46
bij de bibliotheek werd een assistent aangesteld. Al wat ter secre
tarie enz. voor den dagelijkschen dienst kan worden gemist, werd
naar het depot overgebracht; eene lijst daarvan is aan het verslag
toegevoegd. Yan 19 April 2 Juni had de overbrenging van het
archief plaats. Begonnen werd eene nieuwe regeling van het archief
overeenkomstig de beginselen der Handleiding. Geïnventariseerd
werden de archieven van de gemeente Kralingende ambachtsheer
lijkheid Kralingen, de gemeente Katendrecht (zelfstandig van 1795—
1873 en toen gevoegd bij Charlois), de ambachtsheerlijkheid Katen
drecht (inventaris nog slechts in concept gereed). De Grafelijkheids-
registers worden opnieuw doorgegaan om uitvoeriger regesten en
tevens afschriften te maken; dit werk kwam gereed over 1350—
1425. Yele nieuwe bronnen met oorkonden werden ontdekt. Het
excerpeeren der gifteboeken ging voort, dat van de requestboeken
van Fabriekmeesters (tot 1839) kwam gereed. De leggers van
namen van straten en huizen in vorige eeuwen werden geregeld
aangevuld. Yoortgezet werd het excerpeeren der oude doodregisters
tot 1811. Vele rapporten werden vervaardigd. De regesten van
Rotterdam en Schieland zijn ter perse. Mr. J. W. Mulder putte
grootendeels uit het archief de stof voor zijne geschiedenis van de
rechtbank te Rotterdam. Aanwinsten (alleen voor de bibliotheek
over Rotterdam, den atlas en de verzameling oudheden). De
afstand van het nieuwe gebouw uit de kom der gemeente had
geen invloed op het bezoek. Verslag omtrent de bibliotheek (be
sprekingen met het Leeskabinet omtrent eene samensmeltingopgave
der aanwinsten). Bijlagen: I. Staat van geraadpleegde boeken
over 1900; II. Staat van uitgeleende boeken over 1900; III.
Staat van de bezoekers der gemeente-bibliotheek over 1900; IV.
Lijst van overgenomen stukken (zie boven).
(Verslag van de Commissie voor het archief (en de bibliotheek)
der gemeente Rotterdam over 1900, uitgebracht aan B. en W.
bijlage G. tot Verslag Rotterdam.)
Schiedam. Archieven. De reorganisatie van het oud-
„archief der gemeente werd op denzelfden voet voortgezet." B. en
W. bepaalden de grens tusschen oud- en nieuw-archief overeenkom
stig het besluit der vergadering van rijksarchivarissen d.d. 8 No
vember 1898. Nadat de nieuw opgetreden archivaris de rekeningen
gesorteerd hadis hij overgegaan tot het aanbrengen van eene betere
orde in het aanwezige en eene nieuwe schiftingimmers er berust
nieuw-archief bij het oude, zoodat „de ruimte nu geheel onvoldoende
„is, vooral wanneer de gemeente wenscht ook het rechterlijk archief
47
„uit 's Gravenhage terug te ontvangen. Voor het oud-archief van
„Schiedam heeft het gebouw plaats genoeg". Van tijd tot tijd
is door de gemeente gebruik van het archief gemaakt„particulieren
„uit de gemeente hebben geene onderzoekingen ingesteld", wèl de
heer van der Minne te 's Gravenhagedie een exemplaar schonk
van zijn werk „De regeering van Schiedam 14821900".
(Verslag Schiedam bladz. 50 en jaarverslag van den archivaris,
bijlage K tot dat verslag.)
S n e e k. Verschillende maatregelen werden genomen ter ver
betering van den materieelen toestand van het archief, terwijl ook
aan het ordenen der stukken geregeld wordt doorgewerkt. „Vooral
„voor de conserveering van het oud-archief mag geconstateerd
„wordendat het reeds verrichte en nog te verrichten werk in eene
„werkelijke behoefte voorziet".
(Verslag van den secretaris in Verslag Sneek, bladz. 20, 21.)
Tiel. ArchievenTot eene beschrijving van het oud-archief
„kon (ook in het afgeloopen jaar) nog niet worden overgegaan
„een nominatieve staat der oude charters is niet aanwezig".
(Verslag Tiel, bladz. 16.)
Tilburg. Gemeente-archiefToen het daartoe bestemd
locaal gereed was, „werden de registers opnieuw geordend en de
„overige stukken in de vakken geplaatst." Witte gordijnen weren
het stof.
„De nieuwe stukken worden regelmatig in het archief opgenomen
en geordend."
(Verslag Tilburg, bladz. 37.)
Utrecht. Mr. W. C. Schuylenburg werd met 1 Juli 1900
definitief aangesteld als rechtskundig ambtenaar, zijn tractement met
1 Januari 1901 verhoogd. I. Het archief. De index op de raadsno-
tulen van 1577—1599 is in ééne doorloopende alphabetische volgorde
gebracht, doch moet nog worden herzien. Aangelegd werd eene ver
zameling stadszegels. De fundatie- en broederschapsbrieven der niet
tot de Vereenigde gods- en gasthuizen behoorende gestichten werden ter
uitgave overgeschreven. De verzameling minuten van rapporten wordt
in eene andere volgorde gebracht. Onderzoek in de oude kerkregisters
kan voortaan geschieden door den klerk in zijn vrijen tijdgemachtigd
door den archivaris. Aanwinsten: 11 charters d.d. 1525, behoorende
aan gilden, waaruit blijkt, dat de woelingen van dat jaar ook een