102 derland en van Brabant, van de Raden van den Prins, van vreemde steden, van de dorpen in de baronie van Kuik, enz.de dokumenten betreffende de belegeringen, de versterkingen, het garnizoen der vroeger zoo belangrijke vestingde stukben betreffende de arm- en gasthuizen en de kerkfondsen tal van historisch en admi nistratief belangrijke bescheiden dat alles is grootendeels door het vuur vernield en voor de rest door het water deerlijk beschadigd. Wij zullen trachten te behouden en weer bijeen te zoeken wat nog mogelijk is. Ik ga de restanten een tijdelijk onderdak en goede droogplaats bezorgen in ons archiefgebouw. Maar ik hoop dat in deze geschiedenis de gemeentebesturen een waarschuwing mogen nemen en een les er uit putten. Toen ik in 18S6 de zorg voor de gemeentearchieven in deze provincie op mij nam, had men nog bijna ner gens nijpend ruimtegebrek. Men was in verband daarmede naijverig op het behoud van zijne oude archieven niet alleen, doch zelfs van de oude Rijksbescheiden, die er nog mede vereenigd en vermengd waren, de van de rechtspraak in oude tijden afkomstige protokollen en papieren. Thans is dat wel wat anders geworden. De noodige ruimte komt meer en meer te kort en men toont zich meer en meer ge neigd de archieven, die men niet of zoo goed als niet meer voor de administratie noodig heeft, naar den zoider te verbannen. Daar hebben zij afwisselend te lijden van vocht, te groote hitte, van lekken, van muizen, van verwaarloozing. Maar ook het brandgevaar, boven de lokalen der secretarie en bij de veelal op den zolder opgestapelde sparappels en turf, is natuurlijk groot. Laat men daarom tijdig maatregelen nemen tot betere bewaring en brandvrije lokalen inrichten waar de archieven veilig en droog staan en behoorlijk geregeld kunnen worden. Laat men, waar dit niet goed mogelijk is of schijnt, in elk geval eeu zooveel mogelijk goede bergplaats er voor inruhnen, en vooral de meest moge lijke maatregelen van voorzorg tegen brand nemen, maar nog liever overgaan tot den meest doeltreffenden maatregel, de inbewaargeving aan het Rijk binnen de muren van Zijne brandvrije depóts. De regeering heeft voor de in dezen hulpbe hoevende gemeenten de deuren van het Rijks-archiefgebouw in elke provincie gastvrij opengesteld. Daar opgenomen, worden de archieven eerst recht voor het onderzoek opengesteld, dat niemand kan schaden en velen kan ten goede komen, wijl ieder er gratis inlichtingen uit kan putten en, tegen een gering recht voor de schatkist, ook afschriften uit kau lichten. Door den welhaast voltooiden bouw van een eigen archief-depót, voor de nieuwe archieven der provinciale griffie alhier, komt er binnenkort ruimte in het depót der oude archieven vrij. Laat men zich spiegelen aan het ongeluk, dat Grave heeft getroffen, en het verlies, door de wetenschap geleden met den ondergang van een der merkwaardigste lokale archieven dezer provincie. Grens tusschen oud en nieuw archief. In het voor bericht, waarmede dr. N. Mansvelt, oud-superintendent van onderwijs der Zuid-Afrikaansche republiekzijne Betrekkingen tusschen Nederland en Zuid-Afrika sedert de verovering van de Kaapkolonie door de Engelschen inleidtdeelt hij mede, dat „de toegang tot de Nederlandsche archieven, op het behandelde tijdvak betrekking hebbende, hem niet kon verleend worden". Dit vestigt bij vernieuwing de aandacht op het feit, dat het gewenscht 103 is de grens tusschen oud en nieuw archief te verplaatsen en den toegang tot de nieuwe archieven des Rijks te regelen. Japansch papier. Naar aanleiding van de mededeeling van onzen ambtgenoot Schoengen in het laatste nummer van het Archieven blad (p. 39) heb ik dadelijk verzocht om een monster van het door hem zoozeer geroemde Japansche papier van de Dresdensche firma. Immers dergelijk papier wordt op mijn bureau bijna dagelijks voor het herstellen van oude stukken gebruikt. Tot nog toe kon ik profiteeren van een pakje, mij vele jaren geleden welwillend verstrekt door het Algemeene Rijks archief. Dit wordt steeds allervoortreffelijkst bevondenmaar, hoe zuinig ook gebruikt, raakt de voorraad toch ten slotte ten einde, en het uitne mende materiaal blijft, naar het schijnt, voor ons onbereikbaar. Bijzonder verheugd was ik dus, toen ik uit het artikel van Dr. Schoengen vernemen mocht, dat te Dresden zelfs nóg voortreffelijker papier te verkrijgen was. Maar bij de ontvangst werd ik teleurgesteld. Het papier bleek inderdaad fijner en doorzichtiger dan het vroeger gebruikte Japansche papier; maar het miste daarentegen eene andere, nog belangrijker qualiteit: het bleek veel minder taai. Nat gemaakt bezit het hoegenaamd geen weerstands vermogen, en ook in drogen toestand is de weerstand van het papier onvoldoende. Wanneer men b.v. een van achteren beschadigd handschrift (zooals ze tallooze malen voorkomen) in den rug met het papier van het Algemeene Rijksarchief herstelt, dan is het zeer goed mogelijk het deel weder in te naaien; aan het innaaien van quaterns, die met het nieuwe papier hersteld zijn, valt echter geheel niet te denken. Het papier heeft een tweede bezwaar wanneer men het met stijfsel besmeert of op andere wijze natmaakt en het daarna laat drogen, dan krimpt het. Dit is niet onnatuurlijk, maar het is toch zeer lastig. Immers wanneer het papier in vochtigen toestand op een stuk half verteerd en hier en daar gescheurd papier gehecht wordt, dan trekt het dit, wanneer het drogende krimpt, natuurlijk te zamen, en het is onmogelijk het weder goed vlak te krijgen: het beplakte papier blijft voor goed eene ongelijke hobbelige oppervlakte vertoonen. Vloeipapier bezit hetzelfde nadeel, maar het papier van het Algemeene Rijksarchief is daarvan geheel vrij. Ook in dit opzicht is dit papier dus het beste van alle bekende papiersoorten, die voor het herstellen van beschadigd papier of perkament gebruikt worden. Mijne conclusie is dus, dat het mogelijke moet gedaan worden, om ons alsnog in liet bezit te stellen van eene voldoende, niet te schaarsche partij van het onvolprezene Japansche papier van het Algemeene Rijks archief. In afwachting van dit gewenschte resultaat kan het Dresdensche papier (waarvan trouwens althans de minste qualiteit ook, en vrij wat goedkooperte verkrijgen is bij de firma Van Gelder Zonen te Amsterdam)

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1903 | | pagina 13