20
grooten dank, dat zij de zaak hebben aangepakt. In hoofdzaak volkomen
terecht toch zegt de heer Bisschop„Zal de geschiedenis voor het thans
levende geslacht eenig- voordeel opleveren, dan dient men zoo nauwkeurig
mogelijk te wetenwaarom de geschiedenis van ons volk, zoowel in
Europa als in den vreemde, zóó werd opgebouwd en niet anders. Niet het
enkele feit, dat een botsing plaats had tusschen twee nationaliteiten is op
zich zelf belangrijk, doch het antwoord op de vraag, waarom die botsing op
dat oogenblik plaats vond en aldus verliep. En evenzeer als tot het juist
verstaan daarvan de beweegredenen dienen gekend te worden van onze
eigen landgenooten, bestaat thans het streven 0111 ook de beweegredenen,
de omstandigheden te kennen, die de tweede partij de vreemdelingen -
aldus deed handelen en niet anders. Het „audi et alteram partem" kan
eerst ten volle worden doorgevoerd, wanneer uit de stukken zelf, die de
handelingen beschrijven, ten tijde, dat zij plaats grepen, de juiste beweeg
redenen zijn geput voor onze tegenpartij."
Reeds dadelijk is van het door den heer Bisschop aangewezen mate
riaal gebruik gemaakt. En wel door den heer P. H. van der Kemp, die
onze koloniale geschiedenis na de restauratie tot voorwerp zijner historische
studiën blijkt te hebben gekozen. Reeds voor zijne vroegere, ook in ons
blad besproken bijdragen, maakte hij gebruik van Londensche archivalia.
Ook thans weder in het eveneens in deze aflevering der Bijdragen ver
schenen opstel over „De zendingen van Ibbetson en Anderson naar Suma
tra's Oostkust in 1820 en 1823. De heer E. Ketscher had reeds vroeger
daarvan melding gemaakt; de heer Van der Kemp vult diens mededee-
lingen aan op grond van wat Bisschop's kopieën hem leerden. De zending
van Ibbetson in 1820 die mislukte was van zuiver commercieelen aard,
die van Anderson in 1823 had ook staatkundige bedoelingen.
Vervolg berichten.
Benoemd tot Hoogleeraar aan de Indische Instelling te DelftMr. J. E.
Heeres, Adj.-Archivaris aan het Algemeen Rijksarchief te 's Gravenhage.
Gedrukt en uitgegeven bij Erven B. van der Kamp te Groningen.
Orgaan van de VEREENIGING VAN ARCHIVARISSEN in Nederland.
Goedgekeurd bij Kon. besl. van 29 Sept. 1891.
Berichten, enz.
Benoemd tot archivaris der gemeente Edamde heer ~W. ,1. Kernkamp.
Eervol ontslag verleend aanden heer Mr. W. van de Poll als archi
varis der gemeente Nijmegen
in zijne plaats benoemdde heer H. D. J. van Sclievichaven.
Nadat in Juni het nieuwe gebouw voor het rijksarchief en de provin
ciale bibliotheek te Leeuwarden (de gerestaureerde oude Kanselarij) in ge
bruik werd gesteld, is thans ook de voor rijksarchiefgebouw in Noord-Hol
land ingerichte antieke „Vleeschhal" te Haarlem voor den dienst geopend.
Rectificatie.
I11 het vorig nummer van liet Archievenblad werd door ons medegedeeld,
dat een vijftal belangrijke arcliiefregisters van Walliorn bij de stad Lim
burg in de boekerij beland waren" van de Algemeens Maatschappij van
Levensverzekering te Amsterdam, eene plaats, waar zeker niemand ze zon
der die aanwijzing zóu zoeken. In dat berichtje werd het Rijksarchief in
Limburg de aangewezen plaats dier bescheiden genoemd. Men maakt er
ons opmerkzaam op, dat clie bewering ongegrond is, daar Walliorn op Prui
sisch grondgebied gelegen is. Ook de ligging in het voormalig hertogdom
Limburg kon geen aanleiding daartoe zijn immers dat gewest heeft met
de tegenwoordige gelijknamige provincie niets gemeen dan dien naam.
Wij betreuren die vergissing te meer, daar zij den schijn had van een in
geenen deele door ons bedoeld verwijt aan onzen ambtgenoot in Limburg.