68 De voornaamste oorzaak van de bloeiende wolindustrie te Tilburg was de gestrenge reglementeeringwaaraan dit bedrijf in Holland was onderworpenook waren de arbeidsloonen er zeer laag. Zoo werd de draperie van Holland (Leiden) voornamelijk naar Tilburg verplaatst. Reeds in 1611 wordt de Tilburgsche wolindustrie vermeld. In de tweede helft der 17<*e eeuw werden gemiddeld 2 a 3000 lakens per jaar gefabriceerd. Daar Tilburg een dorp was, bestonden er natuurlijk geen gildekeuren en lakenhallen. In het laatste hoofdstuk behan delt Dr. Dijksterhuis de gewelddadige invoering van de Hervormde Staatskerk en haar handhaving in het overwegend Katholieke land gewapenderhand werd in 1648 een predikant te Tilburg geïnstal leerd en in het bezit van de Groote Kerk gesteldniettegenstaande er slechts acht Hervormden woonden. Dat de schrijver dikwijls slechts fragmentarische berichten kon geven, is toe te schrijven aan wanhopigen toestand van het Tilburgsche archief. Papers illustrating the history of the Scots Erigade in the service of the United Netherlands, 15721782. Extracted by permission from the Government Archives at the Hague, and edited by James Ferguson. (Publications of the Scottish History Society XXXII.) I. 1572—1697. Edinburgh, printed at the University Press by T. and A. Constable 1899. 8°. XXXV604 biz. Reeds van den eersten tijd van den opstand af komen Schotten voor in dienst van Holland, in ieder geval in 1573. In 1586 werden de compagnieën vereenigd tot twee regimenten, die later weer schijnen samengesmolten te zijn tot één. Want in 1600 werd een tweede regiment door de Staten-Generaal in dienst genomenin 1628 een derde. Sedert bestond de brigade zoo goed als altijd uit drie regimenten. Alleen van 1655 tot 1660 waren de drie regi menten tot twee samengesmolten en tusschen 1665 en 1672 werd het derde regiment verhollandiseerd. De plaats van dit derde werd in 1673 door een nieuw regiment Schotten ingenomen. In 1688 nam Willem III de geheele brigade in Engelschen dienst: in 1697, na den vrede van Rijswijk, nam de Republiek haar weer over. In 1782 besloten de Staten-Generaal met het oog op den oorlog met Engeland de regimenten met ingang van 1 Januari 1783 bij het Nederlaudsche leger in te lijven: van de officieren gingen nog 55 in Engelschen dienst over. De brigade stond geheel onder het gezag der Staten-Generaal en zij duldden daarin geen inmenging van den Koning van Engeland. Eerst in 1678 sloot Willem III met generaal Ossory een conventie, waarbij werd uit gemaakt, dat de commandant der brigade Engelsch onderdaan zou 69 blijven en dat de Koning ten allen tijde de brigade zou kunnen terugroepen. Maar toen in 1688 Jakob II van dit recht wenschte gebruik te maken, weigerden de Staten-Generaal onder voorwendsel, dat de conventie van 1678 hen niet bond. Al de documenten, door Ferguson gepubliceerd, berusten in het Rijksarchief in den Haag. De Nederlandsche stukken zijn in Engelsche vertaling, de Fransche in originali afgedrukt. Het boek wordt geopend met een „General Introduction" en een „List of het successive Colonels of the Scots Brigade". Verder is het in vier deelen verdeeld naar de tijdvakken: 15721609, 16091621, 16211648, 16481697, ieder voorafgegaan door een uitvoerig „introductory narrative". Een register is toegevoegd. G. Visser. Hendrik Mande. Bijdrage tot de kennis der Noord- Nederlandsche mystiek, 's Graveuhage, Martinus Nijhoff. 8°. VIII, 90, 2, 170 blz. Leidsche dissertatie. Inleiding. I. Mande's leven. (Geboren te Dordrecht ongeveer 1360, als hofschrjjver van Willem van Oostervant aan het hof geliefd en in aanzien, in 1391 opgenomen in het Broederhuis te Deventer, in 1395 in Windesheim ingekleed als reddiet, waar hij een der beroemdste schouwers (visionarissen) wasdeed vele reizen in het belang der congregatie, stierf in het najaar van 1431 in het klooster te Beverwijk). II. Mande's geschriften. (Van de 12 door Busch opgegeven als door Mande geschreven mystieke werken zijn thans, ook door dr. Visser, 10 teruggevonden, alle in de landstaal). III. Mande's mystiek, Ruusbroec. Bijlagen. I. Een devoet boexken, hoe dat wy wt selen doen den ouden mensche mit sinen werken ende ons mit Cristo overmids warachtighe doechden sellen verenighen. II. Een devoet boexken vanden binnensten ons liefs heren Ihesu Christi. III. Een devoet boexken vander volmaecster hoecheit der minnen ende hoemen dair toe sal pinen te comen. IV. Dat boec vanden licht der waerheit. V. Een boec dat heet een spiegel. (Alle onuitgegeven werken van Mande.) Acta der provinciale en particuliere synoden, gehouden in de Noor delijke Nederlanden gedurende de jaren 1572 1620, verzameld en uit gegeven door J. Reitsma en S. D. van Veen. VIII. Drente 15981620. Groningen 1899. 8°. XII, 303 blz. Hiermede is deze belangrijke serie gesloten. Origineel was Drente kerkelijk aan Overijssel toegevoegd, maar later kwam door de staatkundige gebeurtenissen een vereeniging met Stad en Lande meer op den voorgrond. Lang heeft het geduurd voordat de Landschap

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1899 | | pagina 19