158
159
3 van zijne instructie is opgelegd, zal het antwoord bezwaarlijk geheel toe
stemmend kunnen zijn.
Maar heeft de vorige spreker zich beroepen op de discussies van 1880
ook hij de Voorzitter, wil dit doen. Het is immers duidelijk, dat de denkbeelden
van wijlen den heer Dirks niet zijn gedeeld. Een administratief man werd
noodig geacht, een wetenschappelijk man werd gekozen geen commies-archivaris
maar een archivaris volgde den overledene op.
Wat betreft de vraag, of alle registers reeds in het archief aanwezig zijn
spreker zou er eene andere vraag tegenover willen stellen, n.l. deze: Zouden
ze er allemaal reeds hunnen zijn, - en waar de heer van Sloterdijck van meening
is, dat daarvoor een menschenleeftijd werk zou vereischt worden, daar kan het
antwoord op die vraag gemakkelijk worden gegeven.
Toch meenen Burg. en Weth., dat het feit, dat bij het benoemen van een
ambtenaar voor dit werk, steeds beslist werd ten gunste van een wetenschappelijk
man, nadeelig heeft gewerkt op den toestand van het archief.
Het wordt nu tijd, dat het administratieve gedeelte eens beter tot zijn
recht komt. J
Burg. en Weth. wensehen iemand te benoemen, die in de eerste plaats zal
wer en voor de secretarie en pas in de tweede plaats voor de wetenschap.
at nil meer in het bijzonder het antwoord betreft op de rechtstreeksche
vraag van den vongen spreker, diene het volgende:
Zeker er is veel gearbeid en er zijn veel registers klaar gekomen.
Het groote gebrek is echter, dat de laatste niet gemakkelijk zijn te raad
plegen, omdat er een algemeene index ontbreekt.
Zoo zal men bijv. bij het onderzoek naar een contract moeten kennen den
persoon, dien het geldt of het jaar, waarin het gesloten is. Hierin dient dus
noodzakelijk verbetering te komen, zal het archief eenigszins aan zijn doel be
antwoorden. J
leiden"^ 611 Weth' meenen' dat hun voorstel tot die verbetering zal kunnen
Wordt het aangenomen, dan stellen zij zich voor een persoon te zoeken, die,
volkomen op de hoogte met administratieve werkzaamheden, tevens niet onbekend
is met archiefzaken, b.v. een beambte, werkzaam bij de rijksarchieven.
Deze zal dan eerst zijne krachten wijden aan de secretarie, vervolgens aan
de wetenschap.
De heer Duparc is den Voorzitter wel dankbaar voor diens antwoord
voldaan is hij met. Het is toch duidelijk, dat er sedert 1880 door de elkander
opgevolgd hebbende titularissen weinig is gedaan om te krijgen de bij de instructie
voorgeschreven registers enz.
De archivaris moet dagelijks van 9—1 en van 2—4 uur op het archief zijn.
at kan een mensch, die slechts eenige werkkracht en werklust bezit, niet in
zes uren daags werken en afdoen
Dat aan de regeling enz. van het archief nog zooveel ontbreekt, verwondert
spr. te meer, omdat er toch een zoo uitstekend voorbeeld bestond in onze ge
meente-secretarie, waar alles is geregeld en gerangschikt op eene wijze, boven
spr. lof verheven. Spr. zou geneigd zijn, hier de uitdrukking „gesneden brood"
te bezigen.
Hij hoopt, dat de nieuwe regeling tot het beoogde doel zal leiden, ook met
het oog op het groote belang der gemeente, wanneer er soms sprake mocht ko
men, zoowel van rechten als van verplichtingen der gemeente.
En ofschoon hij in het algemeen de voorkeur zou geven aan een wetenschap
pelijk ontwikkeld man, zal hij op de door Burg en Weth aangevoerde gronden
zich met hun voorstel vereenigen.
Nog een paar opmerkingen wenscht spr. hier aan toe te voegen.
Te Zwolle noch te Groningen is een stedelijk archivaris; het stedelijk archief
is daar geplaatst bij dat van het Eijk en gesteld onder de directie van den
rijksarchivaris
Zou dit voorbeeld ook voor Leeuwarden kunnen gevolgd worden
Behalve, dat dit tot mindere bemoeiingen van het gemeentebestuur zou leiden,
zou het tevens het voordeel hebben, dat het gemeentehuis ontheven zou worden
van eeu drukkenden last, in letterlijken zin gesproken.
Het stadhuis is „topzwaar", werd spreker nog kort geleden gezegd. Als dit
inderdaad het geval is, zou spreker het college van dagelijksch bestuur wel in
overweging willen geven, om te zien naar eene plaats, zij het een hulplokaal,
waar een gedeelte der archieven kon worden bewaard.
De Voorzitter wenscht nog een enkel woord te zeggen naar aanleiding
van hetgeen door den laatsten spreker is in het midden gebracht.
Hij bedankt den heer Duparc voor de waardeerende woorden omtrent de
secretarie gesproken.
Wat de vrees betreft, als zouden de zolders hunnen last niet langer kunnen
torsen de Voorzitter deelt die vrees niet. En toch gelooft spreker, dat, wan
neer er gevaar bestond, dit gevaar hem het eerst bedreigt.
Ten opzichte van de vraag: kan men een archivaris niet missen en het
archief gedeeltelijk naar het rijksarchief overbrengen, voor de beantwoording
daarvan is noodig het advies van den archivaris en zoo zal dus deze eerst dienen
benoemd te worden.
Hierop wordt het voorstel van Burg. en Weth. zonder hoofdelijke stemming
aangenomen en de vergadering gesloten.
Leeuwarder Courant15 Maart 1900).
Nader vernemen wij onderhands dat, zooals ook reeds eenigszins uit de
memorie van toelichting van B. en W. is op te maken, het doctoraat in de rechten
een bepaald bezwaar is om tot archivaris te Leeuwarden te worden benoemd.
Waar in ons blad en daarbuiten zoo herhaaldelijk en met kracht is gewezen op
het belang van een archief en een archivaris uit een rechtskundig oogpunt, om
de rechten der gemeente te kunnen handhaven, daar is de wensch niet te onder
drukken, dat de gemeente Leeuwarden weldra eens door een proces in hare oude
rechten mag worden aangetast, opdat aldus door schade en schande de raad wijs
mag worden.
Te Amsterdam heeft zich eene vereeniging „Amstelodamum" gevormd met het
doel de kennis van het verleden en heden dier stad te bevorderen. Tot bestuurs
leden werden benoemd de heeren D. C. Meyer, Mr. W. E. Yeder. A. J. M. Brou
wer Ancher, E. W. P. de Yries, E. W. Moes, Dr. J. C. Breen, A. N. J. Fabius,
B. J. M. de Bont en Mr. Ph. Falkenburg.
De firma W. P- van Stockum en Zonen te 's Gravenhage kondigde tegen het mid-