Verkortingen worden opgelost; zoo mogelijk dient echter nagegaan
te worden, op welke wijze het handschrift gewoon is de afgekorte woorden
te spellen [b.v. voor lra littera of litera, voor gra gratia ofgracia, voor
hoen, hoeren of horen]. Eigennamen, die alleen door de beginletters
zijn aangeduid, behooren zoo mogelijk voluit geschreven te worden, doch
de aangevulde letters moeten cursief gedrukt worden (b.v. Theodericus,
Johannes).
Verkortingen, die munten, maten en gewichten aanduiden, kunnen
door de teekens en verkortingen van het handschrift teruggegeven worden
[lb gr., d.s.] Geregeld terugkomende formulieren of stereotype uit
drukkingen die in sommige soorten van bronnen [rekeningen necrologiën
matriculen enz.] zich dikwijls herhalen, kunnen afgekort gedrukt worden.
Iedere verkorting moet door een punt aangeduid worden [derhalve:
N. s. t. p. q. f. q. voor: Notum sit tam praesentibus quam futuris quod].
Wanneer dergelijke verkortingen worden aangebracht, moet de uit
gever echter eene lijst daarvan aan den uitgegeven tekst doen voorafgaan.
4-
In het bijeenvoegen van gedeelten van woorden, die in middeleeuwsche
handschriften dikwijls gescheiden zijnvolgt men de tegenwoordige schrijf
wijze. Derhalve drukke men: uutpanden, opstekendaertoekerspelpape,
waar het handschrift heeft: wt pandenop steken, daer toe, kerspel pape.
Evenzoo volge men het hedendaagsche gebruik bij het scheiden van
aaueengeschrevene woordentenzij de bijeenvoeging van twee woorden
eene verandering in de spelling gebracht heeft. Alzoovan denzei
men, zeilen se, doch: mitten, vant, hijs, inne, tUtrecht [aan het begin
van een volzin: TUtrecht] voor: mit den, van dat, hy des, ic ne, te
Utrecht.
Het enclitische en of ne blijve aan de woorden, waarbij het behoort,
gehecht [b.v. want hien vangen soude, opdat hine mit recht aen-
sprake]doch de negatie en of ne blij ve afzonderlijk [b.v. hi en ghedenct
niet, hi ne wilde nyet]. Negheen of engheen blijven natuurlijk aan
eengeschreven, daar de letters ne en en in dit geval een deel van het
woord vormen.
5-
Getallen kunnen in Arabische cijfers gedrukt worden.
Jaartallen [incarnatie, indictie, pontificaat, ordinatie, imperium,
regnum] en de getallen van den Romeinschen kalender worden daaren-
129
tegen met Romeinsche letters geschreven. Bovengeschrevene letters, die
het geslacht en den naamval van het jaartal aanduiden, kunnen wegge
laten worden.
Bij de uitgave van origineelen wordt de gewoonte van sommige
schrijvers, om een jaartal gedeeltelijk in cijfers, gedeeltelijk in letters
uit te drukken, behouden [b.v. anno millesimo CCC quinquagesimo VI].
6.
De oude interpunctie wordt weggelaten en vervangen door eene
nieuwe volgens den zin van den tekst.
Twijfelachtige gevallen moeten in eene noot vermeld worden. Vraag-
teekens voor aan de volzinnen blijven staan Evenzoo de zoogenaamde
digniteitspunten [twee punten in plaats van den eigennaam vóór de aan
wijzing eener waardigheid, b.v. praepositus].
7.
Bepaalde schrijffouten en woorden die bij vergissing tweemaal ge
schreven zijn, worden verbeterd en geschrapt; doch eene noot moet de
lezing van het handschrift vermelden.
Grootere vergissingen blijven in den tekst staan, terwijl de ver
moedelijk juiste lezing in eene noot wordt opgenomen.
Enkele woorden, die blijkbaar door slordigheid van den afschrijver
weggelaten, maar voor het begrijpen van den tekst bepaald noodig zijn,
moeten voorzichtig aangevuld en tusschen ronde haakjes in den tekst
gedrukt worden.
8.
Alle lacunes, die door vlekken of door beschadiging van perkament
of papier ontstaan zijnmoeten zoo mogelijk aangevuld worden. De aan
gevulde woorden, lettergrepen of letters worden in vierkante haakjes
gevat. (Derhalve wijst [rei] memoriam aan, dat het woord rei toevallig
onleesbaar geworden isdaarentegen beteekent (rei) memoriamdat het
woord rei in het handschrift vergeten is.)
Is de aanvulling onmogelijk, dan plaatst men in de lacune zoovele
punten als er waarschijnlijk letters gestaan hebben. Bij grootere lacunes
vervange men die door zoovele regels met punten als er regels ontbreken
is dit onmogelijk, dan deele men den omvang der lacune in eene noot
mede.
In de eerste editie dezer Bepalingen is deze volzin uitgevallen; de volgende volzin werd
daardoor onbegrijpelijk.