64
Voor 1898 was op deze post uitgetrokken f 37050.
Art. 189. Kosten van onderhoud, huishoudelijke uitgaven, perso-
neele hulpschnjfloonenreis- en verblijfkostenaan-
koopen, meubilair; aankoop, huur, stichting en inrichting
van lokalen en verdere uitgaven voor de archieven in de
provinciën80750.
Yoor 1898 was op dezen post uitgetrokken 96000.later bij nota
van wijziging no. 16 verhoogd tot 96900.
Recapitulatie:
Personeel
1897.
1898.
art. 185.
f
19750.—
f
19250.—
art. 188.
37050.—
38300.—
f
56800.—
f
57550.—
Materieel.
art. 186.
f
7800.—
f
8800.—
art. 187.
161000.—
70000.—
art. 189.
96900.—
80750.—
f
265700.—
f
159550.—
Totaal 1898 f 322500.— 1899 f 217100.
Het Kanselarij-gebouw te Leeuwarden.
In het vorige jaar werd het Kanselarij-gebouw alhier in gebruik
genomen als depot der Rijksarchieven in deze provincie, en tevens als
bewaarplaats der Provinciale- en Buma-bibliotheken.
Zoowel voor de Rijksarchieven als vooi' de gemelde biblotheken is deze
nieuwe bewaarplaats eene groote verbetering. De oude archieven van de
Provincie waren sinds eenige jaren geborgen in een gebouwalwaar zij ge
vaar liepen vóóral door vocht en lekkage beschadigd te worden en de rech
terlijke archieven waren nog op den zolder van het gerechtshof. Nu zijn
alle archieven in één depot, en zooveel mogelijk tegen nadeelige invloeden
gevrijwaard. De bibliotheken waren in een paar lokalen van het gerechtshof;
doch vooral wegens te beperkte ruimte waren die lokalen in den laatsten
tijd niet meer voldoende. In de Kanselarij nu zullen de bibliotheken zich
tal van jaren kunnen uitbreiden alvorens zich plaatsgebrek zal doen
gevoelen.
Omtrent de stichting en lotgevallen van dit gebouw melden de
geschiedbronnen het volgende.
Toen in 1498 Friesland onder Saksisch bestuur gekomen was, stelde
de eerste Hertog een raad of gerechtshof in. Dit hield aanvankelijk zijne
vergaderingen te Franeker in het Sjaerdema-huisdoch in de eerstvolgende
65
jaren successievelijk te Harlingen en te Leeuwarden in de destijds aldaar
gestichte blokhuizen.
In 1504 werd door Hertog George de Saksische ordonnantie in
Friesland uitgevaardigdwaarbij een nieuw gerechtshof werd ingesteld en
o.a werd voorgeschreven, dat „onse overste gerecht tot onze veranderinghe
gheholden zall worden in onse stad Leuwarden." Yoor het gerechtshof
is toen een afzonderlijk gebouw nabij het blokhuis alhier gesticht. In
1542 is dit gebouw weder afgebroken, omdat het te dicht bij het blokhuis
stond, en daarna hield het Hof zijne zittingen in een der gebouwen van het
Franciscaner klooster alhier. Doch het bleek al spoedig, dat de ruimte
aldaar voor het Hof te beperkt was, en tevens dat het voor het klooster
een bezwaar was het gebruik van dat gebouw te moeten missen.
Weldra werd dan ook door het Hof bij de Landvoogdes aangedrongen
om „eene bequame plaetze ende huyzinge te hebben om de Cancelrye te
houden." Aan dit verzoek werd in zooverre gehoor gegeven dat in 1545
tot dat doel eenige kleine huisjes met daarbij gelegen terrein en een in
aanbouw zijnd huis, behoorende aan het klooster Klaarkamp, aangekocht
werden. Laatstgenoemd huis zouzoo was althans bij den aankoop de
bedoeling, tot Kanselarij worden ingericht. Doch het Hof achtte dit
gebouw daartoe ook niet voldoendeen zond toenmede uit naam van
de stad Leeuwarden, eene deputatie aan de Landvoogdes om gelden te
verkrijgen tot het bouwen van eene nieuwe Kanselarij.
In het volgende jaar werd door de Landvoogdes 800 gulden toegezegd,
en de stad Leeuwarden beloofde eene gelijke bijdrage tot den bouw. Met
deze geringe som was echter weinig aan te vangen, en de zaak bleef
toen jaren lang rusten. Inmiddels werd het aangekochte huis x) gebruikt
als woning van den president van het Hof,
Na herhaalde klachten zoowel van het klooster als van het Hof over
dezen onhoudbaren toestand heeft de Stadhouder op den landdag in Juni
1560 met de Staten van Friesland onderhandeld over eene subsidie voor
het bouwen eener Kanselarij. De Staten hebben toen eene subsidie
toegezegd onder voorwaarde o. a. dat in de Kanselarij ten behoeve van
den landdag voor ieder der drie kwartieren Oostergo, Westergo en Zeven
wouden 2) een behoorlijk vergaderlokaal zou moeten zijndat ook de stad
Leeuwarden de beloofde subsidie zou betalen en dat het overige van
wege den Koning zou bekostigd worden.
Toch had de zaak toen nog geen voortgang. Eerst vijf jaren later
in 1565, werd zij weder opgevat. Gedeputeerde Staten van Friesland en
de stad Leeuwarden wendden zich toen gezamentlijk bij rekest tot het
Hof, waarbij zijaan de door hen beloofde subsidiën herinnerendever-
y>
V
V
1)
n
V
Dit gebouw stond naast de tegenwoordige Kanselarij. Later werd bet gebruikt als
Landschapshuis of vergaderplaats der Staten van Friesland. In 1838 werd het gesloopt.
2) De steden vormden toen nog niet een afzonderlijk kwartier.