102
inrichting overwegende bezwaren. Van zijne bevindingen gaf hij rekenschap
in een klein boekje, getiteld: Gli archivi e le scuole paleografiche in
Francia e in Italiaeen boekje, dat overvloeit van verstandige en
practische opmerkingennuttig ook voor ons.
Jk zal trachten u daarvan een kort overzicht te geven. Achtereenvolgens
bespreekt Lupi 1°. de inrichting der archiefgebouwen, 2°. de ordening
der archieven, 3°. de inventarissen, 4°. de toegankelijkheid der archieven
5°. het beheer der archieven en 6°. de opleiding der archivarissen. Alleen
de tweede en de derde afdeelingen zijn voor ons van belang de overige
bevatten slechts enkele nuttige opmerkingen.
Ordening. Het Parijsche archief is verdeeld in vier afdeelingen (sec
tions) die reeds in den revolutietijd zijn ingesteld1 de secretarie
2°. historische afdeeling, 3°. wetgeving en rechtspraak, 4°. administratieve
afdeeling. Deze indeeling voldoet volgens Lupi aan de Franschen zeiven
nietgaarne zou men er toe overgaan het geheele archief te reorganiseeren
en de „anciens fonds" te reconstrueeren. Maar nu reeds sedert eene eeuw
in deze richting gewerkt is, is het herstel der oude orde hier en daar
onmogelijk, in ieder geval een reuzenwerk, waartegen men begrijpelijker
wijze opziet. Eenvoudiger is de inrichting te Milaan, waar het geheele
archief verdeeld is in eene historisch-diplomatische en eene administratieve
afdeeling. Maar ook tegen deze verdeeling heeft Lupi ernstige bezwaren.
De splitsing ontwricht de archievenen tengevolge daarvan ook de geschie
denis der zedelijke lichamen, waarvan zij afkomstig zijn. Zij is in de
praktijk dikwijls onmogelijk, altijd willekeurig. Zelfs de afscheiding van
de zuiver rechterlijke stukken, die gewoonlijk nog het meest op zich
zelf staan, is onuitvoerbaar: verschillende zedelijke lichamen toch, wier
archieven behooren tot de administratieve afdeeling, bezaten ook enkele
rechterlijke functiën. Bij de opneming van nieuwe archieven stuit men
telkens op moeielijkhedenimmers archieven van gasthuizenkloosters en
familiën passen dikwijls niet in het kader, zoodat steeds nieuwe rubrieken
moeten gevormd worden en het ten slotte maar het eenvoudigste blijkt,
ze te plaatsen op de namen van de stichting of de familiewaarvan zij
afkomstig zijn.
Zeker is het noodig regels te geven voor de ordening der archieven.
Maar het moeten algemeene regels zijntoepasselijk op alle archieven
op alle plaatsen en alle gevallengeene willekeurig uitgedachte regels
die strekken öf ten bate van de geschiedenis öf ten bate van de admini
stratie de regels moeten gebaseerd zijn op grondige kennis der archieven
zeiven. De hoofdregel is gesteld door Galeotti „een goed georganiseerd
archief moet in de verdeeling der stukken het beeld vertoonen van den
organischen bouw van den staat, zooals een goed architect de bestemming
103
en de inwendige verdeeling van het huis uitdrukt in den gevel" met
andere woordenhet archief moet ingedeeld worden volgens de historische
methode„par fonds".
De archivarisgeplaatst voor een ongeordend archief, een hoop deelen
liassen („filze") en losse stukken, maakt niet vooraf een stel afdeelingen
gereed, die hij nog niet kent maar neemt het eerst het beste boek ter hand.
Dit boek verwijst hem naar eene instelling of een zedelijk lichaamen
hij brengt de stukken van elke instelling bijeen; twijfelachtige stukken
legt hij voorloopig ter zijde. Reeds dan heeft hij een overzicht van de
instellingen van een land of van de verschillende colleges van het staats
bestuur, en hij kan er dan toe overgaan de stukken der verschillende
colleges, voor zooveel mogelijk, tot seriën te vormen. Is dit werk verricht,
dan heeft hij reeds eenig inzicht in den aard der verschillende colleges,
hunne bevoegdheid, hunne betrekkingen en hunne lotgevallen. Als dan
de seriën chronologisch geordend zijn, kent hij gewoonlijk den oorsprong
en den levensduur van elk college en het tijdstipwaarop groote wijzi
gingen in hunne inrichting zijn gebracht.
Uit het voorafgaande volgen drie regels: 1°. de archiefstukken van een
staat moeten verdeeld worden in afdeelingen volgens de instellingen, die
deze archiefstukken vertegenwoordigen. 2°. de afdeelingen moeten verdeeld
worden in seriën, volgens den aard der stukken. 3°. de deelen eener
serie moeten chronologisch geordend worden.
De archieven van gelijksoortige instellingen moeten in het archief bijeen
geplaatst worden. De voornaamste gaan vooraan de archieven van het
hoogste gezag. Dan volgen de colleges of ambtenarenaan wie is toe
vertrouwd de zorg voor het behoud van den staat, de openbare orde, de
goede zeden, de gezondheid, het onderwijs enz.; daarna het beheer der
financiën, de kunsten en den handel; verder de rechterlijke colleges.
In de volgende afdeeling vindt men de colleges, die niet direct van den
staat afhankelijk zijn, en eindelijk de archieven van geestelijke gestichten
en familiën. Bij de verdeeling moet er streng op gelet wordendat de
archieven van den staat gescheiden worden gehouden van de archieven
die dit openbaar karakter missen.
In elke afdeeling plaatse men het eerst de akten van een college,
daarna zijne correspondentie, dan de administratieve stukken en eindelijk
de processen. Bij deze rangschikking is het van geen belang, of b.v.
de tweede afdeeling toevallig oudere stukken bevat dan de eerste; immers
indien dergelijke stukken in de eerste afdeeling ontbreken, dan is het
toch waarschijnlijk, dat ze wel bestaan hebben maar toevallig verloren
gegaan zijnen deze omstandigheid mag geene aanleiding gevende
eerste, verminkte afdeeling naar de tweede plaats te verwijzen.
b Leopoldo Galeotti, senator en directeur van het Archivio dell' amministrazione della Real
casa (archief van het Kroondomein?) nelle provincie. (Overleden te Florence in 1884.)
l) Vooropgevatte denkbeelden en regels over bijzonderheden, zegt de schrijver, kunnen evenmin
toegepast worden, als men alle menschen kan kleeden volgens eene maat.