46 Andries van Anderlecht als gouverneur van Tiel (1573—1575), bladz. 275—292; F. A. Hoefer, Uit het archief der classis van Harderwijk, bladz. 293—299; Jac. Anspach, Nog iets over papiermolens op de Yeluwe, bladz. 301309; en boven dien verschillende kleine mededeelingen. Dr. B. van Rijswijk, Geschiedenis van het Dordtsche stapelrecht. Gravenhage, Mart. Nijhoff, 1900 (Diss. Leiden). Stapelrecht is een bekende term, maar niet bekend is, wat ouder is de gedwongen stapel (gevestigd door den vorst) of de vrije stapel (gevestigd door de gewoonte voor eene invloedrijke stad). Eerst in de tweede helft der 13de eeuw blijkt Dordt te zijn eene handelsstad van eenige beteekenis, vooral de lakenhandel was in bloei; terwijl wel in 1200 al gesproken wordt van „oppidum", maar omtrent den handel niet veel blijkt. Sedert 1249 dagteekenen de privilegiën van tolvrijheid voor de Dordtenaren op IJssel, Lek, Oude Maas en Merwede in 1284 werden deze uitgebreid voor het geheele land met dezelfde beperking als in 1249 (behalve laken, wijn, staal en ijzer, zout en mondkost). Om Dordt verder te steu nen en met Brugge te doen concurreeren verkeersprivilegiën voor vreemdelingen. In '1299 verkreeg Dordt voor het eerst het stapelrechtalle koopwarendie Merwe of Lek op- of afkwamenmoesten te Dordt ter markt worden gebracht; het niet verkochte mocht worden verbodemd op een Dordtsch schip en elders verkocht. Een groot voordeel aan de eene zijde, bleven de nadeelen ook niet uit: de energie ver slapte onder de kooplieden, omdat zij geene moeite behoefden te doen, goederen naar Dordt te krijgen. Wel bloeide in den beginne de handel op, doch later veranderde dit, toen Dordt tyrannie ging oefenen en de tijdsomstandigheden anders werden. In 1326 verloor de stad haar privilege wegens geschil met de Noord-Hollandsche steden, die zich beriepen op hare (hierbuiten staande) privilegiën van tolvrijheid; tien jaar later is het stapelrecht hersteld. Daarbij werd in 1338 aan Dordt het Maasrecht geschonken „alle coggen ende „scependie in die Mase comen van Oestlant of comen sullen", moeten met hunne volle lading „zonder ontladen" opvaren naar Dordrecht „ter hoechster maerct"' om hun goed aldaar te verkoo- pen. Groot nadeel bracht dit anderen steden als den Briel, Schie dam. Schepen gecharterd naar Vlaanderen en de kooplieden van Pruisen en Westphalen waren vrij. Ten slotte ontving Dordt in 1342 twee vrije jaarmarkten (Mei- en Bamismarkten). Ook voor den graaf was dit stapelrecht van belangimmers door 47 het opslaan en verbodemen te Dordrecht konden voorbij de grafe lijke tollen elders geene goederen worden gesmokkeld, zooals vroe ger dikwijls schijnt te zijn geschied. In 1355 gaf Willem V aan het Dordtsche stapelrecht zijne grootste uitbreiding, door daaraan ook te onderwerpen de goederen vervoerd op Rijn, Maas, Waal en IJssel; slechts de inwoners van Zieriksee, Middelburg en Dordt ontvingen vrijstelling voor zout, dat zij naar Keulen of Yenlo mogen brengen zonder verstapelen te Dordt, mits zij onderweg niet verkoopenterugkeerende mogen zij ook Dordt voorbij varen. Het privilege verklaart ook „stapel houden" „vercopen ende vermeten op eenen anderen bodem". In de 17de en 18d6 eeuwen werd onder „stapel houden" en „verstapelen" verstaan: het verbodemen der goederen en het betalen van zekere rechten. Verschillende privilegiën werden nog verleend, ten einde Dordt's stelling als handelsstad te versterken. Bovendien ontving Dordt van 13581360 de Duitsche Hanse-koopliedendie geschil hadden met Brugge doch hun handel werd niet blijvend verlegdook latere pogingen van dien aard gelukten niet. En evenmin kon Dordt den voor- naamsten handel verkrijgen met de Noord-Duitsche steden. De Hoeksche en Kabeljauwsche twisten oefenden invloed op het stapelrecht. Gorinchem verkreeg stapel vrijheidtrok daardoor veel handel. In 1391 sluiten zich bijna alle Hollandsche steden aaneen met den heer van Arkel tegen Dordt (Hoeksch); in 1393 verwierven zij van hertog Albrecht vrijdom van den stapel. In 1404 de Hoekschen verkregen meer invloed werd Dordt's recht hersteld. Ook later zien wij steeds tegenkanting tegen het gehate sta pelrecht, dat anderen steden groote schade deed; terwijl daarentegen Dordt zoo gestreng mogelijk optrad, wanneer het invloed had. Dit was b.v. het geval in de tweede helft der 15d0 eeuw, toen wij Dordt zich zien stellen naast, ja soms tegenover, den landsheer- Eene merkwaardige deductie werd naar aanleiding van nieuwe twisten door Dordt in 1505 opgesteld. In 1537 ontstaat tus- schen Rotterdam en Dordrecht een geschil over de al of niet stapel vrijheid van den IJssel, waarin Karei V 18 Oct. 1540 uitspraak deed, beslissende dat Dordt wel haar stapelrecht zou behouden, doch „mit zulcke limitacieordonnancienrestrinctien „ende modification", als hij later zou bevelen. In het volgend jaar volgde eene nieuwe ordonnantie op het stapelrecht, die dit geducht besnoeide. Na 1541 verwordt het: de macht van den landsheer gaat over op de Staten (voor een groot deel vertegenwoordigende de met Dordt concurreerende steden), de groothandel is veranderd

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1900 | | pagina 29