148
f.o'of.o.T'T, (Jbl"<IZ- 558-596>' Oproken in Archievenblad
1899/1900, bladz. 104.
Verslag van Gedeputeerde Staten van Zuid-Hol
land aan de Provinciale Staten van de regeling der
tG" 611 waterschaPs"archieven in 1898 (bladz.
577—580). Deze regeling wordt voortgezet door Mrs. P. A. N. S.
van Meurs en A. Telting. Geregeld werd het oud-archief der gemeente
Rijnsaterwoude, aangevangen de inventarisatie van de archieven der
polders onder de gemeenten GoedereedeStellendam en Ouddorp en
voortgezet die van het oud-archief der gemeente Nieuwpoort. Omtrent
het eerstgenoemd archief wordt een en ander medegedeeld.
Mr. S. Muller Fz. Geschiedenis der fundatiën, beheerd door
het college van Regenten der Vereenigde Gods- en Gasthuizen te Utrecht.
Utrecht, Kemink en Zoon, 1900.
Regenten der Vereenigde Gods- en Gasthuizen gaven indertijd
de oude archieven der gasthuizen in bewaring aan de gemeente
Utrecht, op voorwaarde dat de gemeente-archivaris hun zoude moeten
inlichten over quaestieuse punten, die uit het oude archief moeten
toegelicht worden. Zij wenschten nu ingelicht te worden over hunne
verplichtingen met betrekking tot de talrijke vrijwoningen en andere
kleine fundatiën die bij K. B. van 27 Maart 1817 (waaraan het college
zijn bestaan dankt) onder hun beheer werden gesteld. Mr. J.
cquoy bracht een uitgebreid materieel bijeendat thansbewerkt
door Mr M het licht ziet, vermeerderd met de stichtings- en
broederschapsbrie ven der gasthuizen zelve. De stof is verdeeld in
ne rubrieken: gasthuizen, vrije woningen en andere fundatiën,
erwijl eene vierde als supplement ons mededeelingen geeft over
eenige uitkeeringenin de rekeningen voorkomende. Een tabellarisch
overzicht doet zien de samensmelting der stichtingen, door het
college beheerd.
fO Wf P°tL' Hofnarrea en stadsgekken in Gelderland.
(Overdruk uit den Gelderschen Volksalmanak voor 1900).
De narren komen aan het Geldersche hof voor sedert Willem
van Gulik (hertog sedert 1377). In Nijmegen wordt „Claesken
„myns heeren geck" vermeld in 1420; sedert het begin der 16-1» eeuw
volgden de voornaamste steden het voorbeeld der hertogen. In 1519
wer de bruiloft van Karei van Egmond opgeluisterd door de gekken
der vier hoofdsteden. Na de Hervorming werd het houden van
narren beschouwd als onnut en ongeoorloofd.
149
Mr. W. van de Poll. Nijmeegsche bruiloftskeuren in de 16^ eeuw.
(Overdruk uit den Gelderschen Volksalmanak voor 1900).
Verschillende bepalingen waren noodig tegen al te woelige
uitingen der vreugde bij bruiloften. Eerst in deze eeuw, toen de
huwelijksreis in de mode kwam, kwamen die gewoonten in onbruik.
Mr. W. van de Poll. De Nijmeegsche kermis in den ouden tijd.
(Overdruk uit den Gelderschen Volksalmanak voor 1900).
Waarschijnlijk was reeds ten tijde der Romeinen te Nijmegen
eene week- en jaarmarkt gevestigdzeker was dit het gevalvoordat
de stad onder Geldersch gebied kwam. Onbekend is het, wanneer
Nijmegen het recht ontvingtwee vrije jaarmarkten te houden.
(Mei-avond en St. Michiels-avond). Medegedeeld worden allerlei
voorschriften met betrekking tot de kermissen.
Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch regt en geschiedenis.
Verslag van de handelingen der 84ste vergadering, 31 October 1899.
Zwolle, de Erven J. J. Tijl. 1900. 18 bladz.
Dr. F. Buitenrust Hettema geeft een ontwerp voor de llde
eeuwsche geographie van de Overijsselsche en Friesche kusten aan de
Zuiderzee (met eene schetskaart); F. A. Hoeferheeft in de kerk te
Wilsum nog een steenen deksel gevonden; komt op voor de restauratie
van het stadhuis te Zwolle en keurt af eene verplaatsing daarvan naar
het refectorium van het klooster Bethlem (waarin een fraaie wenteltrap
die verdwijnen zou); en bespreekt de vervaardiging der historische
kaartenMr. R. E. Hattink deelt een en ander mede omtrent
de heerlijkheid Almelo in 12361420 -Mr. R. C. Nieuwenhuys
brengt ter tafel een brief d.d. 5 Nov. 1778 van Jan Flaput te W. in
Zalland aan zijn neef in den Haagvol lof over J. D. van der
Capellen tot den Pol.
Nomina geographica Neerlandica, uitgegeven door het Koninklijk
Aardrijkskundig Genootschap, IVde deel: Friese plaatsnamen, door Dr.
F. Buitenrust Hettema. Afl. 4. Leiden, voorheen, E. J. Brill, 1899.
Met deze afleveringtevens bevattende een voorwoord en een
register, is Friesland gereed.
Mr. J. A. Feith. Heerden in de Ommelanden. (Overdruk uit de
Bijdragen voor de kennis der provincie Groningen en omgelegen streken,
2de stuk).
De rechtspraak in de Ommelanden werd in de middeneeuwen
uitgeoefend door rechters, niet aangesteld van overheidswege maar
optredende krachtens het bezit van een huis met omgeving, vermeld