76
De verzameling Dumont-Pigalle.
De gebruikers van den eersten en eenigen jaargang van het tijdschrift:
het Nederlandscbe Rijksarchief, van de Letterkundige Aanteekeningen op
de Bosch Kemper's Staatkundige Geschiedenis van Nederland tot 1830,
en van Sillem's boek over Valckenaer, kennen bij name de verzameling
Dumont-Pigalle op het Rijksarchief, Ook pleegde Fruin haar op zijn
college vaderlandsche geschiedenis te noemen, zooals zijn oud-studenten
zich zullen herinneren.
Toen ik mij voor eenige jaren naar het Rijksarchief begaf om kennis
te nemen van documenten over den patriottentijdtrof ik de verzameling
in tamelijk ontredderden toestand aan, zoodat het niet altijd gemakkelijk
was de stukkenin den uitvoerigen inventaris genoemdterug te vinden.
De verzameling was van ouds afgedeeld in een aantal „fardés" of „car
tons". Indertijd nu had Jhr. Mr. J. K. J. de Jonge uit verschillende
fardés bijeengegaard wat hem het belangrijkste toescheen. Hij wilde dit,
naar zijn mededeeling in het Ned. Rijksarchief I, 384, in de nimmer
verschenen verdere jaargangen van dit tijdschrift uitgeven. De uitgave
bleef achter, maar intusschen was de verzameling in haar onderdeelen
gehavend. Buitendienzij bestaat uit zulk een onnoemlijk getal losse
blaadjes 'met aanteekeningenslechts hier en daar door ingenaaide of
gebonden stukken afgewisselddat het schier ondoenlijk moet zijn geweest,
bij het gebruik de eenmaal bestaan hebbende volgorde te ontzien, Kleine
ongerechtigheden waren herhaaldelijk voorgekomenen waren te zamen
tot groote geworden.
De verzameling was indertijd op het Rijksarchief ontvangen in een
aantal slordige pakken van verschillenden vorm en afmetingzeer gebrek
kig beschermden zoo was zij nog. De uiterlijke toestand van een aan
tal stukken eischte dan ook voorziening. Toen ik nu alles weder gestreng
naar de volgorde van den bestaanden inventaris geschikt had, kwam het
wenschelijk voor, de stukken in een toestand te brengen die hun behoud
en het behoud der thans herstelde orde waarborgde. Elke fardé is nu
een boekdeel geworden met stevigen perkamenten rug. Het folio-formaat
bleek doorgaans verkieslijkvoor enkele fardés het kwarto- of het octavo
formaat. Voortaan is de bestaande inventaris (die zeldzaam uitvoerig en
betrouwbaar in zjjn opgaven is, en welks indeeling ook zeer wel kan be
houden blijven), dus weder een bruikbare wegwijzer, hetgeen voor eeni
gen tijd niet meer het geval was.
Omtrent de geschiedenis der verzameling blijkt het volgende Pierre
Alexandre Dumont-Pigalle was een Leidenaar, maar van fransche
geboorte. Hij maakte jarenlang deel uit van het redactiebureau der
„Nouvelles Extraordinaires de Divers Endroits"de zgn. gazette de Leyde.
77
Ijverig patriot, raakte hij tijdens den engelschen oorlog in de actieve politiek
betrokken, en is o a. veel gebruikt door Vérac als tusschenpersoon tusschen
hem en de democraten te Amsterdam. In 1787 week hij naar Frankrijk uit.
Met veel politieke personen in aanraking geweest zijnde en sinds lang
door zijn positie aan het groote blad van veel zaken hebbende vernomen,
vatte hij het plan opover de patriotsche woelingen een groot geschied
werk te schrijven, en bracht hiertoe een reusachtige hoeveelheid bouwstof
van zeer ongelijke waarde bijeen. Hij liet over allerlei plaatselijke ge
beurtenissen en toestanden memoriën opstellen door de lieden die hij
achtte het best daarvan op de hoogte te zijn, zond aan onderscheiden personen
vragenlijstjes ter beantwoording, verzamelde couranten, manifesten en
pamfletten, en schreef op honderden blaadjes zijn eigen herinneringen en
opmerkingen neer. Zijn ijver is waarlijk groot geweest; zijn oordeel
echter is vrijwel waardeloos als dat van een blind partijman die hij was.
Onder het door hem verzamelde vallen op als van waardede briefwis
seling van den verzamelaar zeiven; berichten van Bicker en Abbema over
Amsterdam in 1786 en 1787; van Valckenaer over Friesland; van
Steveninck over Zeelandvan anderen over den Rijngraaf van Salm van
een ongenoemde omtrent regeeringstoestanden te Rotterdamnotulen der
vergaderingen van vaderlandsche regenten (onlangs gepubliceerd in de
Bijdragen en mededeelingen van het Historisch Genootschap) en van ge
wapende genootschappenbouwstoffen tot de geschiedenis der uitgewekenen
van 1787 tot 1795, als notulen van het Comité Révolutionnaire Batave
van 1792'93, ontwerpen tot een Bataafsche constitutie van verschillende
zijden, het plan van Valckenaer tot een koningschap van Willem V
(1791). Zijn geschiedwerk zelf ais in de pen gebleven, en de enkele
geschriften van vóór 1787 die wij van zijn hand bezitten, doen dit niet
te zeer bejammeren.
Na 1795 bleef Dumont-Pigalle te Parijs, waar hij door de ambas
sadeurs der Bataafsche Republiek werd gebruikt voor het stellen van
memoriën, het verzamelen van gegevens, en dergelijk werk. Hij was in
zeer behoeftige omstandigheden geraakt. In 1797 was sprake van een
gratificatie. In 1800 nam dit plan een gewijzigden vorm aan hij zou
zijn verzameling stukken aan de Bataafsche Republiek afstaan voor een
geldsom. In het begin van dat jaar deelde de Agent van Buitenlandsche
Betrekkingen aan het Uitvoerend Bewind mede, dat hij, op advies van
Schimmelpenninck die de verzameling kende, gunstig over den aankoop
dacht, doch niet zoude weten of de stukken op de Nationale Biblio
theek zouden kunnen worden geplaatst. Reden voor dezen twijfel gaf
hij niet op. Ik vermoed dat men het, bij de reeds zeer bekoelde stem
ming van 1800, onraadzaam geoordeeld heeft zooveel documenten over