98 Literatuu r-k r o n i e k Mr. J. G. Ch. Joosting en Dr. H. Brugmans. Inventaris van het oud-archief der provincie Zeeland. Deel III. Beredeneerde inventaris van de charters en oorkonden der graaflijke regering. 1119—1450. 3d° aflev. (1407—1450), bewerkt door wijlen J. P. van Visvliet. Middelburg, 1898. Bij het overlijden van den provincialen archivaris J. P. van Visvliet was deel III van den inventaris nog niet volledig verschenen. Van eene derde aflevering waren 5 vellen afgedruktde kopij voor een 6de lag grootendeels gereed. Het oud-archief der Staten ging toen tevens over aan het rijk doch voor den rijksarchivaris was geen reden, tot het vervolgen der uitgave te raden, waar thans andere opvattingen geldendan ten grondslag liggen aan den in ventaris. Waar echter reeds zooveel was afgedrukt, meende mr. Fruin goed te doen, de aflevering te voltooien tot 1450; voor de volgende jaren kunnen de kortere regesten in deel II volstaan. Philippus de Leyden. De cura reipublicae et sorte principantis uitgegeven door R. Fruin en P. C. Molhuysen. 's GravenhageMart. Nijhoff, 1900. (Oude vaderlandsche rechtsbronnen Tweede reeksdeel I.) In 1864 was het boek van Philippus de Leyden een onderwerp van studie, zoowel voor prof. R. Fruin als voor prof. M. S. Pols beiden gevoelden ook later behoefte aan eene goede uitgave. Na zijn aftreden begon Pols deze voor te bereiden, doch kwam niet gereed. Na zijn dood nam Fruin de uitgave op zichmits hij steun zou ontvangen, die hem in dr. P. C. Molhuysen gewerd. Doch toen kwam Fruin's overlijden storen; daardoor wordt alleen gegeven de tekst, niet de voorgestelde commentaar, historisch en exegetisch. De tekst dezer uitgave is geheel gebaseerd op de editio princeps van 1516; 2 exemplaren daarvan waren ter beschikking: een van de Universiteits-bibliotheek en een van de Bibl. Thysiana te Leiden. Uitvoerige mededeelingen worden gegeven omtrent de geschiedenis der uitgave. Handelingen en mededeelingen van de Maatschappij der Nederlandscho Letterkunde te Leiden over het jaar 18991900. Leiden 1900. Bij de HandelingenG. J. W. Koolemans Beynen, De invloed van de Oranje-partij in Gelderland op het voornemen tot de landing der Engelschen en Russen in Noord-Holland in 1799 (bladz. 162—176). 99 (Uit de papieren van J. E. O. baron van Lijnden, hofmaarschalk van Willem Y en een der hoofden van de Oranje-partij in de Bataafsche Republiek. Hij werd door den Gelderscheu adel in het begin van 1799 naar Berlijn gezonden om den Koning de belangen van het huis van Oranje aan te bevelen. Bij hem is hoogstwaar schijnlijk het denkbeeld van de expeditie naar Noord-Holland het eerst opgekomen en door hem is het te Berlijn aan de Engelschen gesuggereerd.) II. Mededeelingen. P. L. Muller, De uitbreiding der Europeesche beschaving over de aarde (bladz. 335); S. G. de Yries, De „Musyck-boecken" in het bezit van Const. Huygens (bladz. 3644); A. Kluyver Eene onuitgegeven lijst van woorden, afkomstig van Zigeuners uit het midden der 16de eeuw (bladz. 4555). Levensberichten der afgestorven medeleden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. Leiden, 1900. Hierin o.a. een levensbericht van prof. R. Fruin door prof. P. L Muller. Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch regt en geschiedenis. Verslagen en mededeelingen, 218te stuk. Zwolle, 1900. Inhoud: Mr. R. E. Hattink, De heerlijkheid Almelo1236 1420 (bladz. 153); Dr. A. Benthem Gz.De burcht van Enschede en zijne adellijke gerechtigheden (bladz, 5488)Dr. C. te Lintum, Mr. J. W. Racer als patriot (bladz. 89128); J. H. Hofman, Verhouding van Overijssel tot Drenthe (bladz. 129133). Dezelfde Vereeniging. Verslag van de handelingen der 858te verga dering, 5 Juni 1900. Zwolle, 1900. Mr. R. E. Hattink bespreekt het woord „vluys" en de boer- bank en de boerkerk van Albergen (beide verhandelingen zullen in de werken der Vereeniging verschijnen); van den brief van Jan Flapuit (besproken in eene vorige vergadering) blijken meerdere exemplaren te bestaanterwijl ook een antwoord daarop getoond wordt van Gerrit neve aan Jan Flapuit; Mr. A. A. W. van Wulfften Patthe bespreekt de volkstaal van Overijsel en het Gotisch; F. A. Hoefer doet wederom mededeelingen omtrent de historische kaarten, en deelt mede eene Zwolsche ordonnantie d.d. 1631, bepa lende de daghuren van metselaars en timmerlieden; Dr. A. Benthem Gz. toont een boekje d.d. 1740 met gekleurde wapens van de ridderschap en de kleine steden van Overijsel, afwijkende van de bekende wapens. J. DOOR

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1900 | | pagina 21