48 van dien post zouden willen ontslaanen eindelijk het recht tot afzetting derzelvenin gevalle zy zich in hunnen post onbehoorlijk gedragen. „5. Het confineeren van persoonen, die uitzinnig zijn, of zich in verregaande verkwisting, dronkenschap of hoererye te buiten gaan, of, minderjarig zijnde, zich aan wangedrag jegens hunne ouders of voogden schuldig maken." Dit advies wordt door het hof breedvoerig toegelichtwaarbij er vooral op gewezen wordt, dat de geschillen tusschen ouders en kinderen in huwelijkszaken altijd provocabel zijn geweest en dus van rechterlijken aard, en dat omtrent de beide laatste punten, het verleenen van curateele en het confinement, wel steeds verschil van gevoelen heeft bestaan tusschen de steden, die deze zaken als politiek hebben beschouwd, en het hof, maar dat toch verschillende antecedenten ten gunste der opvatting van het hof pleiten. Nog verdient de aandacht gevestigd te worden op het eenigszins ironisch slot van het advies „Het trekken der scheidslinie tusschen zaken van policie en zaken van justicie wierdt, gelijk wy allen weeten, reeds in 1674 ter vergadering van Holland tot een object van deliberatie gemaakt; ondertusschen toen 120 jaren daarna die vergadering ophieldt te bestaan, hadt die staatscommissie, aan welke het onderzoek van en het adviseeren op dat poinct door de Staten was opgedragen, daaromtrent nog geen rapport uitgebragt. Wy zijn dus nu reeds eenigermate gevor derd en mogen ons dan ook vleien, dat, daar Uwe vergadering thans niet te worstelen heeft met die hinderpalenwelke bevorens eene decisie op dat punt zoo niet onmogelijk ten minsten ten uiterste moeilijk maakten, eindelijk eens gestopt zal worden die bron van twistenwelken uit het het onbepaalde en onzekere, dat in deze materie plaats hadt, geboren zijn en verder geboren zouden worden." Het schrijven van het hof werd door het Departementaal bestuur in handen van de „Commissie tot het werk der gemeentebestuuren" gesteld. De notulen vermelden er verder niets van. Het „Provenienz-prinzip". In de Nachrichten von der Ge- sellschaft der Wissenschaft zu Göttingen, philos.-hist. Klasse 1902 blz. 68 schrijft prof. P. Kehr het volgende, dat wij met instemming overnemen: „Das Prinzip der systematischen Ordnung eines Archivs nach administra- tiven Gesichtspunkten ist absolut entgegengesetzt dem Prinzip der Ordnung nach den Provenienzen, welches allein eine sichere wissenschaftliche Arbeit ermöglicht." 49 De gemeentearchieven in 1901. N B. Hetgeen hier volgt is ontleend aan de verslagen van den toestand der betrokken gemeenten over 1901, tenzij eene andere bron is aangegeven. Alkmaar. Gemeente-archief. De ten vorigen jare aange vangen schifting werd voortgezet en „heel wat van genoegzaam „belang geacht om in het nieuwe archieflokaal over te gaan". Wat in den gedrukten catalogus van 1869 niet was opgenomen, werd daarin bijgeschreven. Een rapport werd o. a. vervaardigd over den eigendom en den onderhoudsplicht der Egmondervaart. Opgave der aanwinsten. (Verslag Alkmaar, bladz. 2830). Amersfoort. Het gemeenteverslag over 1901 zwijgt wederom over het archief. Amsterdam. Archief. Het archief van de beide gast huizen, in het vorig jaar naar het oud-archief verplaatst, werd gecatalogiseerd. Het archief van het Aalmoezeniershuis werd mede overgebracht en onder beheer van den archivaris gesteld. Voort gegaan werd met de regeling der losse stukken van het 2^ deel van den inventaris, bepaaldelijk betreffende het Algemeen Bestuur. De Iexicographische klapper op de registers der Quytscheldingen vor derde tot 1652; de registratie der plaatsnamen in de transporten bij willig decreet liep af. De heer Elias ging voort met de uit gave van zijn werk over de Amsterdamsche regeering. De krijgs geschiedkundige nasporingen werden voortgezet. Op het nieuw-archief werd de reorganisatie der afdeeling Fi nanciën verder voortgezet. De stukken over 1895 van de afdeeling Publieke Werken kwamen onder beheer van den archivaris; zoo ook de notulen van den raad over 1871 1895 en de stukken van het kabinet van den burgemeester tot 1895. Van de afdeeling Onderwijs werden ontvangen de stukken over 1871 1894, van de afdeeling Armwezen de stukken over 18711890. Ook werd ge regeld het correspondentie-archief van de afdeeling Burgerlijke Stand over 18471878. De registers van inwoning en vestiging werden weder gebracht onder beheer der afdeeling Bevolking. Verscheiden balen waardelooze stukken werden opgeruimd. Aanwinsten van het archief, de bibliotheek, den atlas van Amsterdam en de penningverzameling. (Verslag van den archivaris (aan B. en W.?), 6 bladz.). 4

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1902 | | pagina 29