34 volgen voor de kerkelijke archieven zelf. Men moet al een groot optimist zijn° om te meeneudat werkelijk door de kerk zelve eene afdoende ver betering in de bewaring harer archieven zal worden aangebracht. Neen, de verwaarloozing en de vervuiling zullen voortgaan haar sloopingswerk te verrichten, en de archivarissen, door eene dwaze verdenking, ingegeven door kerkelijk vooroordeel, tot werkeloosheid gedoemd, mogen toezien. J R. ERUIN. Kleinere Bijdragen. Ieder onzer merkt bij zijne studiën wel eens de eene of andere bijzonderheid op, die nog nergens staat opgeteekendmaar die men verzuimt te noteeren, omdat zij'niet rechtstreeks in verband staat met het onderwerp, dat men behandelt, en niet belangrijk genoeg is om stof' te leveren tot een zelfstandig opstel. Toch is het dikwijls jammer, zoo dergelijke vondsten weder verloren gaan. Deze rubriek heeft nu ten doel de vakgenooten in de gelegenheid te stellen het door hen gevon dene te bewaren en voor anderen toegankelijk te maken. Red. Het volgende extract uit het rapport over eene enquête, in 1538 op last van den stadhouder van Utrecht gehouden omtrent het beheer der Utrechtsche gasthuizen (gedrukt bij Dodt, Archief voor kerkelijke en wereldsehe geschiedenissen II blz. 177) schijnt mij belangrijk, omdat daaruit duidelijk blijkt, met welk doel men in welgeordende archieven cartulana en manualen aanlegde. „Opdat ten ewigen dage memoriegehoichenisse ende kennisse mach blyven van den armen goedensoude men moegen ordineren een register te maecken in francijn, daerinne transscreven zoude worden alle brieven ende chartren van den godshuysenelcxs op hem selvente wetenalle fundatiënprivilegiën, erf brieven, rentebrieven ende anderen, die zy hebben. Ende want te vermoeden isdat se van allen hoiren goeden geen brieven en hebben, soude men noch een ander mogen maeken in francijn, hou dende declaratie van den partiën van landenelcke godshuys toebehorende, hoe groot die sijn, hoe genaemt, ende waer se leggen, tusschen wat limiten ende bepalingen, oost, west, zuyden ende noorden; van gelijcken die erfpachten, losrenten ende andere renten, op wat lant, huysen, erven of ypotheken die staen, ende hoe die ypotheken genoemt sijn, waer gelegen ende hoe se gelimiteert ende bepaelt zijn als voren, houdende oock decla ratie van den ordinaris rentendie elck gasthuys schuldich isende uyt wat partie of ypotheken gaendeal wye 't gescrevenomme altijtsalset van doene wordt, ten minsten allen thien jaeren, te mogeD annoteren ende adderen die veranderinge van limiten, ende oock de augmentation ende diminutiën ende anderssoe 't comen sal als enigen augmentatien 35 vallen zullen, omme nae tselve registere altijds die reckeninge te mogen dirigeren ende hoiren, ende die goeden in natuer houden. Ende dieselve twee registers, wel gebonden, gequoteert ende met goeden inventarissen ende repertoriën gemunieert sijndete doen bewaren by der stadt archivenoft by den burgemeestersdie van Godts weo-en toesicht hebben sullen mogen, dat de armen goeden niet alleen in wezen gehouden, maer oock van den angmentatiënals eenige vallen, additiën gedaen mogen worden in denselven registeren, ten fine als voren. Ende soude men in elck gasthuys laeten een dubbele van de voor- seyde twee registers, te weten elck tzyne, omme dagelijcx hem daermede te mogen behelpen, ten eynde dat die brieven niet veel gehandelt maer gesloten mochten blyven, tot versekertheyt van den armen." Het eerste (voor het stadsbestuur bestemde) exemplaar van de nieuw aan legde manualen moest dus dienen, om daarmede de volledigheid der rekeningen te controleeren (zooals dit ook nog heden in sommige gestichten geschiedt) het tweede, dat in het gasthuis zou blijven, bedoelde daarentegen, de charters der gestichten te sparen en ze veilig en onbeschadigd in de charterkasten te laten rustenomdat men voor het gebruik bijna altijd kon volstaan met de uittreksels daaruit, die in de manualen waren opgeteekend. Niet onaardig is het op te merkendat de voortreffelijk georganiseerde Oostenrijksche regeering reeds in de eerste helft der 16e eeuw het belang van goed ingerichte archieven duidelijk toonde te beseffenterwijl in het geheel verwilderde Sticht integendeel de zorg voor de archieven blijkbaar zéér veel te wenschen heeft overgelaten, niettegenstaande daar een kerk vorst troonde en de kerk van ouds het monopolie had bezeten van een goed en ordelijk beheer. De maatregel, door de enquête-commissie van 1538 voorgesteld, werd aangenomen en dadelijk ingevoerd, zooals blijkt uit het verslag! door de commissie van het volgend jaar van hare bevindingen gegeven! (Zie Dodt l.c.) M> De formule „reddite litteras s i g i 11 a t a s". Bij Du Cange i. v. reddite, wordt aan deze formule een beteekenis gehecht, die het best blijkt uit de voorbeelden, die er van worden aangehaald.' Ik schrijf hier het meest sprekende citaat over: „Reddite literas portitori, sigillo vestro in eis appositoin signum quod vobis fuerunt praesentatae." Hier staat dus het teruggeven van het stuknadat het door den geadres seerde is bezegeld, gelijk met een accuse de réception. Eene afwijkende beteekenis vond ik onlangs in het protocol van den notaris Willem Buer berustende in het archief van Oudmunster „Reddite litteras sigillatas 'i üe' stuk wordt uitgegeven in de Verslagen en Mededeelingen der Vereeni- ging tot uitgave der bronnen van het oud-vaderlandsch recht IV blz. 433.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1901 | | pagina 22