128 Donderdaagsche protocollenwaarin deze rechtszaken zijn opgeteekend bevatten voor het grootste gedeelte besluiten van adrninistratieven aard en kunnen dus niet als rechterlijk archief beschouwd worden. 5®. Het archief van de Licentenkamer, waarvan niets be kend is. Deze archieven stonden dus buiten de kwestie. Alle andere daarentegen vormden den casus belli. Het waren le. Het archief van het Souverein Hof als rechterlijk, admi- mistratief lichaam en als leenhof. 2e. Het archief van de Staten en de Gedeputeerde Staten met den Ontvanger der onraadspenningen. 3e. Het archief van het Hoofdgerecht van Roermond. 4e. Het archief van den Erfvoogd van Roermond en zijn leenhof. 5e. Het archief van den Officiaal van het bisschop- pel ij k Hof. Laten we zienin hoeverre deze archieven bij het begin van den strijd op het Raadhuis aanwezig waren of ten minste aanwezig konden zijn. Het archief van het Souverein Hof was in 1632 grootendeels naar Arnhem gevoerd. Een gedeelte hiervan, dat in 1683 in Roer mond terugkwam, werd met het na 1637 gevormde archief2) bij de komst der Franschen (1794) gedeeltelijk naar Oostenrijk overgebracht. Later aan Frankrijk afgestaanberust dit thans in het rijksarchief te Brussel. Een menigte stukken echter waren in 1794 te Roermond achter gebleven en overgebracht van de kanselarij naar het burgerlijk hospitaal, waar ze in 1801 ontdekt werden. Toen zouden ze worden vervoerd naar de Prefectuur te Maastricht, doch dit bleef achterwege. Voor of althans reeds in 1828 berustten ze op het Raadhuis. In dat jaar heeft het plan bestaan om ze aan den President der arrondissements-rechtbank aan te biedenhetgeen echter niet geschied isde stukken bleven op het Raad huis en bestonden uit le. een menigte liassen van processen en instructies voor het Hof, 2e. afschriften van de dubbelen der pastoreele doop-, trouw en sterfregisters, 3e. eenige door de Rekenkamer gewaarmerkte rekeningen van den Rentmeester-generaal, 4e. een menigte rekeningen deels met de bewijsstukken uit de 17e en 18e eeuw en 5e. vele losse stukken van allerlei aard. Het Statenarchief berustte op het Raadhuis. Ook in 1801 1) Ingevolge art. 15 van het traktaat van overgave van 5 Juni 1632. 2) Tijdens het Staatsch Bestuur (van 1632—1637) was het Hof opgeheven. De eisch der Staten van het Overkwartier tot, terugbekoming van de naar Arnhem gevoerde archiefstukken grondde zich op art. 69 van het vredestraktaat van Munster. 129 bevond het zich daar nog in goeden toestand, geheel beantwoordende aan den inventaris van M. A. en J. B. Sybendie echter slechts tot 1760 liep. In 1803 werden eenige comptabele stukken naar Maastricht over gebracht volgens besluit van den Prefect van 4 Oct. 1803. In 1807 beval de Pransche regeering om alle stukken naar Maastricht over te brengen, waaraan echter geen gevolg gegeven werd. Maar in 1831, toen de geheele provincie Limburg deel uitmaakte van het nieuwe Koninkrijk Belgiëwerd op last van de Belgische Regeering een groot gedeelte weg gevoerd naar Brussel. L Deze stukkenwaarvan Gachard een inventaris vervaardigde, werden in 1845 weer aan Nederland afgestaan2) en, na een kort verblijf te Maastricht, in 1849 getransporteerd naar het Raad huis te Roermond. 3) Hier waren tal van losse stukkenliassen enz. die Gachard niet had meegenomen, in de grootste wanorde blijven liggen. Beide collecties werden nu weer vereenigd en vermeerderd met eenige Oud-Geldersche stukken, die de Gemeente door aankoop of schenking verkregen had. De geheele verzameling bestond in hoofdzaak uit de recessen der Statende ingezonden bezworen kwartierstaten de privilegiën door de Souvereinen gegeven, de ingekomen stukken deels tot 1689 bijeen gebonden onder den titel van Doleantiën en ordres, en de rekeningen der onraadsgeldeningeleverd door den Ontvanger daarvan. Het archief van de Schepenbank of het Hoofdgerecht te Roermond bevond zich op het Raadhuis onder toezicht van den Grif fier. Ook tijdens de Pransche overheersching bleef het daar berusten niettegenstaande de Pransche regeering triage en daarna overbrenging naar de arrondissements-rechtbank had voorgeschreven. Het bestond o.a. uit afzonderlijke registers, le. voor overdrachten, 2e. voor testamenten, 3e. voor civiele processen, 4e. voor oirveden althans in de 15e en 16e eeuw, 5e. voor gerechtskosten. Yan den Erfvoogd van Roermond en zijn laat- of leenhof is geen afzonderlijk archief bekend; misschien bevindt zijn gerechtsrol zich in de schepenregisters van Roermond. Het archief van den Officiaal viel ook onder de wetten en besluiten, door de Pransche regeering in zake rechterlijke archieven ge nomen, en had dus afgegeven moeten worden. Dit is niet geschied. Het bleef bewaard bij het bisschoppelijk archief, terwijl een gedeelte er van later in het bezit kwam van notaris Guillon te Roermond. Nu werden van 1879 tot 1891 verschillende Koninklijke besluiten Ingevolge het Besluit van den Minister van Binnenlandsche Zaken van 26 Oct. 1831. J) Volgens art. 3 yan de conventie, tusschen België en Nederland gesloten 27 Juni 1845. 3) Missive van den Minister van Binnenlandsche Zaken aan den Gouverneur van 21 Juli 1849.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1901 | | pagina 3