68 scheennaar men mij zeidebezwaar gemaakt te hebben tegen de uitleve ring van zijn verderen arbeid en men wachtte nu met het verder cata- logiseerentotdat zij tot andere gedachten zou komen! Eén zaak hebben de staatsarchieven en bibliotheken te Rome voor boven die van kerkdijken aard, ten minste in het oog van den bezoeker, die met zijn tijd wil woekeren: zij zijn den geheelen dag, de Yittorio Emanuele voor boeken zelfs 's avonds geopenden worden op de talrijke heiligen dagen niet gesloten met uitzondering van een enkelen als den algemeen te Rome als feestdag gevierden San Giuseppe, den naamdag van den stadspatroon. Hiermede is een bezwaar voor den onderzoeker in hetVaticaan aan gewezen. Niet alleen is hinderlijk het groote aantal heiligendagenwaarop het archief onherroepelijk gesloten is en zelfs de in Italië almachtige lira de deur niet opent, maar iederen Donderdag worden archief en bibliotheek geheel gesloten; bovendien is het archief dagelijks slechts van 8]/2 tot 12, de bibliotheek van 9 tot 1 uur geopend, blijkbaar in verband met gebrek aan personeel. Enom maar dadelijk alle bezwaren bij elkander te noemen archief en bibliotheek liggen op verschillende verdiepingen vrij ver uiteen en het is niet geoorloofd boeken uit de bibliotheek en handschriften uit het archief naar de zusterinrichting over te brengen, zoodat het moeilijk is bij de studie gedrukte werken te raadplegen. Yoor Nederlanders komt dan nog het niet minder ernstige bezwaar, dat de Vaticaansche bibliotheek, die onder den voortreffelijken en door gansch Europa wegens zijn kennis en hulpvaardigheid beroemden bibliothecaris, pater F. Ehrle 8. J.uit sluitend ingericht met het oog op de studie der handschriften aldaar en in het archief, zeer slecht voorzien is van boeken over Nederlandsche geschiedenis. Ik vestigde de aandacht van pater Ehrle op deze leemte en beloofde hem ook hier te lande van de zaak te zullen sprekenhij was van zijne zijde bereid de uitgaven van het Yaticaan op ruime schaal in ruil voor Nederlandsche werken aan te bieden en het is zeer te wen- schendat daarvan gebruik gemaakt worde door hendie exemplaren van belangrijke bronnen-uitgaven, standaardwerken of tijdschriften van historischen aard tot hunne beschikking hebben. Op den duur zal dan het Yaticaan meer op dit gebied hebben aan te wijzen dan de twee planken boven in de lucht, waarop de werken van het Historisch Genoot schap en die der Koninklijke Akademie in onvolledige reeks vereenzaamd prijken. Met groote vrijzinnigheid heeft paus Leo XIII de pauselijke archieven voor iederen ernstigen onderzoeker opengesteld, „tabularii arcana reclusit zooals het in mijn Verslag vermelde opschrift luidt. In alle kringen, waarin ik te Rome verkeerde, bij Duitschers, Franschen, Italianen, was b ~B1z7 40. 69 maar één roep van erkentelijkheid hiervoor, hoe verschillend van staat kundige of godsdienstige meening men was. Onder de ongeveer 80 dage- lijksche bezoekers, die met klokslag van half negen zich voor de specula vaticana" aan den achterkant van het ontzaglijke paleizencomplex verza melen, wachtend op het openen der kleine deur, zijn allerlei nationali teiten vertegenwoordigd, begeerig om te arbeiden in den „bijenkorf". Het talrijkst zijn er de Duitschers, leeken en geestelijken, Roomschen, Protestanten en Joden bont dooreen; daarnaast OostenrijkersFranschen Spanjaarden, Engelsehen, Russen, ZwedenAmerikanen, een enkele Belg of Nederlander. Het Pruisische, OostenrijkscheFransche en andere historische instituten hebben hier aan de eenvoudige werktafels hunne vaste vertegenwoordigers, geleid door mannen als Friedenburg, Sickel (thans door Pastor vervangen), Duchesne en andere voortreffelijke geschiedkundigende Görres-Gesellschaft vindt er in Mgr. Ehses een uitnemenden leider; dr. Sauerland, de bekende katholieke verzamelaar, slijt er een groot deel van zijn werkzaam leven; de Benedictijnen van Solesmes hebben er eenigen der hunnen enz. enz. En dat alles werkt te Rome in volkomen harmonie: men weet, dat men elkanders arbeid door onderlinge medewerking kan verlichten en helpt elkander zooveel mogelijk door aanwijzingen uit eigen ervaring of mededeeling van stukken, die men toevallig vindt. Met groote dankbaarheid herinner ik mij menigen wenk van dien aard, van allerlei kanten ontvangen, met genoegen menige ontmoeting ook buiten het Vaticaan, in andere archieven en bibliotheken der Eeuwige Stad. Die onderlinge hulp komt vooral te stade bij den toestand, waarin zich de inventarissen en catalogi hier bevinden. Garampi, de groote kenner der pauselijke archieven in de 18ae eeuw, die een aanzienlijk deel van zijn werkzaam leven besteedde aan het inventariseeren van stukken en dossiers in deze toen reeds reusachtige maar sedert nog aanzienlijk toe genomen verzamelingen, had nog twintig opvolgers van zijn slag moeten hebben: dan eerst zouden de registers aan matige eischen voldoen. Uit een courantenbericht bleek mij dezer dagen, dat Mgr. Wenzel, de hulp vaardige leider der eenvoudige ruime centraal verwarmde werkzalen van het archief, wederom deze taak met kracht heeft aangevat; tijdens mijn verblijf te Rome heb ik reeds van zijne voorlichting veel nut gehad bij het zoeken van den draad in menigen doolhof. Hij en de niet minder vaardige pater Denifle, geleerde van Europeeschen naam, hebben met Ook België is druk bezig aan de voorbereiding van een dergelijke instelling. Misschien zal het mogelijk zijn ook van onze zijde iets in dien geest te doen en dan liefst in samenwerking met België, dat zooveel werk met ons kan deelen. Het Taal- en Letterk. Congres, dezen zomer te Nijmegen gehouden, sloot zich aan bij mijn voorstel om de Regeering op de wenschelijkheid eener dergelijke samenwerking opmerkzaam te maken.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1901 | | pagina 4