122
die menschen een loopbaan te verzekerendie zij met liefde ingaan en
waar zij tevreden in volharden.
Wanneer men nu de bezoldiging der archivarissen nagaat, zal men
moeten toegevendat deze blijft beneden hetgeen waaropzij aanspraak
kunnen maken. Zij worden gerecruteerd uit dezelfde groep, als hoog
leeraren en rechterlijke ambtenaren. Een archivaris in de provinciën of
een adjunct-archivaris te 's Gravenhage de hoogste rangen buiten de
unieke positie van den algemeenen Rijksarchivaris begint met 2000
en kan het brengen tot 3000, doch eerst na 20 jaren dienst in den
rang! De bezoldigingen der hoogleeraren daarentegen loopen van ƒ4000
tot 6000. Die van de leden der rechterlijke macht is ook veel ruimer.
Ik heb daarvan eene geheele tabel voor mij, maar ik zal ze niet voor
lezen. Men kan de vergelijking zelfs verder uitstrekken en de trakte
menten der archiefambtenaren vergelijken met de bezoldigingen der amb
tenaren bij de Departementen van algemeen bestuur en zelfs met die van
hoofden van lagere scholen, die, met inbegrip van de normaallessen en
examengelden, te Amsterdam 3000, 4000 en ƒ5000 kunnen maken.
Ik beveel deze zaak aan den Minister aan en vertrouw, dat hij ook
indachtig zal zijn hoe verleden jaar een milde manna van 60000 op het
personeel der hoogere burgerscholen en een manna van ƒ20000 op dat
van de Polytechnische School is neergedaald. Ik hoopdat nu ook aan
de archivarissen gedacht zal worden.
Bij Koninklijk besluit is met ingang van 1 Januari 1902 bij
's Rijks archief in Overijsel benoemd tot adjunct-commies J. Geesink,
thans amanuensis bij dat archief.
Het Oud-notarieel archief, tot dusver geborgen in het bovengedeelte
van het gebouw van het gerechtshof te 's-Gravenhage, is vandaar over
gebracht in het nieuwe rijksarchieflokaal aan het Bleijenburg.
In het archief van den kerkeraad van de Nederlandsche Hervormde
gemeente te Bunschoten zijn de protocollen van het gerecht van Bun
schoten van 1662/3, 1665/6, 1669/70, 1679/80 en 1694, behoorende tot
het rechterlijk archief dier gemeente, ontdekt. Door den predikant, den
heer A. Gelderman, zijn deze stukken, namens den kerkeraad, aan het
rjjksarchief in Utrecht ten geschenke aangeboden, waardoor de registers
van overdrachten van vaste goederen van Bunschoten die tot nog toe
eerst met 1724 aanvingen, belangrijk vermeerderd zijn.
Aan den predikant en den kerkeraad is de dank der Regeering betuigd.
In verschillende kranten heeft het bericht de ronde gedaandat de
123
Minister van Binnenlandsche Zaken den rijksarchivarissen opgedragen
heeft rapport uit te brengen over den toestand der oude kerkelijke archie
ven. Dat bericht berust op een misverstand; in de meeste provinciën
zijn die rapporten reeds eenige jaren geleden opgemaakt.
De gemeenteraad van Zutfen heeft besloteneen post van 840 op
de begrooting te brengen voor overbrenging van het oud-archief van de
localen boven het Wijnhuis naar een paar kamers in het gemeentehuis.
Tevens werd beslotenom 900 te besteden voor het inrichten van die
localen tot museum voor oude kunst en kunstnijverheid en 400 voor het
jaarlijksch onderhoud daarvan.
Aan eene mededeeling van den heer Gaillard te Brussel ontleenen
wij het bericht, dat men in België in alle rijks-depots bezig is met het
bewerken van beknopte inventarissenwaarvan reeds verscheidene afleve
ringen zijn gedrukt. Het eerste deeldat binnen kort zal verschijnen
is de volledige beknopte inventaris van de rijksarchieven te Hasselt.
Aan de Kölnische Yolkszeitung is het volgende ontleenddat zich
bij het artikel van prof. Blok (hiervoor blz. 69) aansluit:
Het bestuur van het Vaticaansch archief beijvert zich voortdurend,
het den bezoekers en geschiedvorschers zoo gemakkelijk mogelijk te maken.
Alle uitgevers van Vaticaansche akten, sedert het onbevangen openstellen
van het archief door paus Leo XIII voor 20 jaar, stemmen overeen in
den lof over de groote voorkomendheid, die zij zoowel bij de kardinaal
archivarissen als bij de onderarchivarissen en custodes ontmoet hebben.
Een zeer bijzonderen en blij venden dank heeft zich echter in een bereids
vijfentwintigjarige werkzaamheid de onderarchivaris mons. Wenzel hierdoor
verworvendat hijzonder zelf met geleerden arbeid op den voorgrond te
tredenhet bijna onafzienbare materiaal van catalogi en inventarissen
voornamelijk de honderdduizenden losse ficheshet werk van den onver-
moeibaren archivaris Giuseppe Garampi, vergaarde en in een gemakkelijk
overzicht bijeenbracht. In den afgeloopen zomer bracht hij zijn werk tot
een zeker einde, door al deze indices naar enkele praktischedeels zakelijke
deels chronologische gezichtspunten te nummeren en tot een afzonderlijke bibli
otheek te vereenigingen, die het hoogst verrassende aantal van 669 deelen bevat.
Wel is waar bevat een groot aantal daarvan slechts herhalingen en uit
breidingen van vroegere inventarissenzooals dit bij de voortdurende
veranderingen en den gestadigen aanwas van het archief van zelf spreekt,
maar toch heeft het overgroote aantal slechts betrekking op het tegen
woordige archief, terwijl de oudere opgaven voor de geschiedenis van het