188 gemeentehuis (door Mr. A. Telting). Geïnventariseerd werd het archief van het hoogheemraadschap van Voorne (door Mr. P. A. N. S. van Meurs), waarvan verschillende stukken werden afgestaan aan het Algemeen rijksarchief. Verslag omtrent de oude archieven van Suriname en Curasao, door Mr. A. Telting te 's G r a v e n h a g e. Uitgebracht aan den Minister van Koloniën (bladz. 897906). Mededeelingen omtrent de archieven te Para maribo en te Curagao. Groote hulp werd ondervonden. De materieele toestand was als overal met geringe wijziging. Absoluut onveilig zijn de archieven geborgende rijksbouwmeester Peters ontwierp een archiefgebouw. Tegen insecten werd naphtaline aangewend. Ook de archieven in Georgetown werden bezocht. B ij 1 a g e Lijst van de administratieve archieven der kolonie Suriname (bladz. 907—940). Deutsche Geschichtsblütter. Monatsschrift zur Förderung der landesgeschichtlichen Porschung, herausgegeben von dr. Armin Tille. Gotha P. A. Perthes, 1899, 1900. Sedert October 1899 verschijnt dit maandschrift onder redactie van dr. A. Tille. Voorzoover dit noodig mocht zijn, zij erop ge wezen, dat hierin ook aan archiefwetenschap eene plaats is inge ruimd. Zoo zijn zij ook voor ons van belang, al worden de onder werpen besproken met het oog op Duitsche toestanden. Immers de vergelijking daarvan met hetgeen tot nu toe ten onzent bereikt is wijst aanin welke opzichten bij ons verbeteringen zijn aan te brengen. Gelijk elders zoo is ook bij ons de toestand onvolmaakt; wij mogen niet tevreden zijn met het vele, dat reeds tot stand is gebracht, maar moeten er veeleer naar streven zooveel mogelijk het ideaal te bereiken. Eene volledige bespreking van alleswat archieven betreft, zal ik thans niet geven; het scheen mij echter goed, op sommige artikelen de aandacht te vestigen, om de over tuiging te wekkendat dit tijdschrift op geen archief mag ontbreken. „Archivbenutzungsordnungen" behandelt Dr. P. Wittmann in de 8^ aflevering van den eersten jaargang. Hij geeft een overzicht der voorschriften in verschillende Duitsche staten en Europeesche landen. Beieren stelt hij aan de spits, omdat het ten dezen „augenblicklich »an der Spitze der Zivilisation marschiert"; zijne Archivbenutzungs- ordnung d.d. 28 Februari 1899 is de vrijzinnigste in Duitschland en wordt ook door geen buitenlandsche regeling overtroffen. Het gebruik der archieven staat iedereen openwanneer hij slechts 189 daartoe op voorgeschreven wijze aanzoek doet bij den Amtsvorstand1); het onderzoek wordt zooveel mogelijk bevorderd. Archivaliën enz. mogen worden uitgeleend aan „Behörden oder wissenschaftliche Anstalten". Het gebruik van archieven kan alleen worden geweigerd 1. wat betreft de stukken ouder dan 1801 wanneer uitgave van het gevondene zou bedreigen het heil van den staat of „den religiösen Frieden" of wel aanstoot zou geven voor de goede zeden2. wat betreft de stukken jonger dan 1800, wanneer het archiefgebruik aanleiding zou geven tot aanspraken op den fiscuswanneer bij verdragen geheimhouding is bepaald of wel beschadiging door den gebruiker te vreezen is (een vrees, die zich m.i. ook behoort uit te strekken tot de oudere stukken). Ons Kon. Besluit d.d. 26 Juni 1856 maakt een goed figuur met zijn „recht", aan iedereen toege kend de oudere archieven te gebruikeneen recht dat slechts om ernstige redenen kan worden opgeheven. Eene halve eeuw geleden kan onze regeling vrijzinnig zijn geweest, nu mogen andere eischen worden gesteldwaartoe het misschien eerlang komen zal. Eene vergelijking met de elders geldende voorschriftenin dit opstel kortelijk medegedeeld, kan doen nagaan, welke beperkende bepa lingen moeten worden toegevoegd aan het ideaalvolkomene vrij heid van gebruik van alle (ook nieuwe) archieven. Het archiefwezen in Pruisen wordt in jaargang 1899/1900 be sproken naar aanleiding der Mitteilungen der kgl. preussischen Archivverwaltung, waarop vroeger in dit blad de aandacht is ge vestigd. In aansluiting daaraan worden in denzelfden jaargang mede deelingen gedaan omtrent het archiefwezen in Beieren. Daar stelt men de „Landesarchive" naast het „Geheime Haus"- en het „Ge- „heime Staatsarchiv". De „Landesarchive" bestaan uit het „Allge- „meine Staatsarchiv" te Miinchen en een „Kreisarchiv" in ieder der 8 provinciën. Merkwaardig is, dat 4 „Kreisarchive" het grootste deel hunner oorkonden (bepaaldelijk alle stukken van vóór 1400) en hunne handschriften aan het Algemeen rijksarchief hebben afge staan een maatregelwaarvan het zonderlinge ons niet wordt opge helderd. Verder wordt een overzicht gegeven van het aan die archieven verbonden personeel, dat zeer „zergliedert" is; voor oud militairen worden daar de posten van „Diener" bewaardtegenover burgers zonder pensioen naar het schijnt een onbillijke maatregel. Ook de salarissen worden besprokenen voor onvoldoende verklaard, al zijn zij beter dan bij ons. Die voor stukken jonger dan 1800 ministerieele goedkeuring schijnt aan vragen.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1901 | | pagina 33