88 De Synode besluite in beginsel tot het benoemen van een deskundige, die van de kerkelijke Archieven, waar dit nog niet is geschied, een wetenschappelijken Inventaris opmaakt, en bericht op welke wijze de Archieven worden bewaard. A. W. Bronsveld. Eveneens wordt ter tafel gebracht het volgend voorstel vaD den heer Dr. van Leeuwen De Olassicale Besturen worden aangeschreven den kerkvisitatoren inzonderheid aan te bevelen, bij de eerstvolgende Kerkvisitatie zich te vergewissen van het al of niet bestaan van Archieven in de door hen bezochte gemeentenbepaaldelijk van zulke Archieven, waarvan vermoed mag worden dat ze belangrijk zijn. De eventueele visitatoren geven van hun bevindingen bericht aan de Algemeene Synode. E. H. van Leeuwen. De conclusie van het rapport wordt in stemming gebracht. Het eerste gedeelte der eerste conclusiehet zenden van formulieren ter in vulling, wordt aangenomen met 16 tegen 2 stemmen, tegen het advies van 3 leden. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten te laten vervallen de vraaghebt gij aan het verzoek der Synode voldaan De andere te stellen vragen worden, na enkele wijzigingen, zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer Dr. van Leeuwen trekt, na de aanneming dezer le con clusie, zijn voorstel in. Aan de orde is het voorstel van den heer Dr. Bronsveld. De Secretaris wacht als het gevolg van dit voorstel een ander, tot benoeming van zulk een deskundige, maar zou toch over het beginsel de Kerk willen gehoord hebben. Het voorstel van den heer Dr. Bronsveld wordt in stemming gebracht: de stemmen staken; twee leden adviseerden tegen, één voor. In een volgende zitting moet herstemming plaats hebben. In behandeling komt de 2e conclusie van het rapport. De Secretaris adviseert deze conclusie af te stemmen en in de plaats te stellen de con clusie, in het rapport, bij monde van den heer Leenmans uitgebracht. De heer Dr. Hulsebos erkent, dat het wel eigenlijk geen antwoord is maar wie geeft aan die heeren het recht die vraag tot ons te rich ten Aan de Roomsche kerk zou men het niet doen. De heer van Meurs dient de volgende conclusie in Aan het Bestuur der Yereeniging van Archivarissen te antwoorden, dat de Synode geen termen heeft kunnen vinden om aan haar verzoek te voldoen. A. A. van Meurs. 89 De heer Chavannes zegt, het is slechts een quaestie van vorm, maar de vorm is niet onbelangrijk. Daarom is hij vóór de conclusie van het rapport. De conclusie van het rapport wordt met 17 tegen 1 stem aangeno men, naar het advies van 2 leden, terwijl 1 lid tegen adviseert. Daardoor blijft de conclusie van den heer van Meurs buiten stemming. Aan de orde wordt gesteld het rapport over het verslag van de Commissie van advies over de kerkelijke Archieven. Het rapport luidt als volgt: Mijne Heeren Zooals U bekend isis in handen Uwer Commissie voor stukken ter behandeling gesteld het rapport der door de Synode des vorigen jaars benoemde Commissie van advies over de kerkelijke Archieven, bestaande uit de heeren J. C. van Slee J. de Krütter en F. J. P. Moquette welk stuk is gereg. sub No. 429. Het rapport luidt als volgt Hoog Eerwaardige Heeren De Commissie van advies over de Kerkelijke Archieven, door de Synode des vorigen jaars benoemd, heeft de eer U bij dezen haar rapport in te dienen. Wij beginnen met te herinneren aan het mandaat ons opgedragen. Dat mandaat luidde als volgt de Synode van het jaar 1901 van advies te dienen over de navolgende vragen 1°. Hoe zij (nl. de Synode) het best home tot de kennis van den toestandwaarin thans de Kerkelijke Archieven verkeeren? 2°. Hoe hetgeen belangrijk is in de Archieven voor de geschiedenis der Kerk het best kan worden bewaard? 3°. Indien tot verbetering in dezen toestand eene verandering in de kerkelijke Reglementen mocht gewenscht zijn, welke veranderingen zijn aan te wijzen? Dat wij niet vroeger aan onze opdracht voldaan hebben vindt zijne verklaring in den aard en omvang van het werk zelf, in de samenstelling der Commissiewier leden ver uiteen wonenin de haar aanbevolen wijze van werken en daaruit volgende beperkte gedachtenwisselingin de gedwongen tijdelijke rust aan een harer leden voorgeschreven. Moge deze verklaring bij U tot onze verontschuldiging dienen. Met aandacht hebben wij kennis genomen van de ons door de Synode in handen gestelde stukken.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1901 | | pagina 14