens drie maanden te voren kennis aan den Secretaris der
Algemeene Synode.
De Synode behoudt zich van hare zijde de vrijheid voor, den archivaris
een ongevraagd ontslag te verleenen.
Art. 11. De kerkelijke archivaris geniet een vast jaarlijksch inkomen
van f benevens vergoeding voor reis- en verblijfkostenvolgens
een daartoe door hem in te dienen staat.
Veranderingen in Reglementen uit het boven
staande voortvloeiende.
Toevoeging aan Art. 48 van het Algemeen Reglement.
11°. de zorg voor het archief naar de voorschriften van het Reglement
op de bewaring en het gebruik van de kerkelijke Archieven.
Toevoeging, aan Art. 51 van het Algemeen Reglement.
9°. de zorg voor het archief naar de voorschriften van het Reglement
op de bewaring en het gebruik van de kerkelijke Archieven.
Toevoeging aan Art. 57 van het Algemeen Reglement.
Verder benoemt zij een kerkelijk archivaris voor onbepaalden tijd.
Hij moet lid zijn der Nederlandsche Hervormde Kerk.
Zijne rechten en plichten worden in eene bijzondere instructie omschreven.
Toevoeging aan Art. 19 van het Reglement voor de Kerkeraden.
Zij staan het onderzoek van de aan hunne zorg toevertrouwde
archieven niet toe aan personendie niet tot de kerkelijke Besturen
behoorendan met machtiging van het Classicaal Bestuur, waaronder
zij ressorteeren en gaan niet over tot afstand van eenig stuk van die
archieven dan met goedkeuring van genoemd Bestuurdat dienaangaande
tevoren den archivaris raadpleegt.
Wanneer de Kerkeraden hun archief geheel of gedeeltelijk afstaan
aan de kerkelijke depots, ontvangen zij een ontvangstbewijs, met een
nauwkeurige lijst van de overgegeven stukkenopgemaakt door den
kerkelijken archivaris.
Toevoeging aan Art. 14 van het Reglement op de Vacaturen.
Als het archief of een gedeelte daarvan in bewaring is gegeven in
een der kerkelijke depots, wordt het ontvangstbewijs daarvan overgenomen.
en aan Art. 79 al. 3 van hetzelfde Reglement.
Als het archief of een gedeelte daarvan in bewaring is gegeven in
een der kerkelijke depots, wordt het ontvangstbewijs daarvan overgegeven.
A. W. Bronsveld.
G. A. Hulsebos.
(p.o.) H. H. Heerspink.
IV. een concept-Reglement op de bewaring, de instandhouding en