203 waren nog van voldoende soliditeitzoodat geene bedenkingen tegen het ontworpen plan behoefden te bestaan. Een belangrijk deel der restauratiedat veel tijd en kosten in beslag heeft genomen was de herstelling, juister de hernieuwing, van den midden- of hoofdtoren. In vroeger tijd was daar een plomp ornament op geplaatst, in het geheel niet passend bij den stijl van het gebouwwelk ornament derhalve werd opgeruimd en door eene nieuwe spits vervangen. Dezedie zich rank uit het dak verheftmoet als eene groote verbete ring worden aangemerkt. Ook verder is het uiterlijk voorkomen des torens zeer verfraaid. De kanteelen der beide buitentorens waarvan nog brok stukken aanwezig waren zijn geheel hersteld en strekken zich uit tot aan de beide torens aan de zijde der Sassenstraat. In de daken der vier hoektorens zijn dakvensters aangebrachtde friezen langs den trans zijn hersteld zoomede de draaglijst en de consoles onder aan den uitbouw die hier en daar met zgn. corbeaux zijn vercierd. Boven den doorgang aan de binnen- en buitenzijde bevindt zich eene nis geschikt tot het opnemen van een of ander beeldin den regel vond daar in vroeger tijden de Schutspatroon der stad zijne plaats. Ook de doorgang zelf is gerestau reerd de bepleisterde muren zijn van hunne kalklaag ontdaanzoodat het metselwerk van het gewelf zichtbaar is. De ribben daarvan komen samen in een sluitsteen die den beschermheilige der stadSt. Michaël vertoont: de lans waarmede de Heilige den draak doorsteekt, is hersteld. Zooveel wat het uitwendige van de Sassenpoort betreft. Op de vraag hoe is die restauratie geslaagd? moet het antwoord luiden: voortreffelijk. Inderdaad maakt het gebouw thands een hoogst bevredigenden indruk statigdoch dank hebbe het effect der vlugge torentjes zonder plompheid staat het middeneeuwsche monument daarnu weder in staat gedurende lange jaren den strijd met den knagenden tijd aantebinden. Vooral van het Weezenland af gezien, als het lommer van den Potgieter- cingel de belendende gebouwen masqueerten de torentjes zoo teeken- achtig tusschen dat groen uitkomen is de indruk zeer gunstig. Jammer dat de poort niet geheel vrij staat, zooals dat, blijkens oude teekeningen, in de 16e eeuw het geval was, toen de tuinen achter de Koe- en Wal- straat nog deel uitmaakten van de stadsgracht. Gaan wij thans na welke veranderingen het inwendige van den toren heeft ondergaan teneinde dienst te kunnen doen als bewaarplaats van archieven. Langs een steenen wenteltrapvan de Sassenstraat komende links in den torenbereikt men de eerste verdieping. De trapniet te gemak kelijk wordt tot dusverre verlicht door een electrisch lampjedat echter in de practijk niet voldoet, en weldra door een gaslicht zal worden ver-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1900 | | pagina 19