108
dragen van K e r k e 1 ij k Archivaris. Hij zou een deskundige
moeten wezen, met het archiefwezen bekend, dus iemand van wicn wij
mettertijd een behoorlijk overzicht ontvingen van de stukken, nu aan de
hoede van lagere en hoogere Kerkbesturen toevertrouwd.
Nu meende één lid, dat in ons rapport niets zou behoeven voor te
komen van de instructie door de Synode aan den Archivaris te geven
en daarom stelde hij ons voor het volgende
Concept-Reglement op de bewaring, de instand
houding en het gebruik der Kerkelijke Archieven.
Art. 1. Er wordt een wetenschappelijke Inventaris opgemaakt van
de Archieven der Kerkeraden, (Ringen), Classicale en Provinciale Besturen
in de Nederlandsche Hervormde Kerk, dooreen deskundige, daartoe dooi
de Synode, aanvankelijk voor den tijd van vijf jaren, op een door haar
te bepalen vast salaris, benoemd, en van eene door haar goedgekeurde
Instructie voorzien.
Art. 2. De bewaring en instandhouding van de door hem geordende
Archieven is opgedragen aan de kerkelijke Besturen, onder wie zij
berusten. Nauwkeurig toezicht hierop wordt gehouden bij de persoonlijke
Kerkvisitatie.
Art. 8, Die Besturen wijzen een hunner leden aan, onder wiens
toezicht, personen behoorende tot de Nederlandsche Hervormde Kerk en
voorzien van een toegangsbewijs, afgegeven door het moderamen van het
in rang opklimmende Kerkbestuur, de bescheiden behoorende tot de
Archieven der onderscheidene Kerkelijke Besturen, kunnen raadplegen.
De beide andere leden Uwer Commissie konden zich met deze
beperkte opvatting van het mandaat niet vereenigenen hebben de eer
U het volgende aan te bieden.
I. Ontwerp-Reglement op de bewaring en het gebruik van de
kerkelijke Archieven;
II. Ontwerp-Instructie van den Kerkelijken Archivaris;
III. Veranderingen in kerkelijke Reglementen uit het bovenstaande
Concept-Reglement voortvloeiende.
A. W. Bronsveld.
G. A. Hulsebos.
H. H. Heerspink.
Het rapport wordt met dank aan den rapporteur ontvangen en het
Ontwerp-Reglement in handen gesteld van de Commissie voor de nieuwe
wetsvoorstellen.
Drie-en-twintigste zitting, Maandag 11 Augustus 1902.
(De heer Dr. Hulsebos) brengt rapport uit over een door de heeren
109
Dr. Bronsveld, Dr. Hulsebos en Heerspink ingediend concept-Regle
ment op de Archieven en daarbij behoorende stukken
Het rapport wordt ter inzage gelegd en een gedeelte, de concept-
Reglementen bevattende, zal gedrukt worden.
Zes-en-twintigste zitting, Donderdag 14 Augustus 1902.
In behandeling komt het rapport der Commissie voor nieuwe wets
voorstellen betreffende een ontwerp-Reglement op de kerkelijke Archieven*
Het rapport luidt als volgt:
In handen der Commissie voor nieuwe wetsvoorstellen werden gesteld
L een ontwerp-Reglement op de bewaring en het gebruik van de
kerkelijke Archieven
II. een ontwerp-Instructie voor den kerkelijken archivaris;
III. veranderingen in kerkelijke Reglementen, uit het bovenstaand
concept-Reglement voortvloeiende
ontworpen door de heeren Dr. A. W. Bronsveld en Dr. G. A. Hulsebos.
Ontwerp-Reglement op de bewaring en het
gebruik van kerkelijke Archieven.
Art. 1. Het oppertoezicht op de Archieven der Kerkeraden, der
Classicale Besturen en der Provinciale Kerkbesturen is opgedragen aan
den kerkelijken archivaris.
Art. 2. De kerkelijke archivaris stelt zich door persoonlijk bezoek,
of door schriftelijk onderzoek op de hoogte van den inhoud der Archieven
en van de wijze, waarop zij worden bewaard.
Art. 8. De Synode draagt er zorg voor, dat in overleg met den
archivaris, Classicale of Provinciale depots worden ingericht, waarin de
Archieven van de Kerkeraden, Classes en Provincies worden bewaard, voor
zooverre zij niet door de verschillende Besturen zelve op voldoende wijze
bewaard worden.
In overleg met den archivaris wordt het beheer van deze depots
opgedragen aan personen, daartoe te benoemen door de Synode of door
de Synodale Commissie.
Art. 4. Zoodra van de stukken in de depots aanwezig een weten
schappelijke inventaris zal zijn opgemaakt, zal deze successievelijk ge
drukt worden.
Art. 5. Het raadplegen van stukken die in de Provinciale en Clas
sicale depots worden bewaard, geschiedt niet zonder toestemming van
den kerkelijken archivaris.
Art. 6. Wordt een Archief bewaard door een Kerkeraad zelf, dan
beslissen bij de Persoonlijke Kerkvisitatie de visitatoren of er ook reden
bestaat, om een onderzoek in te doen stellen door den kerkelijken archi
varis, of de bewaring geschiedt op voldoende wijze.