40 symmetrische indeeling van den houw. Aan weerszijden twee ruime ver trekken, het eene bestemd voor den archivaris, het andere voor leeszaal van het publiek, tevens werkkamer der klerken, en daartusschenin de kamer voor den (of de) adjunct-archivaris(sen). Alle drie vertrekken zijn betimmerd met blank eikenhouten lambriseering en voorzien van een groot aantal ruime kasten met schuifdeuren. Evenals in de Commissiekamer en in de garderobe zijn in elk dier kamers parketvloeren aangebracht, vastgelegd in asphalt op den cementvloer. De ramen zijn voorzien van gekleurde bovenlichten. Zelfs in de beide groote vertrekkendie ongeveer 11 M. lang zijn, is overvloed van licht. Ook hier bestaat het meubilair uit gerookt eikenhout met blank kalfsleeren bekleeding. De bovenverdieping wordt ingenomen door een ruime werkkamer voor den binder, geheel ingericht voor het wasschen, herstellen en op zetten van kaarten, gravures en teekeningen van den atlas, een berglokaal (voor doubletten van den atlas, materiaal, enz.), een zolderruimte, een ruim photografisch atelier, waar de vloer, evenals in de binderij beneden, van houtgraniet vervaardigd is en een donkere kamer. Alle andere vloeren op deze verdieping bestaan uit tegels. Het voorste gedeelte van het gebouw wordt gedekt door een schuine, houten kap, het overige door houtcement, aangebracht op gewelfjes van stampbeton. Het administratiegebouw bestaat aldus uit twee verdiepingen, elk 5 M. hoog en een zolderverdieping; het achtergebouw of magazijn daaren tegen uit 4 verdiepingen van 2.50 M. Elk dezer verdiepingen is in het 41 trappenhuis, hetzij op een vestibule, hetzij op een der beide bordessen in de trap, in verbinding met het voorgebouw door een gang van 1.50 M. breedte; er zijn dus vier gangen boven elkaar, die elk weer afgesloten zijn met een zware ijzeren branddeur, voorzien van zelfwerkende zephyrsluiting. Het magazijn vertoont in hoofdzaak hetzelfde type als in den laatsten tijd overal toegepast is. Daar het mogelijk was over een ruim terrein te beschikken, zijn er eenige afwijkingen van de bestaande inrichtingen uit gevoerd: zoo b.v. loopt midden door het gebouw, loodrecht op den as, een gang 1.50 M. breed, terwijl ook aan weerszijden bij de ramen gangen elk van 0.75 M. zijn aangebracht. Hierdoor zijn de kasten heel wat ge makkelijker bereikbaar. a ill! fpPWfPl'y 1 Ir De breede ijzeren trap in het midden van het gebouw is ontegenzeg gelijk een verbetering voor de smalle wenteltrappen die meestal in een hoek van het gebouw in een toren worden aangetroffen. In de onmiddel lijke nabijheid daarvan is een stel lifts, voor handkracht. De vloeren bestaan uit gesmeed ijzeren tralieroosters en loopen tot onder de kasten door. De kastengeplaatst op afstanden van 1.25 M.zijn van hout met houten planken, een en ander geverfd in lichte tint. Zware ijzeren verticalen op zeer zware fundeeringen dragen den geheelen last der kastenmeer nog dan de murendie evenals die van het voorgebouw 50 cM. dik zijn, voorzien van een spouw om vocht te keeren. Doorsnede B laai Doorsneds G.ID.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1900 | | pagina 26