24 zullen geene goed toegeruste ambtenaren aan onze archieven leveren. Er is erger reeds boort men weder mompelen van deserties, en al is gelukkig de reputatie van onbruikbaarheid voor de praktijk een afdoend beletsel voor vele archivarissen om hunne plannen uit te voeren, geen twijfelof de bekwaamsten zullen met een behendigen sprong dezen Chi- neeschen muur weten te overschrijden. Waar is de navolger van onzen ex-ambtgenoot Mr. Gratama, die als een andere Curtius moedig in den afgrond springt en ons redt uit onze benarde positie, door aan ons een nieuw Koninklijk Besluit te bezorgen en aan zich zeiven eene schitte rende carrière als loon voor zijn stout bestaan? is eene andere reden, waarom het mij niet verbaast, dat zeer weinigen buiten noodzaak ons ambt verkiezenwaarom ik zelfs gewoon ben eventueele gegadigden ernstig te waarschuwen, wel te overwegen wat zij doen. Zekereenige geestdrift voor het zelfgekozen vak kan eene schrale bezoldiging aannemelijk maken. Maar is het even zeker, dat de magen zelfs van deze enthousiasten op den duur bestand zullen blijven tegen de verrassingendie als piquante saus het wat magere menu plegen te kruiden? Dit jaar leverde er weder eene, meer dan eene. Ik bedoel niet het voorgevallene in den gemeenteraad van Dordrecht, waar een lid zich veroorloofde onzen ijverigen ambtgenoot, die zooveel gedaan heeft om den toestand van het Dortsche archief in alle opzichten te verbeteren, onder alle waardeering zijner aan de gemeente bewezene diensten, een voudig naar huis te zenden in de verwachting, dat zulk een bekwaam man stellig wel iets anders, iets beters zou vinden! Ik bedoel dit niet, want 'smans uitval bleek eene onvoorzichtigheid, die, verre van weerklank te vinden, integendeel aanstonds met warmte weersproken werd. Neenik bedoel iets andersiets veel ergers het is de Leeuward- sche gemeenteraad, die ons daarop onthaalde. In de vergadering van den raad van 13 Maart 1.1. was de vervanging van den gemeente archivaris aan de orde en werd de zaak uitvoerig besproken. Het Dage lijksch Bestuur had vooraf zijne meening gezegd; hoort! „Tot nog toe was de meer op zich zelf staande positie van de archivarissen oorzaak, dat zij zich in hoofdzaak toelegden op de wetenschappelijke zijde van hun werkkring en daardoor aan het administratief gedeelte van hun taak minder recht heten wedervaren. Dit moet veranderenen daarom bestaat op dit oogenblik dringende behoefte aan een ambtenaar, die, al zou hij geen academischen graad bezitten, genoeg vakman is, om onder den secretaris zelfstandig al den administratieven arbeid het maken van registers, indices, klappers enz. te verrichten." Deze Ultspraak bepaalde den toon van het debat; maar naar aan leiding van de dringende vragen van een raadslid kwam toch nog een en ander te berde, dat niet zonder belang was. Het bleek, dat nog niet 25 alle stukken van het archief van indices voorzien warenen dat de indices, die gereed warenniet gemakkelijk te raadplegen warenomdat er Teen algemeene index ontbrak." Maar er was nog een ander bezwaar men had, naar het schijnt, chronologische tafels of naamregisters vervaardigd, terwijl zaakregisters gewenscht werden en wel niet meer of minder dan één algemeen zaakregister op het geheele archiefHet Dagelijksch Bestuur achtte zulk een algemeenen index zelfs bepaald noodigom het archief eenigszins aan zijn doel te doen beantwoorden De thans afgetreden archivaris had (begrijpelijker wijzeverklaarddat voor zoo iets een menschenleeftijd noodig was. Maar de Burgemeester achtte het waarschijnlijker, dat de oorzaak van den min bevredigenden toestand elders moest gezocht worden, in het feit, dat, waar „een administratief man" werd noodig geacht, „een wetenschappelijk man" was gekozen, „geen commies-archivaris, maar een archivaris." Daarom wenschte men nu „een ambtenaar, wiens arbeid in de eerste plaats aan de belangen der administratie, in de tweede aan de eischen der wetenschap zou ten goede komen", een commies, doch (N.B.) met het tractement van een adjunct-commies! En het advies van het Dagelijksch Bestuur werd zonder stemming aangenomen. Daar staan wij derhalve voor het verpletterende feit. De gemeente raad van Leeuwarden heeft het uitgemaakthet hoofd van een archief behoort geen wetenschappelijk man (vooral geen gepromoveerde!) te zijn; veel beter is men gediend van een eenigszins ervaren administrateurdie werkt volgens de instructiën van den gemeente-secretaris. Men is wel zoo goed er bij te voegen, dat ook iemand, niet onbekend met archieven, ja zelfs een beambte bij de rijksarchieven voor eene benoeming in aanmerking mogen komen; en waarlijk, er bestaat geen bezwaar, dat de archivaris zich incidenteel, als het dagwerk is afgeloopen, wijde aan de wetenschap! Nu ga ik het gemeentebestuur van Leeuwarden eens recht verbazen. Ik ben meester in de rechten en archivarisja ik heb zelfs de eer aan het hoofd te staan van de Vereeniging van archivarissen. Welnu, ik hen het volkomen eens met de kern van het betoog van den Burgemeester. Ik begrijp niet juist, waarom het werk, dat in den gemeenteraad van Leeuwarden (eenigszins vaag, maar populair uitgedrukt) wordt aangeduid als „het aanleggen van registers op hot archief" identiek schijnt geacht te worden met het „voldoen aan de dagelijks terugkeerende behoeften der gemeente-administratie"ik ben van meeningdat dit werk al is het als voorbereiding onmisbaar niet dat is, waardoor de gemeente belangen het allermeest gediend worden. Maar met dat al vind ik ook, evenals de Burgemeesterdat de archivaris zich in de eerste plaats daar mede moet bezighouden. De Burgemeester ziet mij ongeloovig aan „Dus is mijnheer geen wetenschappelijk man vraagt hij twijfelend. Het kan

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1900 | | pagina 17