210 q. den directeur van 's Rijks museum van oudheden te Leiden, r. den directeur van het Nederlandsch museum voor geschiedenis en kunst. s. de Yereeniging ter bevordering van het onderzoek naar de ver- schijnselen op den oceaan. t. den Hoogen Raad, den procureur-generaal en den griffier bij dat lichaam. de procureurs-generaal en de griffiers bij de gerechtshoven de /echters-commissarissen en griffiers bij de arrondissements- rechtbanken. w. de griffiers bij de kantongerechten. x. den administrateur en de rentmeesters van het kroondomein. ij. de directeurs der registratie en domeinen. 2. de ontvangers der registratie en domeinen, der successierechten en van het buitengewoon zegel. aa" de bewaarders der hypotheken en Van het kadaster. bb. den rijksbouwkundige van de gebouwen voor onderwijs enz. en de opzichters bij dien tak van dienst, en cc. den architect der rijksmuseumgebouwen te Amsterdam. De archivarissen des Rijks in de provinciën en de archivaris van het Geldersch overkwartier te Roermond hebben in dienstzaken vrije correspondentie a. onderling en voorts met b. den archivaris en den adjunct-archivaris des Rijks. c. de gemeentearchivarissen. d. de gemeentebesturen. e. de colleges en besturen van waterschappen, dijken, polders en hoogheemraadschappen. de directeuren der rijksuniversiteitsbibliotheken. g. den directeur van het krijgsgeschiedkundig archief.' h. de procureurs-generaal en de griffiers bij de gerechtshoven. i. de griffiers bij de arrondissementsrechtsbanken. k. de griffiers bij de kantongerechten. I. den administrateur en de rentmeesters van het kroondomein. m. de ontvangers der registratie en domeinen, der successierechten en van het buitengewoon zegel, en n. de bewaarders der hypotheken en van het kadaster. De gemeente-archivarissen hebben in dienstzaken vrije correspondentie met a. den archivaris en den adjunct-archivaris des Rijks. b. de archivarissen des Rijks in de provinciën en den archivaris van het Geldersch overkwartier te Roermond. 211 c. de directeuren der rijksuniversiteitsbibliotheken. d. den bibliothecaris der Koninklijke bibliotheek te 's-Gravenhage. en e. den directeur van het krijgsgeschiedkundig archief. Zoo men deze lijst nagaatzal men zien dat zij in sommige op zichten verouderd is. Een bijzondere archivaris voor het Geldersch over kwartier te Roermond b.v. is er niet meer. Dat kan geene moeilijkheid geven, maar wel kan er twijfel bestaan, of, waar in den tijd, toen mr. Yan den Bergh Algemeen rijksarchivaris was en jhr. mr. Yan Riemsdijk adjunct-archivaris des Rijks aan die beide ambtenaren vrijdom van brief port verleend is datzelfde recht thans ook behalve aan den Algemeenen rijksarchivaris toekomt aan de drie adjunct-archivarissen die nu aan het Algemeen rijksarchief verbonden zijn. Hunne positie is eene andere als in der tijd die van den adjunct-archivaris des Rijks en in zooverre schijnen zij niet in de rechten van den vroegeren eenigen adjunct-archivaris getre den te zijnde gelijkheid van titel doet echter anders veronderstellen. Onze lijst kan ook overigens tot twijfel aanleiding geven. Men kan vragen, of het wel juist is, dat de Algemeene rijksarchivaris, die te 's-Gra- venhage gevestigd is vrije correspondentie heeft met den daar eveneens resideerenden Hoogen raad en met den daar ook wonenden rijksbouwkun dige van de gebouwen voor onderwijs enz. en de elders gevestigde rijks archivarissen die toch ook met die autoriteiten in aanraking komen niet. Men kan vermoeden dat de directeurs der registratiede rechters- commissarissen enz. abusievelijk zijn overgeslagen in de lijst dergenen met wie de archivarissen in de provinciën portvrij kunnen correspondeeren. Men kan betwijfelenof inderdaad de gemeente-archivarissen welde» rijksarchivarissen in de provinciën niet vrije correspondentie hebben met den bibliothecaris der Koninklijke biblotheek en meenen dat die pro vinciale archivarissen evenals de Algemeene rijksarchivaris vrije correspon dentie hebben met alle bibliothecarissen. Men kan aan eene omissie denken, waardoor de directeur van het penningkabinet niet genoemd wordt onder de ambtenaren, met wie de archivarissen vrije briefwisseling hebben. Men kan veronderstellendat per abuis niet is vermelddat de gemeentearchivarissen onderling en met gemeentebesturen elders port vrij kunnen correspondeeren. Wij zullen waarlijk niet ontkennendat voor die veronderstellingen reden bestaaten dat wij althans naar de ratio van diergelijke bepalingen tevergeefs hebben gezochtmaar wij gelooven tochdat onze opgave in deze juist is. De fout schuilt hier meenen wij niet bij ons. Het ligt, zouden wij denken, op den weg van de Yereeniging van archivarissen er bij de Regeering op aan te dringendat aan deze misstanden een einde worde gemaakt. Het ware te wenschendat onze Yereeniging dan tevens de aandacht der Regeering op een ander punt

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1900 | | pagina 23