44
Literatuur-kroniek,
door Mr. J. G. Ch. Joosting en Dr. H. Brugmans
Nasporingen en studiën op het gebied der Nederlandsche krijgsge
schiedenis. 5de jaarverslag (1 Oct. 1898/9), 's Gravenhage, Gebr. van
Cleef, 1900.
I Voortzetting der nasporing en enz. Betrekkingen zijn aange
knoopt met verschillende buitenlandsche archieven. De politie-archieven
der gemeenten en archivalia van Binnenlandsche Zaken werden toe
gankelijk gesteld te Amsterdam is reeds een onderzoek ingesteld
(vooral voor 18301839 van belang). „Voortdurend komen nog
„bescheiden in voor den onderhanden arbeid van den majoor Koole-
„mans Beynen" (over 1799); vooral Londen leverde hiervoor veel
daarbij bleek opnieuw, „hoe nauw de staatkunde en de krijgskunde
„in den oorlog verwant zijn". Zoo „is thans een bijna volledig
„licht geworpen op de knjgsgebeurtenissen van 1799". Mede-
deelingen omtrent de gedane nasporingen (het archief der gemeente
Zutphen bevat volgens opgave van den ambtenaar aan 't archief
veel belangrijks; ook die van Montfoort, Sittard, Venlo, Weert,
Wijk bij Duurstede en IJsselstein). Overal werd medewerking
ondervonden en met ijver gewerkt. II. Aanwinsten van het
krijgsgeschiedkundig archief (het belangrijkst zijn de bewerkte bun
dels) 33 boekdeeien, 195 registers, bundels met excerpten, afschrif
ten en gedrukte, en 22 kaarten, plans en teekeningen. III.
Gebruik der krijgsgeschiedkundige bescheiden (o. a. ook door buiten
landers). IV. In bewerking zijnde bescheidenHet werk van den
kolonel Wüppermann (de vorming van het Nederlandsche leger na de
omwenteling van 1813 en het aandeel van dat leger aan den veld
tocht van 1815) is ter perse; dat van den majoor Koolemans
Beynen (over den veldtocht van 1799) zal 't volgend jaar ter perse
gaan de verdere arbeid wordt voortgezet. -- B ij 1 a g e n I. Stand
der krijgsgeschiedkundige nasporingen in de rijks-, gemeente- en bijzon
dere archieven en ter griffie der verschillende provinciën, op 1 Oct.
1899, II. Aanwinsten van het krijgsgeschiedkundige archief sedert
1 Oct. 1898.
Jhr. Mr. A. P. O. van Sasse van IJsselt. Nieuwe catalogus
der oorkonden en handschriften, berustende in de boekerij van het
Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-
Brabant. 's Hertogenbosch. P. Stokvis en Zoon, 1900.
Van den catalogus, in 1875 opgemaakt door Jhr. Mr. P. J.
ridder van der Does de Bije, zijn bijna geen exemplaren meer
45
voorhandende collectie is sedert aanmerkelijk vermeerderdeen
nieuwe catalogus wordt dus gegeven, waarin gevolgd is de indee
ling in oorkonden en handschriften overeenkomstig den in den eer
sten catalogus gestelden regel. De handschriften zijn nu uitvoeriger
beschreven, in rubrieken verdeeld en zooveel mogelijk alphabetisch
gerangschikt. Alphabetische registers bevorderen het gebruik.
Gel re. Vereeniging tot beoefening van Geldersche geschiedenis,
oudheidkunde en recht. Bijdragen en mededeelingen. Deel III. Arnhem,
P. Gouda Quint.
J. Gimberg, Eene Geldersche stad in de middeleeuwen,
(Zutphen), met eene kaart, bladz. 1 32; Dr. J. S. van Veen,
Hengelo en Zelhem op het Gooi, bladz. 3337; H. D. J. van
Schevichaven. Het Rijk van Nijmegen zijn dorpen en
heerlijkheden (1. Onder het Roomsche rijk, 2. De verpanding, 3. Na
de verpanding4. Het rijk met de dorpen en heerlijkheden daarin
Bijl. de artikelen der verpanding), bladz. 39—80; J. H. Hof
man, Het geslachtboek der hoeren van Dorth, bladz. 81116;
Dezelfde, De landdrosten van den Berghbladz. 117121;
J. A. Heuff Az.Het ambtmanschap in Neder-Betuwe
(I. De betrekking, II. De belooning), bladz. 123154; J.
H. Hofman, Winterswijk, een stukje dorpsgeschiedenis, bladz.
155158; -Dezelfde, Dr. Arend van den Slichtenhorst
bladz. 159—164; G. J. Brenkman, Het gieten der toren
klokken te IJzendoorn en te Echteld, bladz. 165—171; H. J.
Schouten Aanvulling en verbetering op de verhandeling van
den heer H. Portheine Jr. over de O. L. V. kerk te Harderwijk,
bladz. 173—175; J. H. Hofman, Duistervoorde in het ambt
van Voorst, bladz. 177—186; V. G. A. Bosch, De Arn-
hemsche plateelbakkerij van Johan van Kerckhoff, met figuren,
bladz. 189213; Overzicht van de verschillende
besturen in Gelderland tusschen 1795 en 1813, bladz. 215—236
J. A. Heuff Az. Overblijfselen van het kasteel Burenmet
afbeelding, bladz. 237—241; G. Büsken Huet, Klachten
over graaf Reinald I van Gelre bij koning Philips van Frankrijk
over handelingen van graaf Guy van Vlaanderen, bladz. 243 264;
p. jsp van Doorninck, Leenacten betreffende Geldersche
goederen, 1313—1334, uit het grafelijkheidsregister van Holland,
genaamd Ghelre E L 30, berustende in het rijksarchief te s Gra
venhage, bladz. 265 -270 B. H. Klönne Brief van den
schout van Amersfoort aan Willem den Zwijger, bladz. 271 274;
Dr. J. S. van Veen, Aanvulling der correspondentie van