192 Ook omtrent stedelijke archieven zijn in de beide jaargangen vrij wat bizonderheden medegedeeldwaarbij somwijlen onderwerpen ter sprake worden gebracht, waarover ook bij ons gedacht of ge sproken is. Maar meer nog is dit het geval met betrekking tot de onderwerpen behandeld op Archivtage. Sommige der door onze buren besproken zaken zijn reeds uit aankondigingen in dit blad bekend; omtrent de andere kan men korte inlichtingen verkrijgen. Naast den Allgemeinen deutschen Archivtag bestaat ook eene bijeen komst onzer Thuringer confraters. Tot de behandelde onderwerpen behooren b.v.Ueber Archivinventare und deren YeröfFentlichung Ueber die wissenschaftliche Vorbildung des Archivars, Ueber Archiv- benutzungsordnungen. Naar ik vertrouwis dit een en ander meer dan voldoende om U te overtuigen van de belangrijkheid ook voor ons van de Deutsche Geschichtsblatterwaarvan voortaan geregeld in deze kroniek eene korte mededeeling zal geschieden. JOOSTING. Rivista delle biblioteche e degli archivi. 13e jaargang. Flo rence en Rome. In het Januarinummer van dit tijdschrift zet Bernardo Canal den strijd voort, dien hij met dr. E. Casanova en dr. A. Lanza reeds eenigen tijd gevoerd heeft over het vrijwillig deponeeren van archieven in de rijksdepöts. In hoofdzaak loopt de twist over de juiste interpretatie van het Koninklijk besluit van 27 Mei 1875, no. 2522 en het Ministeriëel besluit van 10 Juni 1876, waarbij dergelijke bewaargevingen geregeld worden. Yan het geheele dispuut, dat volgens Canal grootendeels op misverstand berust, is dit artikel het laatste. E. WIERSUM. Berichten. Bij Koninklijk besluit is, met ingang van 16 Februari 1902, aan J. A. R. Kymmell op zijn verzoek eervol ontslag verleend als amanuensis bij het Rijksarchief in Drente, en in zijne plaats benoemd A. Oltmans, bureau-ambtenaar van den provincialen waterstaat in Drente, te Assen' Tot adjunct-arGhivaris der gemeente Deventer is benoemd mr. H. Philips aldaar. Door de benoeming van den heer mr. J. H. Roessingh aan de Rijks- verzekeringbank vaceert de betrekking van tijdelijk archivaris der ge meente Vlaardingen. 193 Bij Koninklijk besluit is eene commissie van advies voor 's Rijks geschiedkundige publicatiën ingesteld en zijn tot leden dier commissie benoemd: jhr. mr. Th. H. F. van Riemsdijk, algemeen Rijksarchivaris te 's-Gravenhage, tevens tot voorzitter; mr. W. H. de Beaufort, oud minister van buitenlandsche zaken, te Leusden; dr, P. J. Blok, hoog leeraar te Leiden; dr. G. Brom te Utrecht; dr. G. W. Kernkamp, hoog leeraar te Amsterdam: dr. P. L. Muller, hoogleeraar te Leiden; mr. S. Muller Fz.rijksarchivaris te Utrecht; mr. C. Pijnacker Hordijk, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaaldr. F. L. Rutgershoog leeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, en dr. H. T. Colen brander, adjunct-archivaris te 's-Gravenhage, tevens tot secretaris. Het ontwerp van wet, houdende vaststelling van hoofdstuk V der Staatsbegrooting is door de Eerste kamer der Staten-Generaal aangeno men, zonder dat de artt. 164—168, die het archiefwezen betreffenhetzij bij de schriftelijke, hetzij bij de mondelinge behandeling, de aandacht getrokken hebben. De termijn, waarbinnen de rechterlijke archieven van vóór 1811, die nog onder de gemeentebesturen berusten, Daar de Rijksarchiefdepöts moeten worden overgebracht, is voor de achtste maal verlengd en bij Koninklijk besluit van 18 December 1901 (Stbl. no. 269) gesteld op 1 Januari 1905. In de vorige aflevering van dit tijdschrift (blz. 122) werd mede gedeeld dat het oud-notarieel archief in het arrondissement 's-Gravenhage van het gebouw van het gerechtshof aldaar naar het nieuwe Rijksarchief gebouw aan het Bleijenburg is overgebracht. Wellicht zullen de lezers dier mededeeling zich hebben afgevraagd, hoe het medegedeelde feit te rijmen is met art. 68 der Notariswet, waarbij bepaald wordt, dat in elk arrondissement een notaris wordt aangewezenwien de bewaring der oude notarieele akten is opgedragenen dat die akten in het gebouw der rechtbank of in een ander door de Regeering aan te wijzen gebouw zullen worden bewaard. Ter naleving van dit wettelijk voorschrift zal de in het Rijksarchiefgebouw overgebrachte verzameling uotarieele proto collen met een ijzeren afsluiting van de overige archieven worden afge scheiden en de sleutel van die afscheiding zal berusten onder den in art. 69 bedoelden notaris. Men had, naar het schijnt, bij het bouwen van het nieuwe gerechtsgebouw in het Voorhout gerekend op de aan neming van het ingediende maar thans ingetrokken wetsontwerp op het notariaat, en daarom in het nieuwe gebouw geene ruimte tot berging der oude protocollen beschikbaar gesteld. De thans gevonden uitweg heeft evenwel het groote inconveniënt, dat de Algemeene rijks archivaris geen baas meer is in een gedeelte van zijn eigen archiefge-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1901 | | pagina 35