Bibliographie der werken van Nederlandsche archivarissen
over 1901
60
Vlissingen. Van het archivariaat is een afzonderlijke
tak van dienst gemaakt, terwijl met ingang Januari 1902 de archi
varis tevens is belast „met de zorg van en hetgeen in betrekking
„staat tot het archief van den loopenden dienst der gemeente
administratie". In de Zeelandia Illustrata (door Mr. M. F. Lants-
heer en F. Nagtglas in 1879 bij J. C. en W. Altorffer te Middelburg
uitgegeven) wordt op bladz. 534 een en ander aangehaald uit het
Quoijer innehoudende declaratie van alle de huysen ende erf ven soo
vercocht als onvercocht gestaen ende gelegen binnen de stadt Vlissin-
gen eertijts ancomenende de geestelichheit"Tevergeefs deed de
archivaris onderzoek, waar dit kohier, dat ruim 20 jaren geleden nog
aanwezig was, zich bevindt. Hij verzoekt opsporing er van en
bericht. De charters werden geborgen in eenige Utrechtsche
eikenhouten charterkistjes. Opgaven der verstrekte inlichtingen,
der aanwinsten van de bibliotheek. De archieflocalen zijn ruim
en vrij van vocht; de kamer van het oud-archief dient echter te
worden geschilderd.
(Jaarverslag betreffende het archiefwezen over 1901, bijlage
tot het jaarverslag Ylissingen).
Zieriksee. Door de „zich steeds uitbreidende gemeente
administratie" was weinig tijd over voor de ordening van het oud
archief. „De werkzaamheden bepaalden zich derhalve tot het bijeen
zoeken van die registers en rekeningen, welke bestemd waren eene
„plaats te bekomen in kasten op den zolder van het stadhuis";
opgegeven wordt welke stukken daarin zijn geborgen. Mr. A. S. de
Blécourt, thans te Haarlem, ontving eenige keurboeken ter inzage
ter uitgave in de Oud-vaderlandsche rechtsbronnen.
(Verslag van den gemeente-secretaris aan B. en W. (Verslag
Zieriksee, bijlage E)).
Zutphen. Archief. Zooveel inlichtingen werden gegeven,
„dat men met het sorteeren eener verzameling charters, tot heden
„door elkaar in verschillende houten kistjes bewaarden het bergen
„ervan in nieuwe cartonnen doozenniet geheel gereed kon komen."
Besloten werd het archief over te brengen naar de bovenlocalen van
het gemeentehuis en de daardoor ledig komende kamers in het
Wijnhuis in te richten voor een museum van oude kunst en kunst
nijverheid. Opgave der vau archief, bibliotheek en museum bestaande
catalogi en der aanwinsten.
(Verslag Zutphen, bladz. 3034).
Zwolle. De rijksarchivaris in Overijssel werd bij K. B.
gemachtigd tot het tevens waarnemen van de betrekking van ge-
61
meentearchivaris van Zwolle. Hij wenschte dit echter niet te doen
op de regeling, door zijn voorganger aangenomen. Zoodoende is
er geen gemeentearchivaris werkzaam geweest doch slechts een
klerk. Deze zette voort het beschrijven der losse stukken en het
inschrijven der beschreven stukken in den inventaris. Opgaven omtrent
het van het archief gemaakt gebruik en van de ontvangen boeken.
De verzameling verkeert in zeer goeden staat.
(Verslag Zwolle, bladz. 2831).
JOOSTING.
door dr. H. Brugman s.
P. G. Bos.
Het Academisch Ziekenhuis op het Munnekeholm. (Gron. Volks
almanak, 1902, blz. 164 vlg.)
J. C. Breen.
Correspondentie tusschen Prins Maurits en den Amsterdamschen
burgemeester Reinier Pauw in de jaren 1617(19. (Bijdr. en Med. v. h.
Hist. Gen.XXII, 388 vlg.)
C. W. Bruinvis.
Aanteekeningen wegens het verhandelde bij commissarissen der Staten
van Holland in zake het weren van reguliere priesters. (Bijdr. tot de
gesch. van het bisdom van Haarlem, XXVI, blz. 321 vlg.)
Goederen voor den kardinaal-aartsbisschop van Mechelen in 1795
geborgen te Alkmaar. (Ibid. blz. 329 vlg.)
H. T. Colenbrander.
R. Fruin. Geschiedenis der staatsinstellingen in Nederland tot den
val der Republiek. Uitgegeven door H. T. Colenbrander, 's Graven-
hage, Martinus Nijboff, 1901. 8°. 14, 416 blz.
Dagh-register gehouden int casteel Batavia vant passeerende daer
ter plaetse als over geheel Nederlandts-Indiaanno 1641/2. Uitgegeven
door het Departement van Koloniën onder toezicht van H. T. Colen
brander. 's GravenhageMartinus Nijhoff, 1901. gr. 8°. 330 blz.
In deze bibliographie zijn niet opgenomen de jaarverslagen, door de ver
schillende archivarissen krachtens hun instructie opgesteld, en verder evenmin
kleinere artikelen, boekbeoordeelingen enz.