132
Het recht verstand van wat een archief is, is maar aan weinigen
gegeven. En al mogen we van den leek niet vergen dat hij de omschrij
ving van de formule vervat in par. I van de „Handleiding" van buiten
kent, het blijft een treurig verschijnsel dat men van een archief al even
weinig begrip heeft als van de een of andere bacterie.
Het grootste deel der intellectueele „upper ten" en dan nog
alleen de goedige en meest welwillende beschouwen een archief als
een noodzakelijk kwaad, dat het land jaarlijks veel kosten geen practisch
nut afwerpt. De Vandalen, die „den ouden rommel" het liefst zouden
zien opgeruimd, kunnen buiten bespreking blijven. En acht de een of
ander het noodig een blijk van belangstelling in onzen werkkring te
geven, dan klinkt de vraag „wat men dan toch in 's Hemels naam wel
uitvoert", in den regel zoo ironischdat het verstandig is daarop het
antwoord schuldig te blijven.
In den Haag is de naam Rijksarchief het best bij de dames bekend,
omdat het naast den bekenden banketbakker Mönchen gelegen isen de
vrouwelijke nieuwsgierigheid bij het gaan en komen uit den winkel op
het groote imposante gebouw wordt gevestigd.
Hoe men het Rijksarchief nog vinden zal, wanneer wij over een
paar jaar onzen bekenden buurman zullen hebben verlaten en het depót,
geheel ingesloten, alleen aan de bureaux aan het Blijenburg zal kenbaar
zijnis nog niet te gissen.
Wij zullen dan met een kleine variatie op het bekende rijmpje, dat
vader Cats eertijds op het huis van Van Beuningen maakte, hetwelk
in de helft der XVII6 eeuw eveneens geheel tusschen de huizen lag
ingeslotenkunnen zeggen
„Het schoonste huis van 's-Gravenhage
Der beste-kenners zelfs behage
Is 't nieuw Archief. Wat een verdriet!
Waar staat het huis? Men ziet het niet.
Maar let nu op dit Rijks-mysterie
Het houdt vanesse non videri
Dat is zooveel in mijn Latijn
Als: zijn en niet gezien te zijn.
Den Haag mag ondertusschen roemen
In Holland is niet eene stad,
Zoo 'k alles met zijn naam mag noemen
Met zulk een kostbaar achtergat."
s-GravenhageApril 1900. Th. Morren.
133
Ingezonden.
De rechterlijke stukken uit het ambtsarchief van Overbetuwe.
De aanwinst van het Geldersche archief waarvan in dit nummer
melding wordt gemaakt (bl. 160) is een zeer belangrijke. Waarschijnlijk
zal zij in hoofdzaak bestaan uit de volgende stukken, zooals die om
schreven staan in den inventaris van het archief, ter sekretarie van het
ambt te Eist berustende
HOOFDSTUK XI. Gerichtssignaten en verdere
1. Gerichtssignaat van Valborgh. 1446—1462, 14621470 1461
—1467.
2. Gerichtssignaat van Valborgh. 1492—1514, 1500—1510 1509
1516, 1516—1533.
3. Signaetnotulen van het gerecht te Andelst. 14341440.
Signaet van Herwen. 14991514.
Signaet van Bemmel. 15171544.
4. Claerboeck van der claringhe oder appellation op die Praist vur
Arnhem. 15571668.
Eenige losse stukken van der claringhe. 1657'67.
5. Notulen-extracten uit de gerechtelijke signaten van Bemmel
1547—1738.
Idem idem van Eist. 11 Juni 1728—20 Dec. 1728.
6. Notulen van re- en duplieck gehouden op de gerichtsdagen te
Eist. 6 Dec. 1769—22 Juni 1775.
7. Keurboek der stadt en heerlijkheidt Gent. 1689—1791.
8. Een perkamenten omslag waarin eenige ordonnantiën van de
stad Nijmegen. 1450, 1470.
9. Het stadrecht van Nijmegen
de oude brief 1561
en de nieuwe brief 16701771.
10. Alphabetisch register van vonnissen door den ambtman uit
gesproken.
Verklaringen uit de protocollen van bezwaar. 1800—1803.
11. Afschriften van volmachten, gerichtelijke stukken van particu
lieren, adressen zonder datum (de volmachten van 26 Juli 1797
1807).
HOOFDSTUK XVIII. Verschillende onderwerpen.
O.a. 84. Een pakket verhooren in correctioneele en crimineele zaken.
1802—1803.
86. Informatiën omtrent verongelukte personen. 1806, 1808.
Peter van Meurs.
1) Het huis van Van Beuningen, nu Hoogere Burgerschool, aan het Blijenburg, ha<l 9lechts
door een smal steegje gemeenschap met de Prinsessegracht.
GERECHTELIJKE STUKKEN.