6 „Deze vereeniging wende zich tot de regeering met het verzoek: 1°. om personeel en ruimte beschikbaar testellen voor de bewaring van de archieven, die b ij zulk eene regeling onder de hoede van het R ij k zou den komen; 2°. om de tegenwoordige bezitters van oude archieven, waarvan de rechterlijke stukken in een rijksarchief berusten of behoorden te berusten, te verzoeken die archieven ook daarheen te zende n", wegens het vergevorderd uur het was over vijven geworden aan te houden tot de volgende vergadering. Om dezelfde reden moesten ook de door mr. Bondam aangekondigde mededeelingen over „eene vondst van vergeten archieven" achterwege blijven. Nadat de vergadering gesloten was, verfrischten de leden zich eenige oogenblikken in de te lang ontbeerde buitenlucht om ten slotte voor het meerendeel de dagtaak met een gezelligen maaltijd te besluiten. In vele opzichten mag deze bijeenkomst wel geslaagd worden ge noemd. Toch zij het den verslaggever veroorloofd op een paar punten de aandacht te vestigen. Vooreerst is ditmaal bij vernieuwing gebleken, dat de gewone werkzaamheden zooveel tijd in beslag nemen, dat voor eene breedvoerige discussie over eenig onderwerp ternauwernood tijd over blijft. Het zal daarom gewenscht zijn, dat in het vervolg, zoo een onderwerp, dat stof tot discussie oplevert, aan de orde wordt gesteld, die quaestie reeds van te voren door den inleider in het Archievenblad be sproken wordt, zoodat de discussie in de vergadering al den tijd in beslag kan nemen, die anders aan de inleiding wordt gewijd. Geldt het een onderwerp, waarover geene discussie te verwachten is, zooals b.v. dat wat mr. Joosting in de vergadering te Rotterdam behandelde, dan is er natuurlijk geene aanleiding tot eene voorafgaande bespreking in het Archievenblad. Een ander punt, waarop de verslaggever de aandacht wenscht te vestigen, geldt de lokalen, waar de vergadering gehouden wordt. Men had ten vorigen jare Nijmegen gekozen, omdat de fraaie natuur tot een bezoek aan die stad scheen uit te lokken, maar wat hebben wij van dat natuurschoon gezien? Wij hebben vergaderd in een lokaal midden inde stad, een soort broeikas zonder lucht, en gedineerd in eene zaal met bovenlicht. Hoeveel aangenamer zou onze bijeenkomst zijn geweest, zoo wij waren saamgekomen in een vertrek, waaruit men iets van de om geving van Nijmegen gezien, iets van den geur der bloemen bespeurd had! Nu is het waar, dat niet gerekend was op eene zoo langdurige vergadering, maar de ondervinding leert, dat de jaarlijksche bijeenkomst nooit voor vier uren eindigt, en dat het vergaderen in een bedompt vertrek zonder lucht en zonder uitzicht nooit tot verhooging vau het genot bijdraagt. 7 Toespraak van den Voorzitter. Beginnen wil ik met een welkomstgroet, toegeroepen aan het jongste lid van ons bestuur, nu Mr. Frtjin zich voor het eerst in zijne nieuwe qualiteit in uw midden bevindt. Een hartelijk woord van welkomdat in de eerste plaats zijn persoon geldt, maar dat toch ook zekeren nadruk ontleent aan het feit, dat gij in hem voor het eerst kunt welkom heeten een zelfstandigen redacteur van ons orgaanhet Archievenblad. Tot nog toe was deze betrekking als het ware een toevoegsel tot de ambtstaak van den secretarisdie toch reeds het meest van ons allen met werkzaamheden is beladentoen onze secretaris zich ten vorigen jare voor geruimen tijd naar het buitenland moest begevenkonden twee van onze medeleden de ondervinding opdoendat zelfs het waarnemen van de helft van zijn werk wel eenig bezwaar leverde. Zoo was dus de wensch naar splitsing van het ambt volkomen gerechtvaardigd en het is geen wonder, dat de nieuwe toestand eene bepaalde verbetering is gebleken. Ons orgaan ondervindt van deze verstandige arbeidsverdeeling de goede gevolgen: het verheugt zich in eene opluiking van frissche kracht, nu het zich een overvloed van belangrijke bijdragen ziet toevloeien. Op één punt heeft de nieuwe redacteur ook eene verandering in de inrichting van het tijdschrift voorgesteld, die onze goedkeuring heeft weggedragen. De Literatuurkroniek zal zich voortaan bepalen tot uitgaven die speciaal het archiefwezen rakenen de gewone historische literatuur niet meer vermelden. Door deze doelmatige beperking zal het mogelijk worden, om, waar dit gewenscht schijnt, wat meer in bijzonderheden te treden; ook de buitenlandsche literatuur over het archiefwezen zal voortaan besproken worden, al zal volledigheid daarbij wel niet te bereiken zijn. Naast deze kleine hervorming van ons orgaan (stellig geen feit van groote beteekenis!) heb ik u nog slechts ééne zaak mede te deelen. Uw bestuur heeft eene commissie ingesteld voor het samenstellen eener lijst van stukken, die bij de geregelde opruimingen op de provinciale griffiën en de gemeente-secretariën zonder schade kunnen worden vernietigd een stuk, dat de vroeger van regeeringswege gepubliceerde lijst van der gelijke stukken, alleen betrekking hebbende op de provinciale griffiën, zal kunnen vervangen. Naast de bestuursleden Bondam en Feith heeft de Utrechtsche gemeentesecretaris Mr. J. Bool zich bereid verklaard de nieuwe lijst samen te stellen. Uw bestuur zal later overwegen, hoe het mogelijk zal zijn aan dit stuk algemeene bekendheid te verschaffen. Ziehier alle feitendie ik te vermelden heb. Overigens ging het jaar kalm en onbewogen voorbij: geene twisten, geene krakeelen, geene moeielijkhedenOok de twee questiesdie ik u ten vorigen jare als nog aanhangig signaleerde, zijn bevredigend opgelost. De Zwolsche

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1901 | | pagina 8