40
Vrij machteloos stond tot heden de archivaris tegenover het bederf
en het verlies van perkamentoorkonden met kalklaag, daar toch door het
afschilferen van deze laag de inhoud van de oorkonde verloren ging. Voor
het behoud van deze charters bleek zapon een uitstekend middel te zijn.
Was de oorkonde zeer beschadigd en waren de schilfers nog slechts
door een vezeltje aan het perkament verbondenzoodat er gegronde redenen
bestonden, dat door het indompelen van het stuk in zapon de schilfers
zouden afvallen en verloren gaandan behandelde ik het stuk op de
volgende, wel eenigszins tijdroovende wijze.
Door middel van een fijn penseel bracht ik een druppel onverdund
zapon tusschen het perkament en de schilfer, zoo dat èn het perkament
èn de schilfer het zapon konden opzuigen. Was dit geschied èn waren
schilfer èn perkament voldoende droog, dan ging ik nogmaals op dezelfde
wijze te werk, en bracht vervolgens door middel van een droog penseel
de schilfers in hare oorspronkelijke ligging en trachtte ze zoo vast mogelijk
aan te drukken. Blijkt na het opdrogen, dat het zapon als kleefstof vol
doende sterk geweest is en de schilfers goed aan het perkament aangehecht
zijn, dan zaponneerde ik het geheele stuk nogmaals, liet het bijkans
opdrogen om dan met een vouwbeen nogmaals de schilfers vast aan te
drukken en de oorkonde glad te maken.
Eenvoudiger en gemakkelijker is de behandeling, wanneer de schilfers
nog zoo vast aan het perkament gehecht zijn, dat geen afweeken of
afvallen te vreezen is. In dit geval dompelt men of de oorkonden in het
zapon of men giet zapon op de oorkondetotdat zij geheel van de
vloeistof doortrokken is, en hangt ze dan te drogen. Is de oorkonde
zoover droog, dat ze zonder gevaar verder behandeld kan worden, dan
drukt men de schilfersnadat ze op hare oorspronkelijke plaats gebracht
zijn, door middel van een vouwbeen stevig vast, laat het stuk verder
opdrogen tot het nog eenigszins vochtig is, legt het dan tusschen bord
papier om het daarna in een boekbinderspers eenigen tijd in te persen.
Uit het zoo even vermelde blijkt ten duidelijkste, dat zapon niet
alleen bij gelijksoortigemaar ook bij ongelijksoortige stoffen een zeer
goed kleefmiddel is. Van deze hoedanigheid heb ik partij getrokken bij
de behandeling van waszegels met zaponb.v. om een losgeraakt waszegel
weer aan zijn blikken omhulsel of aan een perkamenten strook enz. te
bevestigen. Hierop zal ik straks nader terugkomen.
III. Sedert tal van jaren besteedde men in binnen- en buitenlandsche
archieven groote zorgen en moeite aan het behoud van de oude waszegels.
Vooral von Löher en Grotefend hebben zich op dit gebied groote ver
dienste verworven. Maar een afdoend middel om den ondergang der
zegels te voorkomen, is tot heden niet gevonden. Men moest zich tevreden
41
stellen deze oude en zeer gewichtige dokumenten in voor hun behoud
meer gunstige omstandigheden te plaatsen en ten slotte zijne toevlucht
tot afgietsels nemen. Of er ooit proeven genomen zijn om de grondstoffen,
welke het zegel in den loop der jaren door verschillende omstandigheden
verloren heeft, langs scheikundigen weg weer toe te voegen en het zoo
zijne oorspronkelijke hoedanigheden terug te geven, is mij nergens gebleken.
Dat bij den tegenwoordigen stand der wetenschap de uitvinding van een
dusdanig procédé tot de mogelijkheden zou behoorenzal wel door
niemand betwijfeld worden. Maar een gunstig resultaat zou men alleen
kunnen verwachten, of door eene toevallige ontdekking of door weten
schappelijke onderzoekingengedaan in groote archievenwaaraan schei
kundigen verbonden zijn.
Ik meen nu gevonden te hebben en u proefondervindelijk te kunnen
aantoonen, dat, wanneer de tot heden verkregen resultaten blijvend zijn
en dat zal de toekomst ons moeten leerenin het zapon een conservee-
ringsmiddel is gevonden, dat in de meeste gevallen een zegel voor vol-
ledigen ondergang kan behoeden.
Onderzoeken wij de oorzaken van het bederf der zegels, dan zullen
wij ze in de volgende rubrieken kunnen rangschikken
1. Het verlies van het kleef- of verbindingsvermogendat een zegel
door de bestanddeelen was, hars, pik, olie, terpentijn enz. heeft dus
het uitdrogen of verpulveren. Dit kan a een innerlijk, voor het oog
verborgen en b een zichtbaar bederf zijn.
2. Het breken van af- of aanhangende, en het afbrokkelen van
opgedrukte zegels.
3. Het week of pappig worden der zegels.
Wanneer wij de wetenschap, dat het zapon poreuze voorwerpen
geheel doordringt en de losgeraakte deeltjes aan elkander verbindt, op de
behandeling van uitgedroogde of verpulverde zegels toepassen, dan komen
wij tot zeer gunstige, ja, ik mag zeggen verrassende resultaten. Ik
toon u hier eene oorkonde uit het jaar 1498, afkomstig uit het gemeente
archief van Staveren. Het Fransche koningszegel van witte was bleek,
nadat ik het bijliggende omhulsel (witte watten ingenaaid iu perkament)
verwijderd had, in het donzige bed, waarin het misschien jarenlang had
gelegenalle kracht en weerstandsvermogen verloren te hebben. Het
was in talrijke stukken gebrokendie geheel bros en gedeeltelijk zelfs tot
poeder vervallen waren. Ieder stuk werd nu afzonderlijk door bewerking
met zapon verhard en daarna de stukkendie aan elkaar pastendoor
middel van zapon aan elkaar gehecht en aan de perkamenten strook
bevestigd. Het brokstuk is op deze wijze uit een tiental stukjes aan
elkaar gezet. De stukjes zijn door de bewerking met zapon harder