104 eer U voor te stellende Classicale Besturen uit te noodigen zoo mogelijk, het initiatief te willen nemen tot het oprichten van eene bewaarplaats der Archieven in de hoofdplaats der Classis; en den Kerkeraden hunner Classis te verzoeken, dat zij hunne Archieven daar in bewaring geven, onder aanstelling van een geschikt persoondie de bijeengekomen Archie ven catalogiseert. Wat het antwoord op de derde vraag betreft, de Commissie van advies wenscht, dat door de Synode wel in overweging worde genomen verscherping van de Reglementen, op de volgende wijze: 1°. dat bij de Kerkvisitatie visitatoren zich vergewissen, dat de inhoud van het Archief klopt met den Index van den Inventaris; 2°. dat bij het afscheid van een naar elders beroepen predikant aan den consulent moet blijken, dat de Index op het Archief in overeenstemming is met de in het Archief opgenomen stukken en bescheidenterwijl ook de Index der ingekomen stukken in orde bevonden moet wordenbij gebreke waar van de Kerkeraad een en ander in orde laat brengen voor rekening van den vertrekkende; 3Ü. dat de Synode aan de Besturen eene aanschrijving richte, om er op te wijzen, dat schromelijke verwaarloozing van het Archief naar het Reglement voor kerkelijk opzicht en tucht enz. te be handelen is als verzuim in de uitoefening van kerkelijke betrekkingen. Wat het laatstgenoemde betreft, Uwe Commissie is van oordeel, dat het beoogde doel veel zekerder zou worden bereikt, indien, in plaats van alweder eene aanschrijving te doen, het Reglement voor kerkelijk opzicht en tucht enz. in dien geest werd gewijzigd. Daarenboven acht Uwe Commissie wensehelijk, dat bij de Kerkvisitatie onderscheid worde gemaakt tusschen oud en nieuw Archief. Gaat het echter niet aan, dat laatste in de nu eenmaal vastgestelde Tabellen der Kerkvisitatie op te nemen, Uwe Commissie, anders gaarne gereed om eenige wetswijzigingen U voor te stellenmaar voor de behandeling er van thans de gelegenheid ziende ontbreken, heeft de eer U voor te stellen, op te dragen aan de Algemeene Synodale Commissie, de onder 1°, 2° en 3° genoemde gedachten te be lichamen in eenige voorstellen tot wetswijzigingnamelijk van het Regle ment op de Kerkvisitatie, het Reglement op de Vacaturen en het Reglement voor kerkelijk opzicht en tucht enz., en die in te zenden bij de Synode van het volgende jaar. Eindelijk acht de Commissie van advies het wensehelijk, eene Com missie te benoemen van een paar deskundigenkerkelijke mannenals Commissie voor de Archieven der Nederlandsche Hervormde Kerk, aan welke zou worden opgedragen de voorbereidingleiding en uitvoering der inventariseering van alles wat de Kerk aan Archieven bezit, de schifting en ordening van zijnen inhoud; en die belast zou worden met het doen van nadere voorstellen, naar aanleiding van den staat, waarin 105 de stukken blijken zich te bevindenvoor al welken arbeid door de Synode een crediet zou worden geopend. Reeds met het oog op de duizenden die het zou kosten, indien ook slechts een tweetal zulke deskundigen werd benoemd trouwens veel te weinig voor zoo omvangrijk een arbeid meent Uwe Commissie het met alle kracht U te moeten ontraden. De Commissie voornoemd H. A. Leenmans. C. R. van Lelyveld. C. van Dis. C. G. Chavannes. D. Eilerts de Haan. J. P. Janssen. Met het oog op hetgeen te dezer zake reeds geschied is en in deze zitting reeds is beslotenvereenigt de vergadering zich met de eerste conclusie van het rapport, het antwoord betreffende op de eerste der door de Synode gestelde vragen, zonder hoofdelijke stemming. Bij de tweede conclusie werd de vraag gedaanwat de Synode ant woorden moetwanneer eenig Classicaal Bestuur vraagthoe het deze dingen kan bekostigen? De heer Leenmans zegt, dat de Synode niet altijd gereed behoeft te staan met geld; hij zou willen, dat de veerkracht werd opgewekt bij de Besturen en men in eigen kring zou rondzien naar hulp. Daarom zijn ook in de conclusie de woorden „zoo mogelijk" opgenomen. De Secretaris wijst op het verzoek van het Classicaal Bestuur van Harderwijk, bier ook ter tafel gebracht. Daar had hij iets over willen hooren. De heer van Dis verdedigt de conclusie. Het bezwaar der kosten heeft wel gewogen daarom heeft de Commissie voorgesteld de zaak zoo eenvoudig mogelijk te behandelenen hij rekent op het particulier initia tief, terwijl de Besturen zich tot de Synode kunnen wenden om gelden te vragen voor het onderhoud. De heer Leenmans merkt op, dat de quaestie der bewaring van groote beteekenis is om niet te veel te centraliseeren moet men zich bepalen tot den kring der Classis. En dan moet men tevreden zijn met hetgeen, in de gegeven omstandigheden, het ideaal het meest nabij komen kan. De heer Chavannes voegt er aan toe, dat hij niet denkt, dat alle Classicale Besturen dadelijk aan het verzoek voldoen zullen. Maar als er maar eerst enkele beginnen. Het idee der Commissie is, betere toe standen te verkrijgen, die door nog betere, naar hij hoopt, zullen gevolgd worden. Brandvrije kluizen acht hij nog niet het beste.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1901 | | pagina 22