48
van karakter. Gewoonte wordt het zich onttrekken aan het vermeten
en verbodemenhet betalen der stapelrechten werd ontdoken. In
1795 werd het stapelrecht afgeschaft, daar het een privilege was.
liet Maasrecht was reeds te niet gegaan, waarschijnlijk in de
17de eeuw; in 1750 was het reeds lang vergeten. J.
Robert Fruin. Verspreide geschriften, met aanteekeningentoe
voegsels en verbeteringen uit des schrijvers nalatenschapuitgegeven door
P. J. Blok, P. L. Muller en S. Muller Fz. 's GravenhageMartinus
Nijhoff. 8°. afl. 7-10.
Bevat: De Nederlandsche beroerten in de XVI6 eeuwuit een
Katholiek oogpunt beschouwd. (Gids, 1867, III, 283 vlg.) Een
proeve van historische kritiek. (Gids, 1869, I, 193 vlg.) De
overwinning bij Heiligerlee. (Kleine stukjes uitgegeven door de
Maatschappij tot Nut van het Algemeenno. 46.) Prins Willem I
in het jaar 1570. (Gids, 1897, I, blz. 1 vlg.) Nederland in
1571 betrokken in de politiek der groote mogendheden (onuitgegeven.)
Alva's plan van veldtocht voor 1572. I. (onuitgegeven.) II.
(Verslag van de algemeene vergadering der leden van het Historisch
Genootschap, 1895, blz. 20 vlg.) De voorbereiding in de bal
lingschap van de Gereformeerde Kerk van Holland, (Archief voor
Nederl. Kerkgeschiedenis V, 1 vlg., VI, 391 vlg.) De Gorcumsche
martelaren (Gids, 1865, II, 293 vlg.; met aanhangsel: Hand. en
Med. Maatsch. Ned. Lett. 1886/7, 83 vlg.).
Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. XXI.
Amsterdam, Joh. Muller, 1900. 8°. LUI, 362 blz.
Koopmansadviezen aangaande het plan tot oprichting eener
Compagnie van Assurantie (1629 1635), medegedeeld door P. J.
Blok. (Het onderwerp ismede naar deze stukkenvroeger behandeld
door prof. Blok in Fruins Bijdragen. Maar de publicatie ervan wordt
gemotiyeerd door de vele details over onzen handel in zijn bloeitijd
die in deze adviezen voorkomen.) Opgaven omtrent inkomsten
goederen, hoorigendienstmannen en rechten der abdij Egmond uit
den tijd van abt Walter (7 Sept. 113028 Nov. 1161), medege
deeld door C. Pijnacker Hordijk. (Het vervolg en slot van het
bekende Egmondsche cartularium uit de 15e eeuw, waarvan het
eerste gedeelte is uitgegeven door Bakhuizen van den Brink in
Het Nederlandsche Rijksarchief I.) Historische bijdrage betreffende
de verponding te Gouda, medegedeeld door L. M. Rollin Couquerque.
(Protest tegen de verponding van 1514, maar uit lateren tijd.)
49
Reisverhaal van Jacob van Neck (15981599), medegedeeld door
H. T. Colenbrander. (De tweede reis naar Indiëuitgerust door
de Oude Compagnie te Amsterdam. Het reisverhaal bleef aan de
Jonge en Tiele onbek nd.) Brieven van Joost van Cranevelt uit
Groningen (JuniJuli 1568), medegedeeld door J. S. van Veen.
(Over Alva's tocht naar het Noorden.) Een memorie over den
toestand der West-Indische Compagnie in 1633, medegedeeld door
M. G. de Boer. (Ingediend bij gelegenheid van de vredesonderhan
delingen met de Zuidelijke Nederlanden en begrijpelijkerwijze tegen
den vrede gericht.)
Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde. Vierde
Reeks, I, 3 en 4. 's GravenhageMartinus Nijhoff, 1900. 8°.
H. S. M. van Wickevoort Crommelin. Abraham de Wicque-
fort (20 November 160723 Februari 1682). Met portret. (Bij
dragen tot zijn levensgeschiedenis, vooral betreffende zijn jeugd,
zijn langdurig verblijf te Parijs in Franschen dienst en zijn ver
houding tot de Witt, geput uit familiepapieren, stukken van het
Huisarchief en van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken te
Parijs.) Th. Bussemaker. De Republiek der Vereenigde Neder
landen en de Keurvorst-Koning George I (De Republiek stond
na den vrede van Utrecht geheel berooid en geïsoleerd. De troons
beklimming van George I in Engeland en het optreden van het
Whig-ministerie scheen voor haar een uitkomst. Maar de hooge
verwachtingen der Staten-Generaal werden volledig teleurgesteld.
Engeland stuurde aan op een verbond met den Keizer en om dat
mogelijk te maken, liet het de Republiek in den steek, toen deze
een sterke barrière in de aan den Keizer toegevallen Zuidelijke
Nederlanden eischte. Zij moest veel toegeven, maar nog niet
genoeg naar den zin van Karei VI; daardoor verwijderde zij zich
van Engeland en den Keizer beiden. Een ander punt van geschil
was de Noordsche oorlog, waarin George, om voor Hannover Bremen
en Verden te verwerven, Engeland met kracht wilde doen optreden,
terwijl de Republiek slechts haar handel in de Oostzee wilde
beschermen. Zoo werd de verwijdering tusschen de beide Zeemo
gendheden steeds grooterwaarvan Frankrijk profiteerde. W. P. C.
Knuttel. Ericus Walten. (Pamfletschrijver, die van 1688 tot 1692
een aantal blauwboekjes in het licht heeft gezonden over de politiek
van Engelands koning, Jacobus II en den tocht van Willem III
naar Groot-Brittannië, den strijd te Rotterdam gevoerd over het recht
der overheid in kerkelijke zaken, het geschil tusschen den stadhouder
en de Amsterdamsche regenten over de schepenenverkiezinghet