106 stances. Departure for India. IV. The Dutch in Amboyna. Tas man appointed skipper, 1634. First voyage of discovery. Subsequent residence in those parts. V. Tasman's return to the Netherlands 1636. His second stay in India, 1638. VI. Rica de Oro y Rica de Plata. Voyage of discovery east of Japan by Quast and Tas man, 1639. Sources. Results. Literature. VII. The Dutch in Formosa. Tasman's return to Batavia (1640). Significance of the Dutch trade in Eastern Asia. Tasman's voyage to Formosa and Japan. Tasman casts anchor off Firando. Critical position of the Dutch Factory there (1640). Departure for Cambodja. VIII. Rela tions between the Dutch East India Company and Cambodja. Inter course of the Dutch with Laos. Tasman's voyage to Palembang (1642'. X. General view of the Companys position in the East. XI. Sources of our knowledge of Tasman's exploratory voyages to the South-land (1642 1644); maps and literature concerning the latter. XII. What the Dutch knew about the South-land in 1642. XIII. Frans Jacobszoon Visscher. Exploratory voyages of 1642 and 1644. XIV. Personalia (1644 1659). Tasman's mission to Djambi (1646), to Siam (1647), and to the Philippines (1648). Conclusion. Een groot aantal origineele stukken zijn als bijlagen toegevoegd. Eerste jaarlijksch verslag van het Geschied-, Taal-, Land- en Volken kundig Genootschap, gevestigd te Willemstad, Curasao. Amsterdam, J. H. de Bussy. 1897. 8°. 187 blz. Op het verslag, het huishoudelijk reglement en de ledenlijst volgenJ. H. J. Hamelberg. Een veel bewogen tijdperk. (Een achttal jaren uit de geschiedenis van Curacao 1796 1804) (Reeds geruimen tijd was de bevolking van revolutionaire denkbeelden doortrokken, toen in 1796 de nieuwe orde van zaken werd inge voerd. Oneenigheden tusschen Prinsgezinden en Patriotten kwamen echter voortdurend voor. Een aanbod der Franschen om de regeering tegen de eerste te helpen, werd afgewezen. De gouverneur Beaujon werd afgezet als te zeer gehecht aan het oude bewind en door de burgerij vervangen door den commandant der burgerwacht Lauffer. Maar de oneenigheden duurden voort, waartoe de Israëlieten het hunne bijdroegen. Een complot, door de Franschen in 1799 op touw gezet om Curacao in hun handen te brengenwerd gelukkig verijdeld. In het algemeen verkeerde het eiland in deze jaren in bedenkelijken toestand, vooral in financiëelen nood; ook had men veel last van de Fransche oorlogsschependie voortdurend binnen vielen en teerden op kosten der kolonie. In 1800 nam Engeland het eiland in bezit, vanwaar de Franschen, die er zich genesteld 107 hadden, werden verdreven. In 1802 kreeg de Bataafsche republiek Curacao terug en werd Lauffer ontslagen, ter verantwoording geroepen, maar in 1806 vrijgesproken.) A. Jesurun. Eenige beschouwingen over de volkstaal van Curacao. Bijlagen. Letterlijke kopieën van origineele stukken, berustende in het archief te Willem stad. (16481839.) Stukken betreffende Curacao, berustende in het Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage (door Mr. A. Telting.) Tweede jaarlijksch verslag (enz. als boven). 1898. 8°. 155 blz. Behalve de gewone rubriekenJ. H. J. Hamelberg. Een nieuwe cultuur voor de kolonie Curacao, (plantenvezels, waar van de productie warm wordt aanbevolen). A. Jesurun. Het Papiëmentsch (de volkstaal van Curagao). J. H. J. Hamel berg. Historische schets van de Nederlandsche Bovenwindsche Antillen tot op het einde der 17° eeuw. (St. Eustatius, St. Martin en Saba zijn in 1493 door Columbus ontdekt. Van de oorspronkelijke bewoners is weinig bekend. Pogingen, door Engelschen en Franschen in 1625 en 1629 aangewend om de eilanden te bemachtigen, hadden weinig effect. Omstreeks 1635 werden zij door de Zeeuwen bezet. In 1648 werd St. Martin tusschen de Franschen en de Nederlanders verdeeld. In 1664 werden de eilanden door de Engelschen bezet, maar in 1665 door de Ruyter heroverd. In 1666 waren echter weer alle Ned. koloniën in West-Indie, behalve Curacao, in handen der Engelschenlater door de Franschen bezetwerden zij te Breda in 1667 weer aan de Republiek teruggegeven. De oorlog van 1672 en '78 bracht weer allerlei tijdelijke veranderingen, maar ten slotte behielden wij alles. De negenjarige oorlog bracht weer aanvallen der Franschen mede; zij veroverden St. Eustatius, waaruit de Engelschen hen evenwel weer verdreven; te Rijswijk kreeg de Repu bliek in 1697 alle eilanden terug. Een overzicht van den bestuurs vorm besluit dit opstel. Eenige bijlagen volgen.) Diarium Everardi Bronchorstii sive Adversaria omnium quae gesta sunt in Academia Leydensi (15911627), uitgegeven door J. C. van Slee. (Werken uitgegeven door het Historisch Genootschap, gevestigd te Utrecht, derde serie no. 12). 's GravenhageMartinus Nijhoff, 1898, 8°. IY, 230 blz. Everardus Bronchorst, geboren te Deventer in 1554, vluchtte in 1569 met zijn ouders in ballingschap naar Keulen, waar hij, gelijk later te Marburg, Erfurt en Wittenberg, in de rechten stu deerde: in 1579 promoveerde hij te Bazel. Hij was hoogleeraar te Wittenberg en te Erfurt en vestigde zich in 1582 te Deventer, waar hij lid der Vroedschap werd. In 1587 naar Leiden verhuisd, werd

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1898 | | pagina 25