100
Robert Fruin. Verspreide geschriften, met aanteekeningentoe
voegsels en verbeteringen uit des schrijvers nalatenschapuitgegeven door
P. J. Blok, P. L. Muller en S. Muller Fz. 's GravenhageMartinus
Nijhoff, 1900. 8°. afl. 11—14.
Bevat: Prins Willem in onderhandeling met den vijand over
vrede, 15721576. (In memoriam. Tafereelen uit Hollands Tachtig
jarigen Strijd, 4e uitg. 1873 afl. 9; 8" uitg. 1874, blz. 275 vlg.)
Het beleg en ontzet der stad Leiden in 1574. (Den Haag, Martinus
Nijhoff, 1874. Met kaart.) De stemming der Katholieke gemeente
en der regeering van Amsterdam tijdens het Geusworden der stad.
(Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. XVI.
Met naschrift, Gids 1896. I blz. 352 vlg.) Over eenige ziekten
van prins Willem I. Uit de aanteekeningen van zijn lijfarts Pieter
van Foreest. (Bijdragen voor Vad. Gesch. en Oudh.3" reeks, III
blz. 1 vlg.) De oude verhalen van den moord van prins Willem I.
(Bijdr. voor Vad. Gesch. en Oudh., 3e reeks, VII blz. 135 vlg.)
Motiey's Geschiedenis der Vereenigde Nederlanden. (Gids 1862.)
W. P. O. Knuttel. Catalogus van de Pamfletten-Verzameling
berustende in de Koninklijke Bibliotheek, met aanteekeningen en een
register der schrijvers voorzien. III. 1689—1713. 's GravenhageAlge-
meene Landsdrukkerij, 1900. 4°. VI, 480 blz.
Op het uitnemende belang van dezen catalogus en de voortref
felijke wetenschappelijke bewerking er van behoeven wij niet de
aandacht te vestigen. Dr. Knuttel beschreef in dit deel 3136 pam
fletten (nrs. 13065—16201).
Amsterdam in de Zeventiende Eeuw. 's Gravenhage, W. P. van
Stockum en Zoon, 1900. F°. afl. 12.
InhoudG. Kalff. Huiselijk en maatschappelijk leven. V.
Begraven. VI. De burgerij buitenshuis. VII. Spelen en ver
maken. VIII. De lagere standen.
Vierde Jaarlijksch Verslag van het Geschied-, Taal-, Land- en
Volkenkundig Genootschap, gevestigd te Willemstad, Curagao. Amster
dam, J. H. de Bussy, 1900. 8°. 168 blz.
Inhoud: Verslag. J. H. J. Hamelberg. Tobago. Een
vergeten Nederlandsche kolonie. (Tijd van ontdekking onzeker. In
1580 misschien door Engelschen bezet. Jakob I annexeert het in
1608. In 1632 stichten Zeeuwen er een kolonie, die in 1634 te
niet gaat. In 1654 koloniseeren de gebroeders Lampsins uit Vlis-
singen erniettegenstaande de aanspraken van den hertog van Koer-
101
land en van Engeland en Frankrijk. In 1676 deed de commandeur
Jacob Binckes zijn roemrijken tocht naar Tabago, door de Jonge
uitvoerig beschreven. Het volgende jaar moest Binckes het echter
aan d'Estrées overgeven. Sedert werd het herhaaldelijk veroverd
en weer teruggegeven: sedert 1814 behoort Tabago aan Engeland.)
Bijlagen, daarbij behoorende. M. V. Zwijsen. De Hollanders
op Porto Rico in 1625. (Aanval van admiraal Boudewijn Hendrix
op dat eiland, door Juan de Haro afgeslagen.) J. H. J. Hamel
berg. Uittreksel uit de Laet daarover. Dez. Eene bladzijde uit
de geschiedenis van St. Eustatius. (Sedert 1775 was dit eiland het
middelpunt van een voordeeügen smokkelhandel op de opgestane
Amerikaansche gewesten. Deze werd zeer begunstigd door den
gouverneur Johannes de Graaff. Engeland klaagde daarover bij de
Staten Generaal, die de Graaff in 1777 naar Holland opontboden.
Maar hij wist zich naar genoegen der Staten Generaal te rechtvaar
digen en vertrok in 1778 weer naar St. Eustatius. Zoo was hij het
ook, die in 1781 het eiland aan Rodney moest overgeven. De
Engelschen hielden er op Engelsche wijze huis, maar werden in
1783 door de Franschen op hun beurt verdreven. In 1784 kreeg
de Republiek het eiland terug.) A. Telting. Archivalia betref
fende St. Eustatius, St. Martin en Saba, berustende in het Alge
meen Rijksarchief te 's Gravenhage. J. H. J. Hamelberg.
Sisalcultuur. Opgaaf van de crediteuren en debiteuren der W.
I. C. op St. Eustatius en Saba in 1686.
B.
Berichten.
Het albumdat door verschillende ambtenaren van de rijksarchieven
aan jhr. mr. V. de Stuers bij zijn jubilé is aangeboden, waarover door
den heer Gonnet op blz. 7 en 8 van de vorige aflevering het een en
ander is medegedeeld, en dat de afbeeldingen der elf rijksarchiefgebouwen
met een korten toelichtenden tekst bevat, is thans ook voor 7.50 door
de uitgevers H. Kleinmann en Co. te Haarlem in den handel gebracht.
De opdracht aan den heer De Stuers, waarmede het is versierd, mag
hier wel herhaald worden
„Tot ons, ambtenaren bij de Nederlandsche rijksarchieven, kwam het
gerucht, dat het voornemen bestond eene blijvende herinnering te vervaardigen
aan het feit, dat heden vóór 25 jaren de Aideeling van Kunsten en Weten
schappen bij het Ministerie van Binnenlandsche Zaken werd opgericht. Het
denkbeeld trok ons dadelijk aan; wenschelijk hebben wij het zelfs geacht,
onzerzijds tot het beoogde doel mede te werken, zelfstandig, afgescheiden van de
andere belangstellenden. Want meer dan eenige andere tak van den openbaren