162 Correspondentie. huizen, die in dat archiefdepót door geen enkel stuk nog was vertegenwoordigd 1. Gricht- en guedmghregister van 1750—1788. 2. Lants-, schat- en leeningzedull van 1755—1795 en Gicht en guedineh- register van 1788—1796. (St.Ci., 10 Eebr. 1900). Kaar aanleiding van de vraag van den heer J. Hagers te Botterdam in ons vorig no. deelt Mr. S. Muller JFz het volgende mede: Er berust in het Utreehtsche gemeentearchief het eerste deel van een „scultboeck des cameraers", d.d. 1520, ingericht eenigszins als een grootboek Uok zijn daar twee privaat-rekenboeken van den stadsklerk Tzwyunen (einde der 5e eeuw), een privaat-rekenboek van een kameraar d.d. 1517—1538 en twee (zeer eenvoudig ingerichte) rekenboeken van een schoenmaker en een herbergier uit de le helft der 16e eeuw.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1899 | | pagina 24