10
Nog meer gewichtige en heugelijke gebeurtenissen schijnen in voor
bereiding. Ik meen niet onbescheiden te zijn, indien ik u mededeel,
dat de regeering de voorlichting der rijksarchivarissen gevraagd heeft
over eene herziening van het Koninklijk Besluit van 1856, dat de
openbaarheid onzer rijksarchieven beheerscht. Het schijnt dus aannemelijk,
dat dit Koninklijk Besluit in zijn tijd eene reuzenschrede vooruit,
maar thans verouderd eerlang op zijne beurt tot de geschiedenis zal
behooren.
Een tweede belangrijke maatregel schijnt in voorbereiding: de regeering
heeft gewenscht ingelicht te worden over de aanwezigheid in de rijks-
depots van stukken, die in aanmerking zouden kunnen komen bij eene
ruiling van archiefstukken met buitenlandsche depóts. Een hoogst belangrijk
onderwerp, waarover sedert jaren niets meer vernomen was! Ditmaal
schijnt met de Pruisische regeering onderhandeld te zullen worden;
hopen wijdat daarna de Belgische archievende belangrijkste van
allen, spoedig aan de beurt zullen komen!
Eén enkele wanklank doet zich vernemen in deze harmonie van
vrolijke noten: het ontwerp tot herziening van de Wet op het notarisambt
is door de regeering ingetrokken. Voor ons lag natuurlijk het belang
van dit wetsontwerp in het feit, dat het de oude notariëele archieven
toewees aan onze depóts. Hoe hartelijk verheugden wij onsdat het
eindelijk komen zou tot dezen lang gewenschtenonmisbaren maatregel
die onze rijksarchieven eerst volledig scheen te zullen afronden! Hoe
steeg onze vreugde, toen wij vernamen, dat alle afdeelingen der Tweede
Kamer zich zonder voorbehoud gunstig voor deze verandering hadden
uitgesproken! En thans is onze hoop weder voor onbepaalden tijd verijdeld:
het heeft den schijn, alsof het met deze zaak gaan zal, ongeveer zooals
indertijd met het niet minder wenschelijke en gewenschte professoraat in
de geschiedenis, dat aanvankelijk door de Kamer aangenomen werd, om
ten slottemet het geheele wetsontwerp waarvan het deel uitmaakte
door haar verworpen te worden. Bittere teleurstellingMaar zonder hoop
zijn wij niet. De mogelijkheid is niet uitgeslotendat het wetsontwerp
in gewijzigden vorm weder wordt ingediend. En dandit mogen wij
thans voorspellen, zal ook de door ons gewenschte bepaling stellig weder
daarin prijken. Zóóver zijn wij thans wel gevorderd. Onze gewezen
ambtgenoot Gratama heeft de doelmatigheid der regeling afdoende betoogd;
de Tweede Kamer heeft zijn betoog gesanctioneerd de overwinning is
dus thans slechts eene quaestie van tijd en van eenig geduld.
Terwijl wij dus over het algemeen voorspoedig waren in onze
ambtelijke verhoudingen, waren onze betrekkingen met de buitenwereld
niet allen even aangenaamop gevoelige wijze werden wij er in het
afgeloopene jaar aan herinnerddat de juistere denkbeelden van het publiek
11
met betrekking tot de archievenwaarin wij ons mogen verheugentoch
nog lang niet overal worden gedeeld. Ik heb het oog op de gerucht
makende quaestie der kerkelijke archieven.
Toen ik ten vorigen jare u verslag gaf van hetgeen op het gebied
van het archiefwezen merkwaardigs was voorgevallen, had ik, niettegen
staande reeds een paar kleine voorpostengevechten geleverd waren, nog hoop,
dat deze zaak in vrede en vriendschap zou afloopen. Want ik voor mij
dacht niet aan eene annexatie der kerkelijke archieven ten behoeve der rjjks-
depóts; ja, ik was overtuigd, dat eene overneming van kerkelijke archieven
op eenigszins grooten schaal een ramp zou zijn voor de rijksarchieven
wier ordening het hoofdwerk behoort te zijn der rijksarchivarissen, die
reeds thans, naar mijne overtuiging, door allerlei nuttige werkzaamheden
te veel in die taak worden belemmerd. Veeleer koesterde ik dan ook de
hoopdat de kerkelijke autoriteiten er toe gebracht zouden kunnen worden
om de archieven der Hervormde kerk te bergen in groote klassikale of
provinciale bewaarplaatsen, beheerd door archivarissen, die, zoo noodig
voorgelicht en bij gestaan door de rijksarchivarissen, allengs wel de bekwaam
heid en de trvaring zouden verkrijgen, die hun aanvankelijk misschien nog
zouden ontbreken. De middelen voor zulk eene regeling zoudenmeende
ik, bij eenig overleg ook niet ontbreken. Onder de emeritus-predikanten
waren allicht wel personen te vinden die zich voor eene niet te hooge
bezoldiging met het werk zouden willen belasten. En ook gebouwen
zouden, dacht ik, wel gevonden kunnen worden. De Nederlandsche
Hervormde kerk is tegenwoordig bezig eene soort van opruiming te houden
onder hare kerkgebouwen. Men kent de geschiedenis der Nieuwezijds-
kapel te Amsterdamde dagbladen berichtendat onderhandelingen
gevoerd worden over de vervanging der St.-Janskerk te Utrecht door een
stadhuis, te Bolsward is eene kerk te koop, de kerk te Vere is
eene ruïne. Welnu, zoo rekende ik, de regeering zal stellig geene
archiefgebouwen stichten voor de Hervormde kerkmaar mij zou het niet
verwonderen, indien het rijk, dat reeds bezig is met de restauratie van
de kerk te Vere, ook het herstel der andere genoemde monumenten ter
hand namwanneer de Hervormde kerk bereid was die in te richten
voor archiefgebouwenzooals het rijk dit reeds zoo gelukkig heeft gedaan
met eene kerk te Maastricht.
Zoover ik zien konwaren deze denkbeelden niet alleen in het
belang, maar ook geheel in den geest der kerkelijke heeren. Waarom
zouden wij dus geene goede vrienden blijven? Waarom zou de band
zelfs niet wat hartelijker worden en door oprechte samenwerking het doel
bereikt wordenwaarnaar allen moesten streven Het is waarik had
één voorbehoud: de archieven der middeleeuw sche katholieke kerkmeesters