100 weggelaten, tenzij zij van invloed waren op den overgang daarvan. Het register der leengoederen in het Overkwartier alleen is vroeger doch zeer gebrekkig, elders gepubliceerd. Dit eerste stuk bevat blad 1—3 van de kwartieren van Nijmegen, Zutphen en Veluwe,*blad 1 en 2 van het Overkwartier, blad 1 der Uitheemsche leenen (buiten Gelderland) en eene lijst van de namen der leengoederen en geslachten, in dit stuk voor komende. Lantrecht der Thwenthe declareert door Mr. Melchior Winhoff, bewerkt door Mr. R. E. Hattink. Zwolle, de Erven J. J. Tijl, 1898. 117 bladz. (Uitgave der Vereen, tot beoefening van Overijsselsch regt en geschiedenis). Aanvankelijk bestond er tusschen de verschillende deelen van Overijssel weinig verband, zoo kon Twente in 1365 een landbrief bekomen van bisschop Johan van Verneberg. Eerst sedert den landbrief van 1457 van David van Bourgondië kon er sprake zijn van een landrecht van Overijssel. Als eerste poging om het geldende recht uit de verschillende landbrieven samen te brengen is aan te merken Winhoff's „Lantrecht der Thwenthe declareert", de voor- looper van zijn in 1559 verschenen „Landtrecht van Auerissel". Het is waarschijnlijk opgesteld tusschen 1521 en 1529, waarvoor de motieven worden aangevoerd, terwijl een overzicht der door Winhoff gebruikte bronnen wordt gegeven. Hattink geeft uit naar een afschriftnaar het origineel is vergeefs gezocht. Hij vergeleek daarmede den oorspronkelijken landbrief d.d. 1365 (z. b.), berustende op het huis Almelo. Daarna deelt hij een en ander mede omtrent W.de aanleiding voor W. tot de opstelling van zijn Lantrecht der Thwenthe en het gezag van W.'s werkterwijl hij daarna ver antwoordt zijne wijze van uitgave. Na eene inhoudsopgave volgt dan „Dat Landrecht van Twenthe", waarachter de landbrief van Twente d.d. 1365 naar het oorspronkelijk handschrift volgt. Mr. L. van Hasselt. De rekeningen der confiscatiën in Salland en Twenthe. Zwolle, Erven J. J. Tijl, 1898. (Overgedr. uit de Bijdr. tot de geschiedenis van Overijssel, 2<le Serie, 2de deel, afl. 24). De geschiedenis der confiscatiën in Salland en Twente wordt gekend uit het „Quohier der bezittingen van 's konings vijanden „in Salland" (uitgeg. d/d. Vereen, tot beoef. van Ov. regt en gesch. in 1881), zijnde een dergelijk quohier voor Twente verloren ge gaan en uit de rekeningen der confiscatiën. Deze laatste loopen over 12 Jan. 1582 30 Sept. 1586. Zij verdienen eene uitgave: 1°. omdat het quohier van Twente verloren is, dat grooten samen hang moet vertoond hebben met de 2Je rekening, 2°. omdat zij 101 ons schilderen de omstandigheden der invordering, 3°. omdat zij ons doen zienwaarom de inning der confiscatiën een einde nam zij werden oninvorderbaar en het doel der confiscatiën (de rebellen te dwingen tot verzoening) faalde. De ontvanger ontving het quohier in 1583, daarom zijn de 2de rekeningen het uitvoerigst; zij werden daarom tot basis aangenomenterwijl uit de overige rekeningen alleen de belangrijke posten werden overgenomen, ter plaatse waar de overeenstemmende post in de 2lte rekening voor komt. Een voorwoord geeft omtrent dit een en ander inlichting. Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch regt en geschiedenis. Verslag van de handelingen der 81ste vergadering te Kampen, den 7den Juni 1898. Zwolle, de Erven J. J. Tijl. 1898, 27 bladz. Gewezen wordt op den samenhang der Zwolsche kroniek met den „Bellum inter Transisalanos et Gelros ab anonymo con- „scriptum" (Dumbar, Analecta III, 593). Herinnerd wordt aan vroegere plannen voor een Overijsselsch oorkondenboekbesloten met de bewerkers van het Utrechtsche eene overeenkomst aan te gaan en benoemd worden in eene commissie tot bewerking van het Overijs- selsche Mrs. L. van Hasselt en J. Nanninga Uitterdijk en Dr. J. de Hullu. Dr. Sauer behandelt in de „Zeitschrift des Bergischen „Geschichtsvereins" het rentmeestersambt van Grimher over den hof Elvetre of den Monnikenhof in de Lutte, welk stuk herinnert aan dat van den heer Molhuysen in het in 1862 gepubliceerde 2de stuk der Versl. en Meded. der Vereen. F. A. Hoefer spreekt over de werking en geschiedenis der carillons in de Nederlanden. Mr. J. Nanninga Uitterdijk geeft als aanvulling op de boven genoemde Zwolsche kroniek een uittreksel uit een dagboek van den leekebroeder Göbel in het klooster Bödeken bij Paderbornen deelt bizonderheden mede over de restauratie in 1793 van het beeld werk in en aan het oude raadhuis te Kampen. Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch regt en geschiedenis. Aanwinsten van bibliotheek, archief en museum over 1896 en 1897. 25 bladz. De bibliotheek verkreeg o. a.Boek van de Resolutiën der geïnteresseerden in de Wengeler WeerdeD, begint met den 11 Nov. 1809 (H. S. f0.). De aanwinsten van het archief zullen later worden medegedeeld. Het museum ontving o. a.eene onder- handsche akte tot het stichten van het gilde der zangers in de O. L. Vr.-kapel te Zwolle in 1498. Zie hierboven blz. 48.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1898 | | pagina 22